Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Waar de zaak over gaat
2.De procedure
- het tussenvonnis in incident van 31 januari 2024 en de daarin genoemde stukken,
- het vonnis in incident van 28 februari 2024 en de daarin genoemde stukken,
- de akte bevestiging zekerheidstelling van NIOC met productie,
- de akte uitlaten zekerheidstelling van Heuvel,
- de conclusie van antwoord in de voorlopige voorziening en ten gronde, tevens eis in reconventie, tevens houdende een incidentele vordering ex art. 223 lid 1 Rv jo art. 209 Rv, met 23 producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens conclusie van antwoord in het incident, tevens incidenteel verzoek ex art. 19 Rv, met een productie,
- de conclusie van antwoord in incident ex art. 19 Rv.
3.De geschillen in de incidenten ex art. 223 Rv
4.De beoordeling in de incidenten
Rechtsmacht en toepasselijk recht
- te bepalen dat Heuvel en haar advocaat zich in de verdere verloop van deze procedure en de eventueel hierop volgende procedures niet grievend uitlaten richting NIOC en haar procesvertegenwoordigers alsook geen ongefundeerde en/of veronderstelde beschuldigingen maken richting hen;
- te bepalen dat Heuvel dan wel haar advocaat geen processtukken en/of informatie uit de procedure tussen NIOC en Crescent, waar mr. Bakker als advocaat van Crescent betrokken is geweest, in de onderhavige procedure mag inbrengen;
- een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom.
5.De beslissing
13 november 2024voor de bepaling door de rolrechter van een datum en tijdstip van een mondelinge behandeling.
[2515/1729/1694/3407]