4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij in de periode van 26 maart 2024 tot en met 27 maart 2024 te Rotterdam ,
tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een auto (merk Audi, kenteken [kenteken]),
dieaan die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] toebehoorde,
door
- die [slachtoffer 1] bij diens woning op te halen,
- die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij in de auto moest stappen, en
- die [slachtoffer 1] in een auto te vervoeren en rond te rijden,
- een geldbedrag van 11.000 euro en/of de overschrijving van een auto te eisen, en
- ( daarbij, om die eis kracht bij te zetten) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen aan en gericht te houden op die [slachtoffer 1],
- die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen: “Ik ga je in je been schieten” en “Schrijf de auto met kenteken [kenteken] over op mijn naam”, althans woorden van gelijke strekking,
- naar [naam cafe] te rijden en een vuurwapen te tonen aan de neef van die [slachtoffer 1] en daarbij deze dreigend de woorden toe te voegen: “Dit is serieus. Ga het geld regelen, het maakt niet uit hoe”
- die [slachtoffer 1] (vervolgens) vast te houden in een woning/pand te Rotterdam,
- ( de volgende dag) die [slachtoffer 2] bij de woning van die [slachtoffer 1] op te halen met voornoemde auto, en
- met die [slachtoffer 2] naar de Primera te rijden om die auto over te schrijven op naam van [getuige 2];
2
hij in de periode van 26 maart 2024 tot en met 27 maart 2024 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden,
met het oogmerk een ander, te weten [slachtoffer 2], te dwingen iets te doen , te weten het overschrijven van een auto (merk Audi, kenteken [kenteken]) op naam van [getuige 2],
door
- die [slachtoffer 1] bij diens woning op te halen,
- die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij in de auto moest stappen, en- die [slachtoffer 1] in een auto te vervoeren en rond te rijden,
- een geldbedrag van 11.000 euro en/of de overschrijving van een auto te eisen, en
- ( daarbij, om die eis kracht bij te zetten) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen aan en gericht te houden op die [slachtoffer 1],
- die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen: “Ik ga je in je been schieten” en “Schrijf de auto met kenteken [kenteken] over op mijn naam”, althans woorden van gelijke strekking,
- naar [naam cafe] te rijden en een vuurwapen te tonen aan de neef van die [slachtoffer 1] en daarbij deze dreigend de woorden toe te voegen: “Dit is serieus. Ga het geld regelen, het maakt niet uit hoe”
- die [slachtoffer 2] te bellen voor de meldcode van de auto om de auto te kunnen overschrijven,
- die [slachtoffer 1] (vervolgens) vast te houden in een woning/pand te Rotterdam,
- ( de volgende dag) die [slachtoffer 2] bij de woning van die [slachtoffer 1] op te halen met voornoemde auto, en
- met die [slachtoffer 2] naar de Primera te rijden om die auto over te schrijven op naam van [getuige 2];
3
hij in de periode van 27 maart 2024 tot en met 28 maart 2024 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met anderen,
ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf
om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag van (in totaal) 20.000 euro dat aan die [slachtoffer 1] toebehoorde, - met die [slachtoffer 1] heeft afgesproken bij [adres 2] om in ruil voor een bedrag van (in totaal) 20.000 een auto over te schrijven en/of terug te geven,
- ( vervolgens) aan die [slachtoffer 1] heeft getrokken en een vuurwapen opzettelijk in zijn bijzijn heeft geladen, en
- die [slachtoffer 1] (digitaal, via Snapchat) dreigend de woorden heeft toegevoegd: “Broer luister jij doet alsof jij wat te bepalen hebt. Je moet ons betalen. 15k en 5k hebben we je gegund om later te geven. Vandaag kom jij met 2 rare goons waar je eigenlijk een boete voor hoort te krijgen maar dat laten we voor wat het is. Anders broer we verkopen die auto halen we 20k er van af resterende bedrag kan je bij je neefje ophalen en het moet vandaag gebeuren anders is het verkocht
, terwijl de uitvoering van dit misdrijf niet is voltooid;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Het ontbreken van de laatste zinsnede in de tenlastelegging van feit 3 merkt de rechtbank aan als een kennelijke misslag. Door de toevoeging daarvan in de bewezenverklaring is de verdachte niet in zijn belang geschaad.