Op 13 september 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2021. De zaak betreft de minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], die momenteel in een pleeggezin verblijft. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 30 juli 2024 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 september 2024 waren de moeder, haar advocaat en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig, terwijl de vader niet verscheen, ondanks correcte oproeping.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder belast is met het ouderlijk gezag en dat er zorgen zijn over de opvoedsituatie. Er zijn meerdere meldingen van problematisch gedrag van de moeder, waaronder alcoholgebruik en geluidsoverlast. De kinderrechter heeft eerder de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd, maar de situatie blijft zorgwekkend. De moeder heeft aangegeven bereid te zijn om samen te werken aan verbetering, maar de kinderrechter concludeert dat zij nog niet in staat is om een veilige opvoedsituatie te bieden.
De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] te verlengen tot 22 september 2025, met de verwachting dat de moeder hulpverlening zal aanvaarden en zal blijven werken aan haar situatie. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.