Op 8 oktober 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2018. De zaak is aangespannen door de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, die zich zorgen maakt over de ontwikkeling van de minderjarige, die momenteel bij een derde partij verblijft. De ouders van de minderjarige zijn belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn ernstige conflicten tussen hen, wat leidt tot een loyaliteitsconflict voor de minderjarige. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om in het belang van de minderjarige te handelen, wat de noodzaak voor een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing onderstreept.
Tijdens de zitting is gebleken dat de moeder, die de Portugese taal machtig is, bijgestaan werd door een tolk. De kinderrechter heeft de situatie van de minderjarige beoordeeld en geconcludeerd dat er een ontwikkelingsbedreiging is door de voortdurende strijd tussen de ouders. De Raad heeft verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing voor negen maanden, wat door de kinderrechter is toegewezen, zij het met een kortere termijn voor de uithuisplaatsing.
De kinderrechter heeft de ouders en de derde partij aangespoord om mee te werken aan hulpverlening en heeft een traject voor Parallel Solo Ouderschap aanbevolen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ouders zijn geïnformeerd over hun recht om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.