ECLI:NL:RBROT:2024:1046

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 februari 2024
Publicatiedatum
15 februari 2024
Zaaknummer
10/153252-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdige verdachte veroordeeld voor afpersing van leeftijdsgenoten met geweld

Op 15 februari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 14-jarige verdachte, die beschuldigd werd van afpersing van leeftijdsgenoten. De verdachte, geboren in 2008 en ingeschreven op een adres in Rotterdam, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.E.F.K. Liauw. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een besloten terechtzitting op 1 februari 2024. De officier van justitie, mr. A.H.A. de Bruijne, eiste een jeugddetentie van 60 dagen, waarvan 43 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals begeleiding door de jeugdreclassering en deelname aan een behandeling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan vijf gevallen van afpersing, waarbij hij samen met anderen op verschillende data in mei en juni 2023 op straat geweld heeft gebruikt om mobiele telefoons van zijn slachtoffers af te dwingen. De slachtoffers waren leeftijdsgenoten van 14 tot 16 jaar oud. De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard, mede op basis van de bekentenis van de verdachte. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte, ondanks zijn jonge leeftijd, een ernstige bedreiging heeft gevormd voor de slachtoffers en dat zijn gedrag een algemeen gevoel van onveiligheid in de samenleving heeft veroorzaakt. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn positieve ontwikkeling op school en de betrokkenheid van zijn ouders. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 60 dagen, waarvan 43 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden voor begeleiding en behandeling.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd
Parketnummer: 10/153252-23
Datum uitspraak: 15 februari 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2008,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. J.E.F.K. Liauw, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 1 februari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.H.A. de Bruijne heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 60 dagen met aftrek
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 23 mei 2023
te Barendrecht, op/aan de Middeldijk,
tezamen en in vereniging met een ander
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer01] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk/type Apple Iphone X), die aan die [slachtoffer01] toebehoorde door
- met een fiets de doorgang van die [slachtoffer01] te versperren en
- de woorden toe te voegen: “Geef je telefoon” en “Wat zit er in je tas” en “Geef je telefoon, anders sla ik je in elkaar”;
2
hij op 26 mei 2023 te Barendrecht, op/bij de Catharinapolder, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer02]
heeftgedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk/type Apple Iphone 12), die aan die [slachtoffer02] toebehoorde door
- met een fiets de weg af te snijden, waardoor de doorgang van die [slachtoffer02] werd belemmerd en die [slachtoffer02] tot stoppen werd gedwongen en
- de woorden toe te voegen: “Geef me je telefoon, anders sla ik je kapot”, en
- die [slachtoffer02] de woorden toe te voegen dat hij zijn toegangscode en wachtwoord moest intoetsen en hierbij de woorden toevoegde: “Doe het gewoon, maak tempo en opschieten”,
3
hij op 2 juni 2023
te Barendrecht, op de Baanvakwei
tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer03] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk/type Iphone 11), die aan die [slachtoffer03] toebehoorde door
- de doorgang van die [slachtoffer03] te belemmeren en
- de woorden toe te voegen: “Deze jongens komen achter je aan” en “Je moet mij niet boos maken, want anders ga ik je doodslaan” en “Geef mij je telefoon” en “Je moet niets proberen of iemand bellen, anders slaan we je kapot”
4
hij op 2 juni 2023
te Barendrecht, op de Middeldijk,
tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer04] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk/type Iphone 10), die aan die [slachtoffer04] toebehoorde door
- op het fietspad te staan, waardoor de doorgang van die [slachtoffer04] werd belemmerd en die [slachtoffer04] tot stoppen werd gedwongen en tegen Stravers fiets te rijden en (vervolgens) achter die [slachtoffer04] te blijven rijden en
- het stuur van de fiets van die [slachtoffer04] vast te pakken en
- de woorden toe te voegen: “Wat kijk je stoer” en “Geef je telefoon” en “Laat me niet iets trekken” en “Open je telefoon” en
- meermalen stompen op de (boven)arm van die [slachtoffer04] en met zijn tot vuist gebalde hand te stompen op de kaak van die [slachtoffer04] ;
5
hij op 5 juni 2023
te Barendrecht, op/aan het Riederveld, althans op de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer05] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk Apple Iphone), die aan die [slachtoffer05] toebehoorde door
- die [slachtoffer05] klem te rijden en
- de woorden toe te voegen dat die [slachtoffer05] moest afstappen en zijn telefoon moest geven en dat die [slachtoffer05] gestoken zou worden en in de sloot gegooid zou worden en
- ( hierbij) een mes te tonen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
2.
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
3.
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
4.
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
5.
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op veertienjarige leeftijd, binnen een tijdsbestek van twee weken, samen met anderen schuldig gemaakt aan vijf berovingen van fietsers op straat door ze de doorgang te versperren en te bedreigen. Hierbij is telkens gedreigd met geweld en hebben de slachtoffers - leeftijdsgenoten van 14 tot 16 jaar oud - hun telefoon moeten afgeven. Bij een van deze berovingen is ook fysiek geweld gebruikt tegen het 14-jarige slachtoffer door hem te stompen op zijn arm en kaak. Bij een van de andere berovingen is aan het 16-jarige slachtoffer een mes getoond. Door zijn handelen heeft de verdachte op de openbare weg telkens een voor de slachtoffers zeer bedreigende situatie gecreëerd. Het spreekt voor zich dat deze gebeurtenissen beangstigend moeten zijn geweest voor de nog jonge slachtoffers en ook impact zullen hebben gehad bij de volgende keren dat ze met de fiets de straat op gingen of de plek passeerden waar het is gebeurd. De verdachte lijkt ten tijde van deze feiten alleen oog te hebben gehad voor zijn eigen voordeel en dat van zijn medeverdachten en zich geen enkele rekenschap te hebben gegeven van de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers. Daarnaast veroorzaken dergelijke feiten een algemeen gevoel van angst in de samenleving. De rechtbank neemt dit de verdachte zeer kwalijk.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
12 januari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
De Raad voor de Kinderbescherming(hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 5 september 2023. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Het algemeen recidive risicoprofiel komt uit op midden-hoog en het dynamisch risicoprofiel komt uit op laag-midden. Er zijn veelal beschermende factoren. Zijn ouders zijn betrokken bij de verdachte, hij doet het nu goed op school, is overgegaan naar het 3e leerjaar en hij heeft sinds kort een bijbaantje. De voornaamste risicofactoren zijn gelegen in de vrijetijdsbesteding, relaties, houding en vaardigheden van de verdachte. Hij heeft naast de bijbaan geen structureel ingevulde vrijetijdsbesteding waardoor hij vaak met vrienden buiten is. De Raad heeft zorgen over de vriendenkeuze van de verdachte en schat in dat hij onvoldoende in staat is hierin zelf de juiste keuzes te maken en afstand te nemen van antisociaal gedrag. Bij het bespreken van de delicten wordt duidelijk dat hij handelt op dat moment en niet lijkt stil te staan bij de gevolgen en impact daarvan op de slachtoffers. De ten laste gelegde feiten zijn in vereniging gepleegd. Dit brengt zorgen met zich mee over de vaardigheden van de verdachte, denkfouten en zijn positie binnen zijn vriendengroep en de samenhang met de kans op recidive.
Om de kans op herhaling te kunnen verkleinen, is het volgens de Raad van belang dat de verdachte de invloed van delinquente en problematisch functionerende leeftijdgenoten herkent en andere keuzes kan maken, probleemsituaties leert herkennen, de juiste vaardigheden weet in te zetten en inzicht krijgt in de oorzaken en gevolgen van zijn gedrag. De voorgeleiding, zijn verblijf in de JJI en KVJJ hebben wel een diepe indruk op hem gemaakt en hebben ertoe geleid dat hij achteraf wel kan reflecteren op zijn gedrag, hij onder de indruk is van de gevolgen van zijn gedrag en nu aangeeft andere keuzes te maken.
Gezien de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en het korte tijdsbestek waarin de ten laste gelegde feiten hebben plaatsgevonden, acht de Raad een forse voorwaardelijke straf wenselijk. De Raad adviseert een voorwaardelijke jeugddetentie, met de bijzondere voorwaarden toezicht door de jeugdreclassering, het volgen van onderwijs, het hebben en behouden van een zinvolle vrijetijdsbesteding en meewerken aan hulpverlening (in de vorm van begeleiding, behandeling en/of een jongerencoach) indien de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht. Daarnaast vindt de Raad een onvoorwaardelijke werkstraf passend, zodat de verdachte ervaart dat zijn delictgedrag gevolgen voor hem heeft.
De rechtbank heeft ook kennis genomen van een recenter rapport van de
gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond(hierna: de jeugdreclassering), gedateerd 30 januari 2024. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Er is behandeling ingezet in de vorm van MultiDimensionele FamilieTherapie (MDFT) en dit verloopt positief. De onderlinge banden tussen de gezinsleden zijn versterkt en de ouders geven aan meer vertrouwen te hebben in de verdachte. MDFT is echter pas sinds enkele weken gestart en deze positieve ontwikkeling is nog pril. Om die reden is het advies vanuit de jeugdreclassering om een geheel voorwaardelijke straf op te leggen, in combinatie met begeleiding door de jeugdreclassering. In dat kader kan gevolgd worden of deze positieve ontwikkeling zich voortzet. Om de kans op recidive te doen verkleinen is het van belang dat de verdachte - naast het meewerken aan hulpverlening - naar school gaat en dat het contactverbod met één van de medeverdachten gehandhaafd blijft, zo lang de jeugdreclassering dat nodig acht.
[naam01] , als jeugdreclasseerder werkzaam bij Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, heeft op de terechtzitting voornoemd rapport nader toegelicht. Zij heeft naar voren gebracht dat de verdachte zich gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis aan de schorsingsvoorwaarden heeft gehouden. In het kader van de behandeling vanuit MDFT zal dieper worden ingegaan op de delictgerelateerde factoren om recidive te voorkomen. Het is daarom belangrijk dat de verdachte blijft meewerken aan deze vorm van hulpverlening. Anders dan is geadviseerd door de Raad, acht de jeugdreclassering begeleiding door een jongerencoach niet noodzakelijk.
De rechtbank heeft acht geslagen op de rapportages en de toelichting daarop door de deskundige.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. De rechtbank heeft gelet op de straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd en op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met de strafverzwarende omstandigheden dat bij een van de straatroven fysiek geweld is gebruikt jegens het slachtoffer en dat bij de laatste straatroof is gedreigd met een mes. De rechtbank houdt in het voordeel van de verdachte rekening met het feit dat hij niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen en dat hij zich in het kader van de schorsing van zijn voorlopige hechtenis heeft gehouden aan de afspraken met de jeugdreclassering en heeft meegewerkt aan de ingezette hulpverlening.
Alles afwegend is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat een deels voorwaardelijke jeugddetentie, waarbij het onvoorwaardelijke deel van de jeugddetentie gelijk is aan de tijd die de verdachte reeds in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden is. De rechtbank zal een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen met de algemene en bijzondere voorwaarden overeenkomstig het advies van de jeugdreclassering en de eis van de officier van justitie. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Een voorwaardelijke straf in de vorm van een werkstraf, zoals bepleit door de verdediging, doet naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht aan de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten.

8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel

8.1.
Benadeelde partij [slachtoffer03]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [slachtoffer03] , ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 598,90 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer03] , met vermeerdering van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.1.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij [slachtoffer03] door het onder 3 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht, bestaande uit kosten voor de aanschaf van een telefoon, telefoonhoesje en screenprotector. De vordering zal worden toegewezen (te weten een bedrag van € 598,90) nu de gevorderde schadevergoeding de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en de vordering door de verdediging niet is weersproken.
Nu de verdachte het strafbare feit waarmee bij de strafoplegging rekening is gehouden, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend, samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde partij betalen, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 2 juni 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer03] zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.2.
Benadeelde partij [slachtoffer04]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [slachtoffer04] , ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit. Een bedrag van € 200,00 aan materiële schade is reeds vergoed. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 200,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer04] , met vermeerdering van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat de verdachte samen met mededaders hoofdelijk aansprakelijk is voor vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer04] geleden schade.
8.2.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij [slachtoffer04] door het onder 4 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De benadeelde partij is het slachtoffer geworden van een afpersing, waarbij woordelijk is gedreigd met geweld en fysiek geweld jegens hem is gebruikt. De benadeelde partij heeft hierdoor blauwe plekken opgelopen en hij is angstig om dezelfde route te fietsen. De immateriële schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 200,00, zodat de vordering geheel zal worden toegewezen.
Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend, samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde partij, betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 2 juni 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer04] zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.3.
Benadeelde partij [slachtoffer05]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [slachtoffer05] , ter zake van het onder 5 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 519,00 aan materiële schade en een bedrag van € 5.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van het deel van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer05] dat ziet op de materiële schade. Het bedrag aan immateriële schade dient te worden gematigd. De verdachte is samen met de mededader hoofdelijk aansprakelijk voor de vergoeding van het toe te wijzen bedrag, met vermeerdering van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de door de benadeelde partij [slachtoffer05] gevorderde materiële schade gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De immateriële schade dient te worden gematigd tot een bedrag van € 250,00.
8.3.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij [slachtoffer05] door het onder 5 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht, bestaande uit kosten voor de aanschaf van een telefoon. Dit deel van de vordering zal worden toegewezen (te weten een bedrag van € 519,00) nu de gevorderde schadevergoeding de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en de vordering door de verdediging niet is weersproken.
Ook is vast komen te staan dat aan de benadeelde partij [slachtoffer05] door het onder 5 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De benadeelde partij is het slachtoffer geworden van een afpersing, waarbij hij zijn telefoon heeft moeten afgeven. Hierbij is woordelijk gedreigd met geweld en is een mes aan de benadeelde partij getoond. Het bewezenverklaarde strafbare feit heeft onder meer geleid tot een onveilig gevoel bij de benadeelde partij, angst om alleen te reizen, concentratieproblemen en een negatiever beeld van de samenleving. De immateriële schade zal op dit moment op basis van de gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 500,00. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien de bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering ontbreken. Nader onderzoek naar de gegrondheid van de vordering en de omvang daarvan zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De rechtbank is van oordeel dat de nadere behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafproces zou vormen. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend, samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partij betaalt, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 5 juni 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij deels zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer03] een schadevergoeding betalen van
€ 598,90, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer04] een schadevergoeding betalen van € 200,00, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. De verdachte moet de benadeelde partij [slachtoffer05] een schadevergoeding betalen van € 1.019,00, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling worden toegepast.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 60 (zestig) dagen;
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie, groot 43 (drieënveertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt vastgesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
  • zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
  • gedurende de proeftijd zal meewerken aan de behandeling vanuit MDFT;
  • gedurende de proeftijd onderwijs zal volgen volgens het rooster van de school;
  • op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [medeverdachte01] , geboren op [geboortedatum02] 2008, zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met zijn mededaders, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer03] , te betalen een bedrag van
€ 598,90 (zegge: vijfhonderdachtennegentig euro en negentig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader(s) van de verdachte aan de benadeelde partij, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer03] te betalen
€ 598,90(hoofdsom,
zegge: vijfhonderdachtennegentig euro en negentig eurocent), bestaande uit materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 juni 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer03] , waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met zijn mededaders, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer04] , te betalen een bedrag van
€ 200,00 (zegge: tweehonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader(s) van de verdachte aan de benadeelde partij, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer04] te betalen
€ 200,00(hoofdsom,
zegge: tweehonderd euro), bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 juni 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met zijn mededader, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer05] , te betalen een bedrag van
€ 1.019,00 (zegge: duizend negentien euro), bestaande uit € 519,00 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader van de verdachte aan de benadeelde partij, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer05] te betalen
€ 1.019,00(hoofdsom,
zegge: duizend negentien euro), bestaande uit € 519,00 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer05] , waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. S. Jordaan, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. J.C.M. Persoon en J. uit Beijerse, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 februari 2024.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
(Zaak 1)
hij op of omstreeks 23 mei 2023
te Barendrecht, op/aan de Middeldijk, althans op de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer01] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk/type Apple Iphone X), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer01] en/of een derde toebehoorde(n) door
- met een fiets de doorgang van die [slachtoffer01] te versperren en
- de woorden toe te voegen: “Geef je telefoon” en/of “Wat zit er in je tas” en/of “Geef je telefoon, anders sla ik je in elkaar”;
2
(Zaak 2)
hij op of omstreeks 26 mei 2023
te Barendrecht, op/bij de Catharinapolder, althans op de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer02] gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk/type Apple Iphone 12), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer02] /of een derde toebehoorde(n) door
- met een fiets de weg af te snijden, waardoor de doorgang van die [slachtoffer02] werd belemmerd en die [slachtoffer02] tot stoppen werd gedwongen en
- de woorden toe te voegen: “Geef me je telefoon, anders sla ik je kapot”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- die [slachtoffer02] de woorden toe te voegen dat hij zijn toegangscode en wachtwoord moest intoetsen en hierbij de woorden toevoegde: “Doe het gewoon, maak tempo en opschieten”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
3
(Zaak 3)
hij op of omstreeks 2 juni 2023
te Barendrecht, op de Baanvakwei, althans op de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer03] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk/type Iphone 11), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer03] en/of een derde toebehoorde(n) door
- de doorgang van die [slachtoffer03] te belemmeren en
- de woorden toe te voegen: “Deze jongens komen achter je aan” en/of “Je moet mij niet boos maken, want anders ga ik je doodslaan” en/of “Geef mij je telefoon” en/of “Je moet niets proberen of iemand bellen, anders slaan we je kapot”, althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking;
4
(Zaak 4)
hij op of omstreeks 2 juni 2023
te Barendrecht, op de Middeldijk, althans op de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer04] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk/type Iphone 10), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer04] en/of een derde toebehoorde(n) door
- op het fietspad te staan, waardoor de doorgang van die [slachtoffer04] werd belemmerd en die [slachtoffer04] tot stoppen werd gedwongen en tegen Stravers fiets te rijden en (vervolgens) achter die [slachtoffer04] te blijven rijden en
- meermalen het stuur van de fiets van die [slachtoffer04] vast te pakken en
- de woorden toe te voegen: “Wat kijk je stoer” en/of “Geef je telefoon” en/of “Laat me niet iets trekken” en/of “Open je telefoon”, althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking en
- meermalen, althans eenmaal (telkens) met kracht te slaan te slaan/stompen op de (boven)arm van die [slachtoffer04] en/of met zijn tot vuist gebalde hand te slaan/stompen op de kaak, althans in het gezicht van die [slachtoffer04] ;
5
(zaak 5)
hij op of omstreeks 5 juni 2023
te Barendrecht, op/aan het Riederveld, althans op de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer05] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (merk Apple Iphone), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer05] en/of een derde toebehoorde(n) door
- die [slachtoffer05] klem te rijden en
- de woorden toe te voegen dat die [slachtoffer05] moest afstappen en zijn telefoon moest geven en/of dat die [slachtoffer05] gestoken zou worden en in de sloot gegooid zou worden, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- ( hierbij) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp te tonen.