Op 7 mei 2024 heeft verzoekster een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoek op 11 juli 2024 bepaald. Tijdens de zitting zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de beschermingsbewindvoerder en de schuldhulpverlening. De rechtbank heeft op 8 augustus 2024 uitspraak gedaan.
Verzoekster ontvangt inkomsten uit een arbeidsovereenkomst voor 32 uur per week, maar kan door gezondheidsklachten niet fulltime werken. De schuldenlast bedraagt € 19.591,03, maar na betaling aan twee schuldeisers is dit gedaald naar € 18.700,81. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster een afloscapaciteit heeft van € 807,93 per maand en dat er een aanzienlijk bedrag is gereserveerd voor schuldeisers en onvoorziene kosten.
De rechtbank oordeelt dat verzoekster zich niet in een problematische schuldensituatie bevindt, omdat zij in staat is haar schuldenlast binnen afzienbare tijd volledig te voldoen. Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt afgewezen, omdat niet voldoende aannemelijk is dat verzoekster niet zal kunnen voortgaan met het betalen van haar schulden. De rechtbank wijst het verzoek af en benadrukt dat dit niet uitsluit dat andere feiten of omstandigheden ook tot afwijzing kunnen leiden.