Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 maart 2024, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de brieven van 23 mei 2024 van de rechtbank, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brieven van 23 juli 2024 van de rechtbank met een zittingsagenda voor de mondelinge behandeling;
- de spreekaantekeningen van partijen voor de mondelinge behandeling op 5 september 2024.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Schending van artikel 21 en 111 Rv
Het standpunt van [gedaagde] dat [eiser] ten onrechte voorwendt niet met zijn verweren bekend te zijn, kan niet worden gevolgd. Hoewel de reactie van [eiser] op dit verwijt nogal formeel is, merkt hij strikt genomen niet ten onrechte op dat het verweer van EK Infra in de vorige procedure niet zonder meer het standpunt van [gedaagde] in de onderhavige procedure hoeft te zijn. Schending van artikel 111 Rv door [eiser] , zoals aangevoerd door [gedaagde] , kan dan ook niet worden vastgesteld.
€ 178,00(plus de verhoging vermeld in de beslissing)