ECLI:NL:RBROT:2024:10481

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2024
Publicatiedatum
23 oktober 2024
Zaaknummer
C/10/683145 / HA RK 24-681
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Goederenrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming rechter-commissaris en deskundigen in onteigeningsprocedure gemeente Rotterdam

Op 4 oktober 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de onteigeningsprocedure van de gemeente Rotterdam. De gemeente had op 23 juli 2024 een verzoekschrift ingediend waarin zij vroeg om de benoeming van een rechter-commissaris en drie deskundigen. Dit verzoek was gerelateerd aan de onteigening van bepaalde onroerende zaken in de gemeente Charlois, die ten behoeve van het bestemmingsplan 'Urkersingel' waren aangewezen. Dit plan beoogt de realisatie van nieuwbouwwoningen om de woningvoorraad te diversifiëren en de woonomgeving te verbeteren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat alle wettelijk voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn nageleefd. De betrokken belanghebbenden hebben de gelegenheid gehad om hun mening te geven over de voorgestelde deskundigen en hebben geen bezwaar gemaakt. De rechtbank heeft het verzoek tot benoeming van een rechter-commissaris en drie deskundigen toegewezen. De benoemde deskundigen zijn mr. I.P.A. van Heijst, S.G. van Hoogmoed en A. Roos. De opneming van de onroerende zaken door de deskundigen is gepland voor 4 februari 2025.

Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek om de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren afgewezen, omdat de gemeente niet voldoende belang heeft aangetoond. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. R.J.A.M. Cooijmans, in aanwezigheid van griffier mr. M. Welter-Dekkers.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/683145 / HA RK 24-681
Beschikking van 4 oktober 2024
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ROTTERDAM,
zetelend te Rotterdam,
verzoekster,
advocaat mr. J.S. Procee te Den Haag

1.Het verzoek

1.1.
Op 23 juli 2024 heeft de rechtbank een verzoekschrift van de gemeente ontvangen. De gemeente vraagt de rechtbank een rechter-commissaris en drie deskundigen te benoemen. Ook vraagt de gemeente de rechtbank te bepalen wanneer de deskundigen de volgens de gemeente te onteigenen gedeelten van de hieronder te noemen onroerende zaak (hierna: de onroerende zaak) zullen opnemen (artikel 54a Onteigeningswet (hierna: Ow), gelezen in samenhang met artikel 4.4 van de Invoeringswet Omgevingswet) en een derde als bedoeld in artikel 20 Ow te benoemen. De gemeente is van plan een procedure op grond van artikelen 77 en 78 Ow te volgen, met als doel vervroegde onteigening van de onroerende zaken.
Het gaat om de volgende onroerende zaken, met als kadastrale aanduiding gemeente Charlois:
grondplannummer
sectie en nummer
omschrijving
totale grootte
[nummer 1]
[sectie] [perceelnummer 1]
Wonen met bedrijvigheid
112 m²
[nummer 2]
[sectie] [perceelnummer 2]
Wonen
274 m²
1.2.
De onroerende zaken zijn percelen die zijn gesplitst in de appartementsrechten kadastraal bekend gemeente Charlois, sectie [sectie] , wooncomplexaanduiding [complexaanduiding] , index A1 (welke is ondergesplitst in index A7 en A8) en A2 tot en met A6 (hierna: de appartementsrechten). De appartementsrechten behoren tot een gemeenschap als bedoeld in artikel 5:106 BW (met volgens het KB als betrokken Verenigingen van Eigenaars: (i) Vereniging van Eigenaars [naam VvE 1] en [naam VvE 2] te Rotterdam, gevestigd te Rotterdam en (ii) Vereniging van Eigenaren [naam VvE 3] te Rotterdam, gevestigd te Rotterdam). Het betreft een gebouw met zes woningen en een bedrijfsruimte met bijbehorende bergingen.
1.3.
Bij Koninklijk Besluit van 22 maart 2024 (nr. 2024000736; Staatscourant van 14 mei 2024, nr. 11553; hierna: het KB) is met toepassing van de artikelen 77 en 78 Ow een aantal onroerende zaken ten algemenen nutte en ten name van de gemeente ter onteigening aangewezen ter uitvoering van het bestemmingsplan “Urkersingel”. Dit plan voorziet in de realisatie van nieuwbouwwoningen, om aan de woningvoorraad meer diversiteit toe te kennen, waardoor er een structurele verbetering van de woonomgeving ontstaat (hierna: het werk).
1.4.
In het KB en in de kadastrale registers is als eigenaar van het appartementsrecht [sectie] [perceelnummer 3] index A7, plaatselijk bekend als de [adres 1] te ( [postcode 1] ) Rotterdam en index A3 tot en met A6, plaatselijk bekend als de [adres 2] , [adres 3] , [adres 4] en [adres 5] te ( [postcode 2] ) Rotterdam aangewezen
STICHTING WOONBRON, statutair gevestigd te (3013 AM) Rotterdam aan het Weena 723.
1.5.
In het KB en in de kadastrale registers is als eigenaar van de appartementsrechten [perceelnummer 3] index A2 en A8, plaatselijk bekend als de [adres 6] en [adres 7] te ( [postcode 3] ) te Rotterdam aangewezen
[huurder 1]en
[huurder 2]ieder voor de onverdeelde helft, beiden aldaar woonachtig.
1.6.
Huurdervan de winkel en berging, plaatselijk bekend als de [adres 1] te ( [postcode 1] ) Rotterdam (index A7), op basis van een tijdelijke huurovereenkomst op grond van artikel 15 van de Leegstandswet, is (de eenmanszaak ‘ [naam eenmanszaak] ’ van)
[huurder 3].
1.7.
Huurder van de woning met berging, plaatselijk bekend als de [adres 3] te ( [postcode 3] ) Rotterdam was de heer
[huurder 4]op basis van een (tijdelijke) huurovereenkomst. De gemeente heeft begrepen dat hij de huur per 6 mei 2024 heeft opgezegd en de woning op korte termijn en in ieder geval voor de te verwachten peildatum zal hebben verlaten.
1.8.
De andere woningen met bergingen zijn op dit moment niet bewoond, althans niet op basis van kortlopende huur- of gebruiksovereenkomsten.
1.9.
De appartementsrechten [sectie] [perceelnummer 3] A8 en [sectie] [perceelnummer 3] A2 zijn bezwaard met een hypotheekrecht (Hyp3, deel 19349, nummer 41) ten gunste van
ABN AMRO HYPOTHEKEN GROEP B.V., statutair gevestigd te Amersfoort en aldaar kantoorhoudende aan de (3821 AB) Computerweg.
1.10.
Volgens de openbare registers van het kadaster zijn de appartementsrechten verder niet belast met hypotheekrechten en beslagen.
1.11.
Omdat de Vereniging van Eigenaren [naam VvE 3] te Rotterdam in het KB zijn vermeld als de betrokken Vereniging van Eigenaars heeft de gemeente om een benoeming van een derde verzocht.

2.De beoordeling

2.1.
Mr. G.J.M. de Jager, advocaat te Rotterdam, heeft te kennen gegeven een benoeming tot derde als bedoeld in artikel 20 Ow te zullen aanvaarden.
2.2.
De rechtbank stelt vast dat alle wettelijk voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen. De gemeente en de in 1.4-1.7 en 1.9 genoemde belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de door de rechtbank voorgestelde deskundigen en hebben geen bezwaar gemaakt.
2.3.
Het verzoek tot benoeming van een rechter-commissaris en drie deskundigen wordt toegewezen. De deskundigen hebben al verklaard deze benoeming te aanvaarden. Verder bepaalt de rechtbank wanneer de opneming door de deskundigen zal plaatsvinden. Deze opneming begint met een bespreking en daarna zullen de onroerende zaken worden bekeken. Bespreking en bezichtiging zal zoveel mogelijk gelijktijdig plaatsvinden met de bespreking en bezichtiging inzake het bij deze rechtbank onder zaak- en rolnummer C/10/683142 / HA RK 24-680 bekend in behandeling zijnde verzoek dat betrekking heeft op hetzelfde werk.
2.4.
Het verzoek om de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren wordt afgewezen omdat niet is gebleken dat de gemeente daarbij voldoende belang heeft.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt tot derde als bedoeld in artikel 20 Ow mr. G.J.M. de Jager, advocaat te Rotterdam, tegen wie door de gemeente vermeld onteigeningsgeding kan worden gevoerd;
3.2.
benoemt tot rechter-commissaris mr. R.J.A.M. Cooijmans, bij verhindering te vervangen door een andere door de rechtbank te benoemen rechter-commissaris, om met de griffier bij de opneming aanwezig te zijn;
3.3.
benoemt tot deskundigen:
  • mr. I.P.A. van Heijst;
  • S.G. van Hoogmoed; en
  • A. Roos
om de ligging en de gesteldheid van hiervoor vermelde onroerende zaken op te nemen;
3.4.
stelt vast dat de rechter-commissaris de dag, tijd en plaats van de opneming door de deskundigen heeft bepaald op
dinsdag 4 februari 2025, te beginnen om
13:00 uurin het gerechtsgebouw van deze rechtbank aan het
Wilhelminaplein 100/125te ( 3072 AK)
Rotterdam, aansluitend,
bij benadering om 14:30 uur, gevolgd door een bezichtiging ter plaatse;
3.5.
wijst de Staatscourant aan als het nieuwsblad waarin de griffier de dag, tijd en plaats van de opneming door de deskundigen zal aankondigen.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.J.A.M. Cooijmans, in aanwezigheid van mr. M. Welter-Dekkers, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2024.
3268/1694