In deze zaak heeft Stichting 3B Wonen een huurovereenkomst met [gedaagde] voor een woning in Bergschenhoek. Na het aantreffen van een handelshoeveelheid verdovende middelen in de woning, heeft de burgemeester de woning gesloten voor zes maanden. 3B Wonen heeft vervolgens de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vraagt de rechtbank om bevestiging van deze ontbinding, ontruiming van de woning door [gedaagde], en betaling van een gebruiksvergoeding en een boete. De rechtbank oordeelt dat de ontbinding rechtsgeldig is, omdat 3B Wonen bevoegd was om de overeenkomst te beëindigen op basis van de Opiumwet. De rechtbank wijst de vorderingen van 3B Wonen toe, inclusief de ontruimingstermijn van 14 dagen en de betaling van een gebruiksvergoeding van € 712,48 per maand vanaf de ontbinding tot de ontruiming. Daarnaast wordt [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een boete van € 2.500,- voor overtreding van de Algemene Huurvoorwaarden. De proceskosten worden ook aan [gedaagde] opgelegd, omdat zij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat 3B Wonen het vonnis onmiddellijk kan laten uitvoeren, ondanks mogelijke hoger beroep.