ECLI:NL:RBROT:2024:10341

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2024
Publicatiedatum
21 oktober 2024
Zaaknummer
C/10/686677 / KG ZA 24-930
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vorderingen in kort geding met betrekking tot gezamenlijke huurwoning en wijziging huurovereenkomst

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 15 oktober 2024, heeft de voorzieningenrechter in kort geding uitspraak gedaan in een geschil tussen een vrouw en een man over de gezamenlijke huurwoning. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.B. Janssens, vorderde onder andere dat de man de woning zou verlaten en medewerking zou verlenen aan de wijziging van de tenaamstelling van de huurovereenkomst. De man is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 10 oktober 2024, waardoor de voorzieningenrechter verstek heeft verleend tegen hem.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van de vrouw om te bepalen dat zij met uitsluiting van de man gerechtigd is tot het gebruik van de woning afgewezen, omdat dit een rechtstoestand zou vaststellen die niet in kort geding kan worden beslist. De vordering om de man te veroordelen de woning binnen drie dagen te verlaten en alle sleutels aan de vrouw te overhandigen, is toegewezen. De voorzieningenrechter heeft een dwangsom van € 100,00 per dag opgelegd, met een maximum van € 2.500,00, voor het geval de man in gebreke blijft.

Daarnaast is de vordering om de man te veroordelen tot medewerking aan de wijziging van de tenaamstelling van de huurovereenkomst toegewezen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de medewerking van de man indien hij in gebreke blijft. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de vrouw direct gebruik kan maken van de uitspraak zonder dat de man in beroep kan gaan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/686677 / KG ZA 24-930
Vonnis in kort geding van 15 oktober 2024
in de zaak van
[naam vrouw],
woonplaats: [woonplaats 1] ,
eiseres,
advocaat mr. W.B. Janssens te Oudewater,
tegen
[naam man],
woonplaats: [woonplaats 2] ,
gedaagde,
die niet is verschenen.
De partijen worden hierna ‘de vrouw’ en ‘de man’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 oktober 2024, met bijlagen 1 tot en met 4;
  • de mondelinge behandeling op 10 oktober 2024.

2.De beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter verleent verstek tegen de man. De man is namelijk niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, terwijl bij zijn oproeping in deze zaak alle wettelijke termijnen en regels in acht zijn genomen.
2.2.
Het spoedeisend belang van de vrouw bij haar vorderingen volgt uit haar stellingen in de dagvaarding.
2.3.
De vordering onder 1. om te bepalen dat de vrouw met uitsluiting van de man gerechtigd is tot het gebruik van de woning is zo geformuleerd, dat toewijzing daarvan zou betekenen dat de voorzieningenrechter een rechtstoestand zou vaststellen. Dat kan niet in een kort geding, maar moet in een gewone procedure. Deze vordering wordt daarom afgewezen.
2.4.
De vordering onder 2. om de man te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de woning te verlaten en niet meer te betreden en om alle sleutels aan de vrouw te overhandigen, komt de voorzieningenrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor. Die vordering wordt daarom toegewezen. Aan deze veroordeling wordt, zoals gevorderd, een dwangsom verbonden. De voorzieningenrechter matigt de gevorderde dwangsom tot € 100,00 per dag met een maximum van € 2.500,00. De gevorderde machtiging van de vrouw om – in het geval dat de man de woning niet verlaat of nog wel betreedt – uitvoering van dit vonnis te laten bewerkstelligen door de deurwaarder, zo nodig met behulp van de sterke arm, wordt afgewezen. In het geval dat de man zich niet aan de veroordeling houdt om de woning te verlaten, kan de vrouw met dit vonnis naar de deurwaarder; daar is geen machtiging van de voorzieningenrechter voor nodig. De deurwaarder kan met dit vonnis, zo nodig, de hulp van de politie inschakelen. Ook daar is geen machtiging van de voorzieningenrechter voor nodig. Tot slot kan de vrouw ook zelf, zonder machtiging van de voorzieningenrechter, de politie inschakelen op het moment dat de man de woning toch weer betreedt.
2.5.
De vordering onder 3. om de man te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis medewerking te verlenen aan wijziging van de tenaamstelling van de huurovereenkomst, zodat die dan alleen nog op naam van de vrouw staat, komt de voorzieningenrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor. Die vordering wordt daarom ook toegewezen.
2.6.
De vordering onder 4. om te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de onder vordering 3. bedoelde medewerking van de man als hij in gebreke blijft om zijn medewerking te verlenen, komt de voorzieningenrechter tot slot ook niet ongegrond of onrechtmatig voor. Ook die vordering wordt daarom toegewezen. Dit betekent (onder andere) dat als de man weigert om zijn handtekening te zetten onder het formulier “Akkoordverklaring wijziging tenaamstelling” van Cazas Wonen, dat als bijlage 3 bij de dagvaarding is overgelegd, dit vonnis in de plaats treedt van die handtekening.
2.7.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt dat de proceskosten in zaken zoals deze worden gecompenseerd. Dit betekent dat iedere partij de eigen proceskosten betaalt.
2.8.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
veroordeelt de man om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de woning aan het adres [adres] ( [postcode] ) in [plaats] te verlaten en niet meer te betreden, en om alle sleutels aan de vrouw te overhandigen;
3.2.
veroordeelt de man om aan de vrouw een dwangsom te betalen van € 100,00 per dag dat hij met de veroordeling onder 3.1. in gebreke blijft, met dien verstande dat de man maximaal € 2.500,00 aan dwangsommen kan verbeuren;
3.3.
veroordeelt de man om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan wijziging van de tenaamstelling van de huurovereenkomst, zodat die dan alleen nog op naam van de vrouw staat;
3.4.
bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de onder 3.3. bedoelde medewerking van de man in het geval dat hij daarmee in gebreke blijft;
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaalt;
3.7.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2024.
3349 / 1729