Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- mevrouw [verzoekster] , verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , schuldhulpverlener bij Stroomopwaarts.
2.De beoordeling
minnelijke schuldregelingen. In beginsel moet een WSNP-verzoek dan ook zijn voorafgegaan door een deugdelijke poging om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen en vergezeld gaan van onder meer een zogenoemde 285-verklaring. In artikel 285 lid 1 f Fw is bepaald dat er bij een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling een met redenen omklede verklaring moet worden overgelegd dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen. Als die verklaring ontbreekt of niet correct is, leidt dat in beginsel tot niet-ontvankelijkheid van het verzoek. Per 1 juli 2023 is aan dit artikel toegevoegd dat als aannemelijk is dat onvoldoende aflossingsmogelijkheden bij de schuldenaar of andere omstandigheden het onmogelijk maken om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, voor de afgifte van deze verklaring niet eerst een poging hoeft te zijn gedaan om tot een dergelijke regeling te komen. Niet is gebleken dat de wetgever met de per 1 juli 2023 inwerking getreden wetswijzigingen de doelstelling – te weten het bevorderen van de totstandkoming van minnelijke schuldregelingen – heeft willen loslaten.
3.De beslissing
S.R.L.T. Peek, griffier, in het openbaar uitgesproken op 3 oktober 2024. [1]