Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 september 2024 met producties 1 tot en met 7
- producties 7 (ter vervanging van de eerdere onvolledige productie 7), 8 en 9 van [naam vrouw]
- de conclusie van antwoord met vordering in reconventie met producties 1 tot en met 8
- een aanvulling op productie 3 van [naam man]
- de mondelinge behandeling gehouden op 18 september 2024
- de pleitnota van [naam man] .
2.De feiten
[ Afbeelding van beschikking met hierin adresgegevens van partijen ]
onderneming te kunnen bepalen. Zij zal daarom beslissen dat partijen zich tot een deskundige moeten wenden die de waarde van de onderneming zal bepalen. De rechtbank zal hen daartoe de volgende instructies geven.
primair: [naam man] te veroordelen om binnen één week na betekening van het in dezen te wijzen vonnis over te gaan tot ondertekening van een door de aangewezen makelaar ter hand gestelde overeenkomst van opdracht tot verkoop-bemiddeling, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of dagdeel dat [
de voorzieningenrechter begrijpt dat waar in het petitum ‘de vrouw’ staat, bedoeld is en gelezen moet worden:] [naam man] nalaat geheel of gedeeltelijk aan deze veroordeling te voldoen;
in plaats van: arrest] in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of hand-tekening van [naam man] tot het geven van opdracht tot verkoopbemid-deling voor de woning aan de aangewezen makelaar;
primaironder bepaling dat het in deze te wijzen vonnis in de plaats wordt gesteld van de medewerking van [naam man] indien deze niet binnen vijf dagen na eerste oproep van [naam vrouw] alle benodigde medewerking verleent aan de goederenrechtelijke levering van de woning aan de koper,
subsidiairop straffe van verbeurte van een dwangsom voor [naam man] van € 1.000,00 voor iedere dag of dagdeel dat [naam man] niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 150.000,00;