ECLI:NL:RBROT:2024:10724

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2024
Publicatiedatum
29 oktober 2024
Zaaknummer
10-196427-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voorhanden hebben van een wapen met munitie en onttrekking aan het verkeer

Op 10 oktober 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die op 15 juni 2024 te Rotterdam een wapen van categorie III, te weten een Glock 19 pistool, en bijbehorende munitie voorhanden had. De verdachte, die preventief in detentie zat, werd bijgestaan door raadsman mr. B.J.W. Tijkotte. De officier van justitie, mr. T.T.O. Bakker, had gevorderd tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en heeft het bewezen verklaard zonder nadere motivering. De rechtbank oordeelde dat het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie ernstige gevolgen heeft voor de veiligheid in de samenleving. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 210 dagen, waarvan 92 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast werd het in beslag genomen vuurwapen en de munitie onttrokken aan het verkeer, terwijl een telefoon aan de rechthebbende werd teruggegeven. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en deelname aan een cognitieve vaardigheidstraining. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. L.C. Suiker.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10-196427-24
Datum uitspraak: 10 oktober 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief in [detentieadres] ,
raadsman mr. B.J.W. Tijkotte, advocaat te Koog aan de Zaan.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 26 september 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T.T.O. Bakker heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door Reclassering Nederland.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het tenlastegelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 15 juni 2024 te Rotterdam een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Glock, type 19 gen 5, kaliber 9 mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool
en
12 kogelpatronen van 9 mm welke geschikt zijn om met voornoemd vuurwapen te worden verschoten
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

Het bewezen feit levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen met bijbehorende munitie op de openbare weg. Het bezit van vuurwapens zorgt voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Het is een feit van algemene bekendheid dat het bezit van vuurwapens snel kan leiden tot het gebruik ervan, met alle mogelijke gevolgen van dien.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 september 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Rapportage
Reclassering Nederland, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 25 september 2024. Dit rapport houdt het volgende in.
De reclassering acht het sociaal netwerk van de verdachte en mogelijk ook zijn psychosociale functioneren en zijn houding delictgerelateerd. De verdachte zegt dat het wapen niet van hem was, waardoor de indruk ontstaat dat sprake is van een deels negatief sociaal netwerk. De verdachte geeft aan dat hij verkeerde keuzes heeft gemaakt en niet over de gevolgen van zijn gedrag heeft nagedacht. Naast risicofactoren ziet de reclassering ziet echter ook beschermende factoren. De verdachte heeft spijt en heeft een brief geschreven aan de rechtbank. Tevens acht de reclassering het gezin van de betrokkene een beschermende factor.
De reclassering adviseert bij een veroordeling het volwassenenstrafrecht toe te passen en een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden. De reclassering schat in dat de verdachte baat kan hebben bij een reclasseringstoezicht met een meldplicht en het volgen van een CoVa-training gericht op cognitieve vaardigheden. Ook wordt geadviseerd een contactverbod op te leggen met zijn medeverdachten en een inspanningsverplichting bij het vinden van een passende dagbesteding.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan daarop niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die eerder in soortgelijke zaken zijn opgelegd.
Gelet op de leeftijd van de verdachte en het feit dat de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijke strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het in beslag genomen vuurwapen en de in beslag genomen munitie te onttrekken aan het verkeer. De in beslag genomen telefoon met registratienummer [proces-verbaalnummer 1] kan teruggegeven worden aan de rechthebbende.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft bepleit om de in beslag genomen telefoon terug te geven aan de rechthebbende.
8.3.
Beoordeling
Het in beslag genomen vuurwapen en de in beslag genomen munitie zullen worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet.
Ten aanzien van de in beslag genomen telefoon zal een last worden gegeven tot teruggave aan de rechthebbende.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 210 (tweehonderdtien) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot 92 (tweeënnegentig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich melden bij de bureaudienst van Reclassering Nederland op het adres Marconistraat 2, 3029 AK Rotterdam. De veroordeelde zal zich blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
de veroordeelde zal actief deelnemen aan de gedragsinterventie Cognitieve Vaardigheidstraining 1 of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. De veroordeelde zal zich houden aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
de veroordeelde zal op geen enkele wijze – direct of indirect – contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met zijn (voormalig) medeverdachten, zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt;
de veroordeelde zal zich inspannen voor het vinden en behouden van betaald werk of het volgen van een opleiding, met een vaste structuur;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer: het vuurwapen (pistool) van het merk Glock 19 gen 5 (registratienummer [proces-verbaalnummer 2] ) en de munitie (kogelpatroon), 12 stuks (met registratienummer [proces-verbaalnummer 3] ).
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van: de zwarte telefoon van het merk Apple (registratienummer [proces-verbaalnummer 1] );
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Stevens, voorzitter,
en mrs. J.M.L. van Mulbregt en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.C. Suiker, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 15 juni 2024 te Rotterdam
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten een pistool, van het merk Glock, type 19 gen 5, kaliber 9mm
zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool
en/of
12, althans één of meeer, kogelpatronen van 9mm welke geschikt zijn om met
voornoemd vuurwapen te worden verschoten
voorhanden heeft gehad
(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie)
Herstelvonnis
Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-196427-24
Op 26 september 2024 heeft de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, een vonnis uitgesproken in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief in [detentieadres] ,
raadsman mr. B.J.W. Tijkotte, advocaat te Koog aan de Zaan.
Na de uitspraak is gebleken dat de kwalificatie een fout gevat, die zich leent voor eenvoudig herstel. De kwalificatie zal daarom bij deze beslissing worden hersteld.
Tevens is na de uitspraak gebleken dat het dictum van het vonnis een fout bevat, die zich leent voor eenvoudig herstel. In het dictum van het vonnis is bij vergissing niet opgenomen ten aanzien van wie het opgelegde contactverbod geldt. Het dictum van het vonnis zal daarom bij deze beslissing worden hersteld.
Beslissing
De rechtbank:
- herstelt de fout in de kwalificatie als volgt;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens
en munitie.
- herstelt de fout in het dictum als volgt;
de veroordeelde zal op geen enkele wijze – direct of indirect – contact (laten) opnemen,
zoeken of hebben met zijn (voormalig) medeverdachten
[naam 1] (geboren op [geboortedatum 2]
) en [naam 2] (geboren op [geboortedatum 3]), zolang het Openbaar
Ministerie dit nodig vindt;
- beveelt de griffier deze beslissing aan te tekenen op en te hechten aan het origineel van het vonnis dat is hersteld.
Dit herstelvonnis is op 14 oktober 2024 gewezen door
mr. L. Stevens, voorzitter,
en mrs. J.M.L. van Mulbregt en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.C. Suiker, griffier.
De jongste rechter is buiten staat dit herstelvonnis mede te ondertekenen.