Beoordeling door de voorzieningenrechter
3. Verzoeker huurt het bedrijfspand op het adres [adres] in [plaats] en exploiteert daar het autobedrijf [autobedrijf A] .
Op 10 maart 2023 heeft de burgemeester een vergunningsplicht vastgesteld voor het pand en de bedrijfsmatige activiteiten op dat adres. Dit betekent dat verzoeker zonder vergunning geen werkzaamheden mag verrichten op dat adres. Hierover loopt een beroepsprocedure bij de rechtbank (ROT 23/6058).
4. Op 24 mei 2023 hebben gemeentelijke toezichthouders en de politie geconstateerd dat verzoeker zijn bedrijfsactiviteiten in het pand zonder vergunning heeft voortgezet.
De burgemeester heeft hierin aanleiding gezien om het door verzoeker gehuurde pand te sluiten.
5. Verzoeker heeft vervolgens een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend omdat hij het niet eens was met de sluiting (ROT 23/4351). Partijen zijn tijdens de zitting bij de voorzieningenrechter overeengekomen dat de sluiting van het bedrijfspand is beperkt tot de showroom en andere zalen in het pand, met uitzondering van de afzonderlijk te bereiken kantoorruimte. Hieraan is de voorwaarde verbonden dat alleen verzoeker het kantoor mag betreden en daar aanwezig mag zijn. Deze afspraak geldt tot twee weken nadat op het bezwaarschrift van verzoeker is beslist.
6. De burgemeester heeft met het bestreden besluit van 14 november 2023 het bezwaarschrift van verzoeker ongegrond verklaard.
7. Uit een bestuurlijke rapportage van de politie van 6 september 2024 blijkt het volgende.
- Op 23 augustus 2024 zag een politiemedewerker een voertuig voorzien van een handelaarskenteken rijden op de openbare weg. Dit handelaarskenteken bleek op naam gesteld te staan van [autobedrijf A] , gevestigd aan het [adres] te [plaats] .
Dit handelaarskenteken bleek ongeldig te zijn verklaard. Het voertuig waarop het handelaarskenteken was gevestigd, bleek niet geregistreerd te staan. De bestuurder van het voertuig verklaarde dat hij een proefrit aan het maken was en noemde daarbij het bedrijf van verzoeker. Hierdoor rees het vermoeden dat vanuit het genoemde bedrijfspand handel werd gedreven en het dus niet, zoals volgens de uitspraak van de voorzieningenrechter, gesloten was.
- Op 25 augustus 2024 (omstreeks 21:25 uur) heeft een politiemedewerker gezien dat er licht brandde in het kantoor van verzoekers bedrijfspand. Bij nader onderzoek werden in het kantoor twee personen aangetroffen, waarvan één verzoeker bleek te zijn. Verzoeker verklaarde dat hij daar aanwezig mocht zijn en dat hij voertuigen mocht verkopen vanaf de openbare weg.
- Op 27 augustus 2024 (omstreeks 00:50 uur) heeft een politiemedewerker gezien dat het rolluik van het bedrijfspand openstond. Er stond een voertuig in het pand en er waren twee personen werkzaamheden aan het verrichten aan dit voertuig. De personen verklaarden dat zij toestemming hadden van verzoeker om in het bedrijf aanwezig te zijn.
De bestuurlijke rapportage heeft tot doel de burgemeester te informeren ten behoeve van de handhaving van de openbare orde.
8. De burgemeester heeft vervolgens op 16 september 2024 een brief gestuurd naar verzoeker. Daarin wordt verzoeker opgedragen om het bedrijfspand (inclusief kantoorruimte) binnen twee weken te sluiten en gesloten te houden en om de bedrijfsactiviteiten in en om het pand te staken. Verzoeker mag het pand niet meer betreden. Als de termijn van twee weken is verstreken, zal gecontroleerd worden of verzoeker hieraan gevolg heeft gegeven. Als hij geen gehoor geeft aan deze aanschrijving, is de burgemeester van plan om handhavend op te treden.
Ter zitting heeft de (gemachtigde namens de) burgemeester verklaard dat bij controles begin oktober is gebleken dat het bedrijfspand (inclusief kantoorruimte) daadwerkelijk is gesloten.
Waar gaat het in deze zaak om?
9. Verzoeker is het er niet mee eens dat hij het pand niet meer mag betreden. Hij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat het bestreden besluit wordt geschorst.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
10. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Waarom beslist de voorzieningenrechter niet op het beroep?
11. De voorzieningenrechter heeft de mogelijkheid om onmiddellijk uitspraak te doen in de beroepszaak over de sluiting. Dit beroep staat echter samen met het beroep over de vergunningsplicht al gepland op een zitting op 11 december 2024. Het is ook handig om deze twee zaken samen op één zitting te behandelen. De voorzieningenrechter ziet daarom af van haar bevoegdheid om ook in de beroepszaak uitspraak te doen.
Waarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek af?
12. Verzoeker heeft tijdens de zitting verklaard dat hij sinds een maand geen toegang meer heeft tot het pand. De voorzieningenrechter staat voor de vraag of verzoeker weer tijdelijk toegang tot het pand zou moeten krijgen.
13. Naar aanleiding van het vorige verzoek om een voorlopige voorziening hebben partijen ermee ingestemd dat verzoeker tijdelijk gebruik mocht blijven maken van zijn kantoorruimte. Deze afspraak was eind november 2023 uitgewerkt. Verzoeker is – tegen die afspraak in – gebruik blijven maken van zijn kantoorruimte, ook al mocht dit niet meer.
De omstandigheid dat de burgemeester niet (gelijk) heeft gecontroleerd of verzoeker zich aan de afspraak hield, maakt niet dat verzoeker erop mocht vertrouwen dat hij nog gebruik mocht maken van de kantoorruimte.
14. Verder is tijdens de zitting gebleken dat verzoeker niet alleen gebruik maakte van de kantoorruimte, maar ook van de showroom. Het hele pand (behalve de deur naar de kantoorruimte) is weliswaar aan de buitenkant verzegeld, maar verzoeker maakte gebruik van een tussendeur om van de kantoorruimte naar de showroom te gaan. Hij deed dit om de accu’s van de in de showroom staande auto’s op te laden. Het verkrijgen van toegang tot de showroom lijkt echter geen onderdeel te zijn geweest van de afspraak tussen partijen, zodat verzoeker ook op dit punt de gemaakte afspraak niet is nagekomen.
15. Tijdens het vorige verzoek om een voorlopige voorziening in juli 2023 heeft verzoeker onder meer verklaard dat hij toegang tot de kantoorruimte wenst te behouden om daar zijn administratie en het papierwerk in orde te krijgen voor de bezwaarprocedure en het aanvragen van een vergunning. De bezwaarprocedure is inmiddels verstreken en verzoeker heeft nooit een vergunning aangevraagd. Verzoeker is dit ook niet meer van plan, omdat het pand volgens hem in juli 2025 wordt gesloopt en zijn huurcontract dan ook afloopt. Bovendien gaan er op die plek woningen gebouwd worden.
16. Het gaat er verzoeker met name om dat hij toegang tot de showroom behoudt, zodat hij de accu’s van de auto’s, die in de showroom staan en waarvan hij de eigenaar is, af en toe kan opladen. De voorzieningenrechter is er echter niet van overtuigd dat het daarbij blijft. Verzoeker heeft in het recente verleden namelijk laten zien dat hij zich niet aan de met de burgemeester gemaakte afspraken houdt. Verder kan niet worden uitgesloten dat verzoeker toch bedrijfsactiviteiten heeft verricht vanuit de kantoorruimte, gelet op wat er in de bestuurlijke rapportage staat. Daarbij plaatst de voorzieningenrechter wel de kanttekening dat er twijfels bestaan of de laatste waarneming juist is, omdat verzoeker
- onweersproken - stelt dat zijn pand geen rolluik of werkplaats heeft, maar het pand van de buren wel. Als verzoeker (via de kantoorruimte) sporadisch toegang wenst tot de showroom om de accu’s van de auto’s op te laden, dan kan hij daartoe ook een verzoek indienen bij de burgemeester. Dit verzoek kan dan door de burgemeester worden beoordeeld.
De voorzieningenrechter weegt bij haar voorlopig oordeel ook mee dat het beroep van verzoeker over ruim een maand op zitting wordt behandeld, zodat verzoeker binnen relatief korte termijn uitsluitsel krijgt over de vergunningsplicht en de sluiting van het pand.
17. De voorzieningenrechter ziet daarom geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.