In deze zaak heeft de vrouw, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, een vordering ingediend om uitsluitend gebruik te maken van de huurwoning voor de duur van een nog op te starten bodemprocedure. De vrouw en de man, gedaagde in conventie en eiser in reconventie, hebben een relatie gehad waaruit twee minderjarige kinderen zijn geboren. Ondanks de beëindiging van hun relatie, huren en bewonen zij samen de woning. De vrouw stelt dat het niet meer mogelijk is om samen in de woning te blijven wonen en vordert dat de man de woning verlaat. De man is het hier niet mee eens en stelt voor om in een bird nesting-constructie te wonen, waarbij zij om en om met de kinderen in de woning verblijven. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de belangenafweging in het voordeel van de vrouw uitvalt, omdat het in het belang van de kinderen is om in de woning te blijven wonen. De man wordt veroordeeld om de woning uiterlijk één maand na de uitspraak te verlaten, met de voorwaarde dat de vrouw binnen zes weken een bodemprocedure start. De overige vorderingen van de vrouw en de tegenvordering van de man worden afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten betaalt.