Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 augustus 2024, met 20 producties,
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met 14 producties.
2.De feiten
maar ook stukken waarmee hij zijn verwachtingen voor de toekomst kan onderbouwen, zoals concept jaarstukken, prognoses (bijvoorbeeld een liquiditeitsprognose en voorlopige aanslagen.” De stelling van de man dat zijn inkomen inmiddels nul is, acht de rechtbank onaannemelijk gelet op de groei die de omzet in de voorafgaande jaren heeft doorgemaakt, ook volgens opgaves van de man zelf. De branche waarin de man actief is, aanvullend onderwijs, is mede door de instroom van de coronagelden snelgroeiend en als de man daar geen goedbelegde boterham in kan verdienen, verdient het aanbeveling om een baan in loondienst te zoeken. Gezien het voorgaande gaat de rechtbank uit van de schatting van het inkomen van de man zoals door de advocaat van de vrouw in de berekening opgenomen, te weten € 100.000,- per jaar. Hieruit volgt een NBI [vzr: netto besteedbaar inkomen] van € 5.317,- per maand. Dat betekent dat de man geen aanvullende behoefte heeft. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.