ECLI:NL:RBROT:2024:10339

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 september 2024
Publicatiedatum
21 oktober 2024
Zaaknummer
FT RK 24/677 en FT RK 24/678
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een dwangakkoord in het kader van een schuldregeling met schuldeisers

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling door verzoekster, die te maken heeft met een aanzienlijke schuldenlast van € 75.748,26. Verzoekster heeft een akkoord aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij zij 2,4% aan de preferente schuldeisers en 1,2% aan de concurrente schuldeisers heeft aangeboden. De rechtbank heeft vastgesteld dat twintig van de tweeëntwintig schuldeisers met het aangeboden akkoord hebben ingestemd, terwijl Energiedirect en Youfone zich hebben verzet tegen de regeling. De rechtbank heeft de argumenten van Youfone, die stelde dat het aangeboden akkoord niet het maximale haalbare was en dat verzoekster in staat zou moeten zijn om meer te verdienen, overwogen. Echter, de rechtbank oordeelde dat de aangeboden regeling het uiterste was wat verzoekster kon bieden, gezien haar huidige situatie en het gebrek aan werkervaring. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de belangen van verzoekster en de schuldeisers die instemden met het akkoord zwaarder wegen dan die van de weigerende schuldeisers. Daarom heeft de rechtbank het verzoek om Energiedirect en Youfone te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel was dat de aangeboden regeling een gunstiger resultaat voor de schuldeisers zou opleveren dan de wettelijke regeling. De kosten van de procedure zijn begroot op nihil, aangezien verzoekster niet door een advocaat is bijgestaan.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer 1] – [nummer 2]
uitspraakdatum: 5 september 2024
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] ,
verzoekster.

1.De procedure

Verzoekster heeft op 29 mei 2024, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om een tweetal schuldeisers, te weten:
  • Energiedirect, in behandeling bij Hoist Finance AB (hierna: Energiedirect);
  • Youfone Nederland, in behandeling bij LAVG (hierna: Youfone);
die weigeren mee te werken aan een door verzoekster aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
LAVG heeft namens Hoist Finance AB voorafgaand aan de zitting op 16 augustus 2024 een verweerschrift toegezonden. LAVG heeft voorts meegedeeld dat er om proceseconomische redenen enkel schriftelijk verweer wordt gevoerd.
Ter zitting van 21 augustus 2024 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoekster;
  • de heer [persoon A] , werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening);
  • de heer H.J.G. van Galen en de heer K.D. van Dijken, beiden werkzaam bij Galock Dienstverlening (hierna: beschermingsbewindvoerder).
Ter zitting heeft schuldhulpverlening verklaard dat het verweerschrift afkomstig is van Hoist Finance AB (in behandeling bij LAVG), terwijl dit in feite de vordering van Youfone betreft. In het vonnis zal deze partij derhalve worden aangeduid als Youfone.
De weigerende schuldeisers zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
Op 21 augustus 2024 heeft schuldhulpverlening aanvullende stukken aan de rechtbank toegezonden.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Het verzoek

Verzoekster heeft volgens het ingediende verzoekschrift tweeëntwintig schuldeisers met negenendertig vorderingen, waarvan één preferente schuldeiser met één vordering en eenentwintig concurrente schuldeisers met achtendertig vorderingen. Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van € 84.111,11 van verzoekster te vorderen. Verzoekster heeft bij brief van 15 maart 2024 een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, inhoudende een betaling van 2,4% aan de preferente schuldeisers en 1,2% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting. Ter zitting is gebleken dat de crediteurenlijst die is opgenomen in het verzoekschrift niet correct is. Schuldhulpverlening heeft op 21 augustus 2024 een herziende crediteurenlijst overgelegd aan de rechtbank. Hieruit blijkt dat verzoekster drieëntwintig schuldeisers heeft, waarvan één preferente schuldeiser met één vordering en tweeëntwintig concurrente schuldeisers met vijfendertig vorderingen. De totale schuldenlast bedraagt € 75.748,26. De schuldenlast is derhalve lager geworden.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond. De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De afloscapaciteit van verzoekster is gebaseerd op ongewijzigde voortzetting van haar Participatiewet-uitkering. Ter zitting heeft verzoekster een e-mail van de gemeente Rotterdam van 23 juli 2024 overgelegd, waaruit blijkt dat verzoekster onder de afdeling Prestatie010 valt en geen sollicitatieplicht heeft. Verzoekster neemt voorts deel aan de cursus Empowerment & Beweging bij de gemeente Rotterdam. Gelet op het gebrek aan werkervaring en het beperkte opleidingsniveau verwacht schuldhulpverlening niet dat verzoekster in de komende periode een hoger inkomen zal kunnen verwerven dan haar huidige inkomen. Volgens de aangeboden schuldregeling wordt het aangeboden percentage – door middel van een door schuldhulpverlening ter beschikking gesteld saneringskrediet – in één keer aan de schuldeisers uitgekeerd. Verzoekster heeft zich op het standpunt gesteld dat zij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan haar schuldeisers aan te bieden. Verzoekster heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en haar vaste lasten worden inmiddels door haar beschermingsbewindvoerder voldaan.
Twintig schuldeisers stemmen met de aangeboden schuldregeling in. Energiedirect stemt voor één vordering hier niet mee in. Youfone stemt hier alsmede niet mee in. De vordering van Energiedirect bedraagt € 717,35 en vormt een aandeel van 0,95% van de totale schuldenlast. De vordering van Youfone bedraagt € 1.085,97 en vormt een aandeel van 1,43% van de totale schuldenlast.

3.Het verweer

Youfone stelt zich op het standpunt dat het verzoek dient te worden afgewezen. Youfone stelt dat het saneringsakkoord niet het maximale haalbare is, omdat het geen rekening houdt met de toekomstperspectieven van verzoekster en een prognosekrediet meer op zijn plaats zou zijn geweest. Verder stelt Youfone dat er zonder enige onderbouwing wordt beweerd dat verzoekster niet in staat is om te werken. Er is geen medische verklaring en ook geen vrijstelling van de sollicitatieplicht in het kader van de Participatiewet-uitkering overgelegd. Als verzoekster fulltime zou werken tegen minimumloon, zou zij een hogere afloscapaciteit kunnen realiseren. Bovendien betekent het feit dat schuldhulpverlening geen hogere afloscapaciteit verwacht, niet dat dit niet mogelijk is. Daarnaast stelt Youfone dat verzoekster bij toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling onder streng toezicht van een professionele bewindvoerder en rechter-commissaris komt te staan. In het minnelijke traject houdt enkel een medewerker van schuldhulpverlening toezicht, waarbij het de vraag is in hoeverre verzoekster wordt gestimuleerd om meer te werken of te solliciteren. Ten slotte stelt Youfone dat zij te allen tijde bereid waren om een acceptabel betalingsplan op te stellen, mits dat zou leiden tot een hogere afloscapaciteit. Verzoekster heeft echter nagelaten het initiatief te nemen. Volgens vaste jurisprudentie is er daarom geen grond om Youfone te dwingen in te stemmen met het aangeboden akkoord.
Hoewel behoorlijk opgeroepen heeft Energiedirect geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt ter zitting toe te lichten.

4.De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Energiedirect en Youfone bij hun weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Energiedirect en Youfone in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling hebben kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij hebben bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoekster of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de vorderingen van Energiedirect en Youfone een gering aandeel vormen in de totale schuldenlast van 2,2%.
Een ruime meerderheid van de schuldeisers, namelijk twintig van de tweeëntwintig schuldeisers, is met de aangeboden regeling akkoord gegaan.
De rechtbank stelt ook vast dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij, te weten de Kredietbank Rotterdam. Voorts is het voorstel naar het oordeel van de rechtbank goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank is van oordeel dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoekster in staat moet worden geacht. Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verzoekster niet beschikt over betaald werk en op dit moment beschikt over een Participatiewet-uitkering. Ter zitting heeft verzoekster een verklaring overgelegd van de gemeente Rotterdam waaruit blijkt dat verzoekster onder de afdeling Prestatie010 valt en geen sollicitatieplicht heeft. Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is voldoende aannemelijk geworden dat verzoekster in de komende jaren geen inkomen zal kunnen verwerven dat hoger is dan haar huidige inkomen, gelet op de beperkte werkervaring en het opleidingsniveau van verzoekster.
Naar verwachting zal de uitwerking van het voorstel een gunstiger resultaat hebben voor de schuldeisers dan in de situatie dat de schuldsaneringsregeling op verzoekster van toepassing zou zijn, zoals subsidiair verzocht. Immers, de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling zal aanzienlijke kosten met zich brengen, bestaande uit salaris voor de bewindvoerder en griffierecht, die in mindering komen op hetgeen verzoekster zou kunnen afdragen in de schuldsaneringsregeling. Dat betekent dat toepassing van de schuldsaneringsregeling de schuldeisers minder zou opleveren dan bij het akkoord wordt aangeboden. Daar komt nog bij dat een eventuele bate voor de schuldeisers pas aan het einde van de schuldsaneringsregeling wordt uitgekeerd, terwijl de aangeboden regeling erin voorziet dat het aangeboden bedrag ineens en op korte termijn betaalbaar wordt gesteld.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat de belangen van verzoekster die vanuit een stabiele situatie haar schuldenproblematiek wil oplossen en van de overige schuldeisers die hebben ingestemd met het aanbod, zwaarder wegen dan die van Energiedirect en Youfone, die geweigerd hebben in te stemmen.
Het verzoek om Energiedirect en Youfone te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt daarom toegewezen.
Energiedirect en Youfone als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoekster niet is bijgestaan door een advocaat, worden de kosten begroot op nihil.
De rechtbank stelt vast dat er thans een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers. Hieruit volgt dat verzoekster zal kunnen voortgaan met het betalen van haar schulden en dat zij niet verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen zodat het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- beveelt Energiedirect en Youfone om in te stemmen met de door verzoekster aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt Energiedirect en Youfone in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoekster begroot op nihil;
- bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming;
- wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J. Tideman, rechter, en in aanwezigheid van
mr. J.A. Kuijvenhoven, griffier, in het openbaar uitgesproken op 5 september 2024. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.