6.2.Verzoeker stelt dat hij toegang tot de woning nodig heeft. Hij logeert wel eens bij zijn vriendin en de drie jonge kinderen, maar hij kan daar niet voortdurend blijven. Voortdurend verblijf bij zijn vriendin in de woning legt namelijk een te grote druk op de relatie. De voorzieningenrechter ziet hierin een voldoende spoedeisend belang voor een inhoudelijke beoordeling.
Wat zijn de toepasselijke regels?
7. Volgens artikel 3:2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012 (APV) wordt onder seksbedrijf verstaan de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie of tot het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling of uit het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische aard in een seksinrichting tegen betaling. Uit artikel 3:3, eerste lid, van de APV volgt dat het verboden is een seksbedrijf uit te oefenen zonder vergunning. Op basis van artikel 3:9a, eerste lid, van de APV kan het bevoegde bestuursorgaan een seksinrichting tijdelijk of voor onbepaalde tijd gesloten verklaren, indien het seksbedrijf wordt geëxploiteerd zonder geldige vergunning. In de Nota prostitutie en seksbranche Rotterdam 2015 (de nota) staat beschreven dat de burgemeester overgaat tot een tijdelijke sluiting van de woning als deze als bedrijfsmatig prostitutiebedrijf wordt gebruikt.
8. Verzoeker betwist dat in de woning gelegenheid tot het voeren van een bedrijfsmatig prostitutiebedrijf wordt gegeven. Er is niet geconstateerd door de politie dat de personen die zijn aangetroffen in de woning ook daadwerkelijk vanuit de woning seksuele diensten aanboden. Ook zijn er geen overlastmeldingen gedaan en is het onduidelijk naar aanleiding van wat voor een melding de politie op 8 juli 2024 bij de woning van verzoeker kwam. Er kan daarom niet worden gesproken van een seksbedrijf.
9. De voorzieningenrechter ziet vooralsnog geen aanleiding om te betwijfelen dat vanuit de woning van verzoeker een seksbedrijf werd geëxploiteerd. De burgemeester was daarom bevoegd om de woning te sluiten. De burgemeester heeft daarbij van belang mogen achten dat de woning is ingedeeld in verschillende (slaap)kamers. In elke kamer staat een bed, ook in de woonkamer. In de woning zijn verder (in koffers) de spullen gevonden van de personen die daar op dat moment verbleven en ook meerdere flesjes glijmiddel, pakjes condooms, poppers en seksspeeltjes. Daar komt bij dat uit de bestuurlijke rapportage blijkt dat op 8 september 2023 en 13 mei 2024 een schaars geklede vrouw is aangetroffen in de woning, waarbij de Colombiaanse vrouw op 13 mei 2024 heeft verklaard dat zij vrijwillig werkzaam is in de prostitutie. De mannen die op 8 juli 2024 aangetroffen zijn in de woning ontkenden als prostituee te werken in de woning. Een van hen gaf aan wel werkzaam te zijn in de prostitutie, maar niet op dat moment. Ook verklaarde hij: “Ik ben momenteel niet online op seksadvertenties. Ik ben dit werk gaan doen omdat ik financieel in een slechte situatie zat. Ik doe dit werk niet in Spanje. Ik doe dit prostitutiewerk geheel vrijwillig. Sinds de laatste keer dat ik een controle heb gehad heb ik geen klanten meer ontvangen in deze ruimte”. Ook noemden de mannen dat nog een andere vrouw in de woning verbleef en dat zij wel iets met prostitutie deed. Zij hebben haar niet zien werken. Hoewel door de aangetroffen personen niet expliciet is verklaard dat zij op 8 juli 2024 in de woning werkzaam zijn als prostituee, vindt de voorzieningenrechter het op basis van de verklaringen van de verschillende aangetroffen personen en de wijze waarop de woning is ingericht wel aannemelijk dat sprake is van een seksbedrijf in de woning. Daarbij weegt de voorzieningenrechter ook mee dat uit de bestuurlijke rapportage volgt dat er op 13 mei 2024 en op 8 juli 2024 meldingen zijn gedaan van overlast prostitutie op het adres van verzoeker. Daar komt bij dat de verklaring van verzoeker dat hij af en toe bezoek achterlaat in zijn woning als hij de deur uit is, niet strookt met de overige verklaringen. Verzoeker heeft verklaard dat de twee mannen die op 8 juli 2024 zijn aangetroffen vrienden van zijn neefje zijn. Een van de mannen verklaarde echter dat hij via een vriend en contactgegevens van een jongen aan de plek is gekomen. De andere man verklaarde in de woning te verblijven via een vrouw uit Spanje.
10. Bij de beoordeling van de noodzaak van de sluiting is de vraag aan de orde of de burgemeester met een minder ingrijpend middel had kunnen en moeten volstaan omdat het beoogde doel ook daarmee kan worden bereikt. Aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding dient te worden beoordeeld in hoeverre sluiting van de woning noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde.
11. Verzoeker stelt dat geen sprake is van noodzaak om de woning te sluiten. Er zijn geen overlastmeldingen bij de politie binnengekomen. Daarnaast heeft de politie op 8 juli 2024 de woning betreden, maar heeft de burgemeester pas met het besluit van 27 september 2024 de woning gesloten na de zienswijzeprocedure doorlopen te hebben. In de tussentijd zijn geen meldingen binnengekomen. De burgemeester kon daarom volstaan met een waarschuwing.
12. De voorzieningenrechter is vooralsnog van oordeel dat de burgemeester zich, gelet op de aangetroffen situatie, op het standpunt heeft kunnen stellen dat het noodzakelijk was om de woning een maand te sluiten. Op de zitting heeft de burgemeester toegelicht dat in afwijking van de nota een zienswijze is opgevraagd bij verzoeker. Dit kwam omdat de bestuurlijke rapportage niet gelijk was opgepakt, waardoor een spoedsluiting niet langer mogelijk was. De burgemeester heeft desondanks de woning voor een maand kunnen sluiten. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt dat wel degelijk meldingen zijn binnengekomen over overlast van prostitutie bij de woning, of van een verdachte situatie. Dat niet geheel duidelijk is van wie deze meldingen afkomstig zijn, maakt niet dat de burgemeester deze meldingen niet heeft mogen meenemen in zijn beoordeling. Ook blijkt uit het dossier dat telkens andere mensen in de woning aanwezig zijn en is het aannemelijk dat er meerdere sleutels van de woning in omloop zijn hierdoor. De burgemeester heeft daarom een sluiting noodzakelijk mogen achten ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde. De burgemeester heeft daarbij niet hoeven volstaan met een waarschuwing, nu uit de bestuurlijke rapportage blijkt dat gedurende langere tijd prostitutie gerelateerde meldingen zijn gedaan en verschillende personen zijn aangetroffen.
13. Als de burgemeester zich redelijkerwijs op het standpunt heeft kunnen stellen dat sluiting van het pand noodzakelijk is, moet hij zich ervan vergewissen dat de duur van de sluiting evenwichtig is, ook als de duur in overeenstemming is met de duur die volgt uit een beleidsregel. Bij de beoordeling van de evenwichtigheid zijn verschillende omstandigheden van belang, zoals de mate van verwijtbaarheid van de aangeschreven persoon, een bijzondere binding met het pand en de mogelijkheid om weer van het pand gebruik te kunnen maken. De nadelige gevolgen van de sluiting moeten worden afgewogen tegen de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de burgemeester een sluiting noodzakelijk mocht vinden. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.
14. De burgemeester hoefde na weging van de betrokken belangen niet van de sluiting af te zien. Illegale prostitutie is een ernstige aantasting van de openbare orde en bedreiging van veiligheid en gezondheid van de daarbij betrokkenen. Het tegengaan daarvan door middel van sluiting van een illegale seksinrichting is dan ook een zwaarwegend belang. Inherent aan een sluiting van een woning is dat de bewoner de woning moet verlaten. Dit is op zichzelf dan ook geen bijzondere omstandigheid. [derde-partij] heeft in dit geval aangekondigd de huurovereenkomst te gaan ontbinden. Daartegenover staat dat verzoeker als huurder verantwoordelijk is voor de ontstane situatie. Verzoeker is als huurder van de woning verantwoordelijk voor wat er in zijn woning gebeurt. Hoewel verzoeker ontkent dat er prostitutiewerkzaamheden vanuit zijn woning worden verricht en het onduidelijk is welke rol verzoeker in het geheel heeft vervuld, staat wel vast dat verzoeker verschillende personen toegang heeft verleend tot de woning, dan wel dat hij de sleutel ter beschikking heeft gesteld aan derden. Verzoeker kan hiervan een verwijt worden gemaakt. Verder is niet gebleken dat verzoeker een bijzondere binding heeft met de woning. Verzoeker verblijft op dit moment bij zijn vriendin. Hoewel verzoeker stelt dat dit druk op de relatie legt en verzoeker daarom daar niet langere tijd kan blijven, maakt dat niet dat de burgemeester een andere belangenafweging had moeten maken.