ECLI:NL:RBROT:2024:10330

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2024
Publicatiedatum
19 oktober 2024
Zaaknummer
24/8942
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake sluiting woning door burgemeester wegens drugsvondst

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, eigenaar en verhuurder van een woning in Rotterdam, had bezwaar gemaakt tegen de sluiting van zijn woning door de burgemeester, die was opgelegd vanwege de vondst van ruim een kilo softdrugs. De burgemeester had de woning gesloten voor een periode van drie maanden, en verzoeker stelde dat hij financieel belang had bij het heropenen van de woning. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat hij de bezwaarprocedure niet kon afwachten. De burgemeester was bevoegd om de woning te sluiten en er was ook een noodzaak voor deze maatregel, gezien de grote hoeveelheid drugs die in de woning was aangetroffen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting niet onevenwichtig was en dat de belangen van de burgemeester bij de sluiting zwaarder wogen dan die van verzoeker bij het voortgezet gebruik van de woning. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, wat betekent dat de woning vooralsnog gesloten blijft. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/8942

uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 oktober 2024 in de zaak tussen

[naam verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker

(gemachtigde: [persoon A] ),
en

de burgemeester van Rotterdam

(gemachtigde: mr. L.T. Krabbenborg).

Samenvatting

Verzoeker is eigenaar en verhuurder van een woning. In de woning is ruim een kilo softdrugs aangetroffen en de burgemeester heeft de woning inmiddels gesloten. Verzoeker heeft een financieel belang bij het heropenen van de woning. Hij heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat hij de bezwaarprocedure niet kan afwachten. Daarnaast was de burgemeester bevoegd om de woning te sluiten en bestond daartoe ook een noodzaak. Verder is de sluiting niet onevenwichtig.

Inleiding

1. Met het bestreden besluit van 19 augustus 2024 heeft de burgemeester verzoekers woning gesloten voor drie maanden vanwege een overtreding van de Opiumwet. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Ook heeft hij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker, de gemachtigde van de burgemeester en mr. R. Aghabalazadeh (namens de burgemeester).

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Wat is er gebeurd?
3. Verzoeker is de eigenaar en verhuurder van de woning aan de [adres] in Rotterdam. Op dit adres stonden twee mannen ingeschreven: [persoon B] (sinds april 2024) en [persoon C] (sinds november 2023).
4. De politie heeft een melding ontvangen dat er vanuit de woning hennep en hasjiesj verhandeld worden. Op 25 mei 2024 rond 14:00 uur heeft de politie een onderzoek ingesteld bij de woning. In de woning werden acht personen aangetroffen. Tijdens de doorzoeking van de woning werden 341,3 gram hasjiesj en 843 gram henneptoppen aangetroffen. Dit blijkt uit een bestuurlijke rapportage van de politie van 17 juni 2024.
Waar gaat het in deze zaak om?
5. Naar aanleiding van de bestuurlijke rapportage heeft de burgemeester besloten om verzoekers woning te sluiten voor drie maanden. Verzoeker is het hier niet mee eens. Hij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat de woning weer open mag zodat hij deze weer kan verhuren. De woning is sinds 3 september 2024 gesloten.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
6. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Belangenafweging
7. De voorzieningenrechter moet beoordelen of verzoeker de bezwaarprocedure kan afwachten of dat de woning voor die tijd al open moet omdat verzoeker een spoedeisend belang heeft.
8. Verzoeker verhuurt de woning en heeft een financieel belang bij het heropenen van de woning. Volgens verzoeker mist hij huurinkomsten terwijl de vaste lasten wel gewoon doorlopen. Verzoeker stelt dat hij door de sluiting niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Daarnaast heeft de beheerder van de woning hem aansprakelijk gesteld voor schade die is ontstaan door de sluiting van de woning. De woning is na het incident verhuurd aan andere huurders en de beheerder heeft door de sluiting deze huurders in een andere woning moeten onderbrengen.
9. De voorzieningenrechter vindt dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de bezwaarprocedure niet kan afwachten. Tijdens de zitting is gebleken dat verzoeker eigenaar is van negen panden. Verzoeker heeft geen inzage gegeven in zijn totale inkomsten en vaste lasten, zodat de voorzieningenrechter niet kan beoordelen hoe ernstig zijn financiële situatie op dit moment is. Daarnaast zal het ook wel eens voorkomen dat voor een pand niet gelijk een nieuwe huurder is gevonden, zodat het waarschijnlijk is dat verzoeker een financiële buffer heeft om korte periodes zonder inkomsten uit een bepaald pand te kunnen overbruggen.
10. De voorzieningenrechter weegt verder mee dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat daar ook wel een noodzaak toe was. Er is ruim een kilo softdrugs aangetroffen en dat is een behoorlijk grote hoeveelheid. Verzoeker voert aan dat de drugs in de woning voor gebruik door de bewoners en hun vrienden tijdens een verjaardagsfeest was, maar de voorzieningenrechter vindt dat niet aannemelijk. De hasjiesj zijn aangetroffen in een kledingkast en de henneptoppen zaten in weckpotten in een tas op het balkon. Als de drugs bestemd was om gebruikt te worden tijdens het gestelde verjaardagsfeest, dan had het voor de hand gelegen dat de drugs op een meer toegankelijke plek had gelegen. Voor de noodzaak is verder van belang dat de politie bij de woning is uitgekomen na een melding over de handel in drugs vanuit de woning en dat er tijdens de doorzoeking van de woning ook daadwerkelijk een grote hoeveelheid softdrugs is aangetroffen. Daarnaast bevindt de woning zich in een kwetsbare wijk. Een zichtbare sluiting van de woning is een signaal voor drugscriminelen en buurtbewoners dat de overheid optreedt tegen drugscriminaliteit, wat bijdraagt aan het gevoel van veiligheid.
11. De voorzieningenrechter vindt de sluiting ook niet onevenwichtig. De nieuwe huurders hebben geen verzoek om een voorlopige voorziening ingediend en verbleven op het moment van de sluiting niet langer in de woning. De voorzieningenrechter kan met hun belangen dan ook geen rekening houden. Verzoeker voert aan dat hij regelmatig controles heeft uitgevoerd bij de woning (in ieder geval eens in de drie maanden), dat hij daarvan logboeken heeft bijgehouden en daarbij foto’s van de woning heeft gemaakt. Die bewijsstukken heeft hij echter niet overgelegd, terwijl hem dat in het bestreden besluit juist wordt tegengeworpen. De voorzieningenrechter kan daarom niet beoordelen of verzoeker voldoende toezicht heeft gehouden op de woning en of dit ertoe zou moeten leiden dat de woning weer geopend zou moeten worden. De voorzieningenrechter raadt verzoeker in ieder geval aan om de logboeken en eventuele foto’s in te brengen tijdens de bezwaarprocedure, zodat de burgemeester deze mee kan nemen bij de heroverweging in bezwaar.
12. Gelet op het voorgaande heeft de burgemeester de belangen bij sluiting van de woning voor de duur van drie maanden zwaarder mogen wegen dan de belangen van verzoeker bij het voortgezet gebruik van de woning.

Conclusie en gevolgen

13. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de burgemeester de woning vooralsnog gesloten mag houden. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Lunenberg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van E.C. Petrusma, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 oktober 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.