ECLI:NL:RBROT:2024:10533

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 oktober 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
ROT 24/2756
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de urgentieverklaring op medische gronden en de toepassing van de hardheidsclausule

In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 25 oktober 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de toekenning van een urgentieverklaring op basis van medische noodzaak beoordeeld. Eiseres, die in Rotterdam woont, heeft op 14 juli 2023 een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring vanwege haar medische problemen, waaronder nierfalen. De rechtbank behandelt het beroep na een eerdere afwijzing van een verzoek om een voorlopige voorziening op 28 november 2023. De rechtbank concludeert dat de urgentieverklaring op 5 oktober 2023 is toegekend, maar dat het zoekprofiel dat door verweerder is vastgesteld, niet voldoet aan de wensen van eiseres. Eiseres stelt dat er een benedenwoning in het zoekprofiel had moeten worden opgenomen en dat de maximale huurprijs te laag is. De rechtbank oordeelt dat verweerder zich op het standpunt heeft gesteld dat de medische noodzaak voor een benedenwoning niet is aangetoond en dat de gekozen woonruimtetype passend is voor de situatie van eiseres. De rechtbank wijst ook de toepassing van de hardheidsclausule af, omdat deze alleen kan worden toegepast als er geen urgentieverklaring is toegekend. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/2756

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 oktober 2024 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M. el Idrissi),
en

Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond, verweerder

(gemachtigde: mr. S.B.H. Fijneman).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de toekenning van een urgentieverklaring op basis van de urgentiegrond medische noodzaak.
1.1.
Met het bestreden besluit van 19 februari 2024 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij dat besluit gebleven.
1.2.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit en verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. Ook heeft eiseres de voorzieningenrechter verzocht en voorlopig voorziening te treffen. Bij uitspraak van 28 november 2023 met zaaknummer ROT 23/7290 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank het verzoek afgewezen.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 9 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder
.

Totstandkoming van het besluit

2. Eiseres woont in Rotterdam en heeft op 14 juli 2023 een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring, omdat haar huidige woning niet langer voldoet vanwege haar medische problemen. Eiseres heeft aangegeven dat ze vanwege nierfalen regelmatig naar het ziekenhuis moet, dat ze wacht op een nieuwe nier en door vermoeidheid geen trap kan lopen. Een arts van het team Sociaal Medische Advisering heeft op verzoek van verweerder advies uitgebracht over de situatie van eiseres. De conclusie van de arts is dat eiseres medische beperkingen in traplopen ondervindt en op zeer korte termijn (binnen drie maanden) zou moeten verhuizen. Verweerder heeft bij besluit van 5 oktober 2023 de urgentieverklaring toegewezen op basis van ‘medische noodzaak’. Om het huisvestingsprobleem op te lossen heeft verweerder, mede gelet op het advies van een adviserend arts, het volgende zoekprofiel vastgesteld:
  • Flatwoning met lift, gelijkvloers en met centrale verwarming
  • Minimaal 1 en maximaal 2 slaapkamers
  • Maximale kale huurprijs ter hoogte van € 647,19
  • Urgentieregio Hart van Rotterdam
3. Met het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de woonruimtetypering is gekozen om te voorkomen dat een wooncarrière [1] kan worden gemaakt. Daarnaast heeft eiseres bevestigd dat het zoekprofiel passend is voor haar, maar dat zij haar kansen wenst te vergroten. Verweerder is van mening dat bijzondere omstandigheden niet aanwezig zijn en dat er geen medische grondslag is voor de toevoeging van een benedenwoning aan het profiel. Ten aanzien van de maximale huurprijs stelt verweerder zich op het standpunt dat de huurprijs is gebaseerd op het gehanteerde principe van het passend toewijzen van een urgentieverklaring welke is berekend op het inkomen. Ook hier geldt dat met een urgentieverklaring geen wooncarrière moet worden gemaakt. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de hardheidsclausule niet toegepast kan worden aangezien deze alleen ziet op situaties waarin er anders geen urgentieverklaring zou worden toegekend.

Beoordeling door de rechtbank

4. De rechtbank beoordeelt de rechtmatigheid van de toekenning van de urgentieverklaring met bovenstaand zoekprofiel. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
5. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
5.1.
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
Heeft verweerder het juiste zoekprofiel vastgesteld?
6.
6.1.
Eiseres voert aan dat verweerder gezien haar medische situatie ook een benedenwoning in het zoekprofiel had moeten opnemen. Daarnaast stelt eiseres dat verweerder een te lage maximale huurprijs in het zoekprofiel heeft opgenomen. Met een hogere maximale huurprijs zal eiseres sneller een woning vinden, wat gelet op haar medische situatie noodzakelijk is.
6.2.
Uit artikel 3.3 van bijlage I bij de Verordening woonruimtebemiddeling Rotterdam 2020 (de Verordening) volgt dat in het zoekprofiel het woonruimtetype wordt opgenomen dat nodig is voor het oplossen van het huisvestingsprobleem. Volgens het vierde lid van dit artikel wordt een standaardwoonruimtetype gekozen. Een benedenwoning en eengezinswoning behoren niet tot de standaardwoonruimtetype. Bij bijzondere omstandigheden kan daarvan worden afgeweken. Verweerder heeft de arts gevraagd of een benedenwoning noodzakelijk is en de arts heeft die vraag ontkennend beantwoord en geadviseerd dat volstaan kan worden met een gelijkvloerse flatwoning met lift. Verweerder heeft dit advies opgevolgd. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat het huisvestingsprobleem van eiseres kan worden opgelost met een flatwoning met lift. Dat heeft eiseres ook niet bestreden. Verweerder heeft zich gelet op het advies van de arts ook op het standpunt kunnen stellen dat een medische noodzaak voor een benedenwoning niet is gebleken en de situatie van eiseres niet als bijzondere omstandigheid geldt die noopt tot afwijking van de hoofdregel van de keuze voor een standaardwoonruimtetype. Een mogelijk klein aanbod van woningen is geen reden om zoals eiseres wenst het woonruimtetype in het zoekprofiel aan te passen. De rechtbank overweegt daarnaast ook dat eiseres zelf heeft aangegeven bij voorkeur in de buurt van het ziekenhuis te wonen. Zij kan haar kansen vergroten door buiten dit gebied te zoeken en ook op andere woningen binnen de urgentieregio te reageren. Verweerder heeft ter zitting een nadere toelichting gegeven over het gehanteerde principe van passend toewijzen. Daarbij is de maximale huurprijs bepaald aan de hand van de situatie (alleenstaand) en het inkomen van eiseres. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in de wens van eiseres om meer kans te maken op een woning geen aanleiding behoefde te zien een andere maximale huurprijs te hanteren. Daarbij mocht verweerder betrekken dat met een urgentieverklaring geen wooncarrière dient te worden gefaciliteerd. Verweerder heeft daarom, gelet op het inkomen van eiseres, in redelijkheid tot het maximale huurbedrag van € 647,19 en het woningtype flatwoning met lift, gelijkvloers en met centrale verwarming kunnen komen.
6.3.
Deze beroepsgrond slaagt niet.
Had verweerder de hardheidsclausule moeten toepassen?
7.
7.1.
Eiseres voert aan dat verweerder de hardheidsclausule had moeten toepassen om het zoekprofiel voor wat betreft het woningtype en de maximale huur te verruimen. Eiseres meent dat door het voorbijgaan aan haar acute omstandigheden en medische situatie het niet verruimen van het zoekprofiel zou leiden tot een schrijnende situatie.
7.2.
In artikel 2.5. van de Bijlage bij de Verordening is bepaald dat de hardheidsclausule kan worden toegepast in de gevallen waarin strikte toepassing van de Verordening zou leiden tot weigering van de urgentieverklaring. Aangezien in de situatie van eiseres wel een urgentieverklaring is toegekend, kan de hardheidsclausule in dit geval niet worden toegepast. Overigens is de rechtbank het met verweerder eens dat, zou de hardheidsclausule wel kunnen worden toegepast, de situatie van eiseres niet zodanig schrijnend is, dat een verruiming van het woonprofiel noodzakelijk is.
7.3.
Deze beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder geen ruimer zoekprofiel heeft hoeven vaststellen. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Dingemanse, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Blokhuis, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 oktober 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2020:

Artikel 2.3.8. Voorrang voor bezitters van een urgentie- of herhuisvestingsverklaring
1. Een huishouden dat wegens een persoonlijke noodsituatie of wegens sloop of ingrijpende verbetering van zijn woonruimte een (andere) woonruimte nodig heeft en geen gebruik kan maken van een voorliggende voorziening, kan in aanmerking komen voor een urgentieverklaring, dan wel een herhuisvestingsverklaring.
2. In Bijlage I bij deze verordening is aangegeven:
a. door wie, bij wie en de wijze waarop de in het vorige lid bedoelde verklaringen kunnen worden aangevraagd,
b. door wie en de gronden waarop deze verklaringen worden verstrekt,
c. de inhoud van deze verklaringen en
d. de gevolgen die deze verklaringen hebben voor de positie op de woningmarkt van de bezitter ervan.

Verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2020 bijlage I:

Artikel 2.5. Hardheidsclausule
1. Het bestuursorgaan dat belast is met het beslissen op aanvragen om een urgentieverklaring is, indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot weigering van een urgentieverklaring, bevoegd om toch een urgentieverklaring toe te kennen indien:
a. weigering van een urgentieverklaring leidt tot een schrijnende situatie; en,
b. sprake is van bijzondere, bij het vaststellen van de verordening onvoorziene, omstandigheden die gelet op het doel van de verordening redelijkerwijs toch tot een grond voor de verlening van een urgentieverklaring zouden kunnen zijn.
2. Het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan registreert de gevallen waarin met toepassing van het in het eerste lid bepaalde een urgentieverklaring wordt verleend. De registratie bevat ten minste de datum waarop de urgentieverklaring wordt verleend en de specifieke omstandigheden van het geval die leiden tot de verlening van de urgentieverklaring. De registraties worden besproken in het in artikel 2.5.2 van de verordening bedoelde overleg.
Artikel 3.3. Het woonruimtetype
1. In het zoekprofiel wordt het woonruimtetype opgenomen dat nodig is voor de oplossing van het huisvestingsprobleem.
2. Het woonruimtetype bevat in ieder geval de volgende elementen:
a. het slaapkamertal van de woonruimte
b. de typering van de woonruimte;
c. de huurprijs waarbij woonruimte passend wordt geacht voor het huishoudinkomen van aanvrager.
3. De typering van de woonruimte wordt dusdanig gekozen dat de houder met de urgentieverklaring geen wooncarrière kan maken, tenzij het maken van wooncarrière uitsluitend het gevolg is van het afhankelijk zijn van een woonruimtetype dat noodzakelijk is voor het oplossen van het huisvestingsprobleem. Onder wooncarrière wordt verstaan: het verhuizen naar een type woonruimte dat naar de maatstaf van een redelijk handelend woningzoekende als gewilder beschouwd moet worden.
4. De typering van de woonruimte wordt dusdanig gekozen dat sprake is van een standaard woonruimtetype. Dit betekent: alle woonruimtetypen met uitzondering van eengezinswoningen en benedenwoningen. Hiervan kan door het bestuursorgaan worden afgeweken indien bijzondere omstandigheden daarvoor aanleiding zijn.
5. Indien de toepasselijke urgentiegrond of de samenstelling van het ingevolge artikel 2.1.1 van de verordening aangewezen deel van de woonruimtevoorraad daartoe naar het oordeel van het bestuursorgaan dat op de aanvraag om urgentieverklaring beslist aanleiding geeft, kan naast het in het vorige lid bedoelde woonruimtetype een tweede woonruimtetype in het zoekprofiel worden opgenomen. Dit tweede woonruimtetype is alleen van toepassing in de tweede fase van de urgentie en bovendien op woonruimte gelegen in de gemeente van het college van burgemeester en wethouders dat de urgentieverklaring verleend heeft.

Voetnoten

1.Onder wooncarrière wordt volgens artikel 3.3, derde lid, van bijlage I bij de Verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam verstaan: