Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- voor het onder 1 ten laste gelegde: veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren met aftrek van voorarrest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in haar rapportage van 10 oktober 2024;
- voor het onder 2 ten laste gelegde: toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht;
- gedeeltelijke tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 18-229002-22.
4.Waardering van het bewijs
1.
2.
5.Strafbaarheid feiten en verdachte
vrijwilligis teruggetreden voordat het misdrijf is voltooid. Of gedragingen van de verdachte toereikend zijn om de gevolgtrekking te wettigen dat het misdrijf niet is voltooid ten gevolge van omstandigheden die van de wil van de verdachte afhankelijk zijn, hangt
6.Motivering straf
7.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
8.Vordering tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) jaren;
1 (één) jaarniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
3 (drie) jaren;
€ 5.030,42 (zegge: vijfduizend dertig euro en tweeënveertig cent), bestaande uit € 30,42 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 juli 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 5.030,42(hoofdsom,
zegge: vijfduizend dertig euro en tweeënveertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juli 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 5.030,42 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
60 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan een deel van het voorwaardelijk gedeelte, groot 6 (zes) maanden, van de bij vonnis van 4 december 2023 van de meervoudige kamer van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf;