ECLI:NL:RBROT:2024:10262

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2024
Publicatiedatum
17 oktober 2024
Zaaknummer
C/10/685481 / JE RK 24-1951
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een machtiging gesloten jeugdhulp en verlenging ondertoezichtstelling voor een minderjarige

Op 15 oktober 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], geboren in 2010. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 20 oktober 2025 en een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp voor de duur van vier maanden, tot 20 februari 2025. De zaak werd behandeld naar aanleiding van een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die aangaf dat [voornaam minderjarige] nog steeds stabilisatie nodig heeft na een periode van verblijf in een gesloten groep. Tijdens de mondelinge behandeling op 1 oktober 2024 waren de ouders van [voornaam minderjarige] aanwezig, bijgestaan door hun advocaten, en werd er gesproken over de voortgang van [voornaam minderjarige] in de gesloten jeugdhulp.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] hebben en dat er zorgen zijn over haar ontwikkeling. De kinderrechter heeft de relevante stukken en verklaringen van gedragswetenschappers in overweging genomen. De ouders hebben aangegeven open te staan voor systeemtherapie en hulpverlening, en de kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten jeugdhulp onderbouwd met de ernst van de opgroei- en opvoedingsproblemen van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk zijn om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te waarborgen en haar te helpen bij het stabiliseren van haar situatie.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/685481 / JE RK 24-1951
Datum uitspraak: 15 oktober 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp en verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west,
gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2010 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. E.B. Jobse, kantoorhoudende te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. J. Brouwer, kantoorhoudende te Den Haag.
[naam vader],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. M.G. Hoogerwerf, kantoorhoudende te Dordrecht.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • het verzoekschrift van de GI van 6 september 2024 met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op diezelfde datum;
  • de instemmende verklaring van 27 september 2024 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;
  • het e-mailbericht van mr. M.G. Hoogerwerf van 24 september 2024;
  • de briefrapportage van de GI van 24 september 2024, binnengekomen bij de rechtbank op 25 september 2024;
  • het e-mailbericht van mr. J. Brouwer van 30 september 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 1 oktober 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • [voornaam minderjarige] , bijgestaan door haar advocaat;
  • de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- twee vertegenwoordigers van de GI, mw. [persoon A] en mw. [persoon B] .
1.3.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] naar haar mening gevraagd. [voornaam minderjarige] heeft hierover in het bijzijn van haar advocaat een gesprek gevoerd met de kinderrechter.

2.De feiten

2.1.
De ouders hebben het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep bij [naam afdeling] .
2.3.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 19 april 2024 de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 20 oktober 2024. Bij diezelfde beschikking heeft de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] verleend in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder met ingang van 19 april 2024 tot 20 oktober 2024.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 1 augustus 2024 een machtiging verleend om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 1 augustus 2024 tot 20 oktober 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar. De GI verzoekt de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Tevens verzoekt de GI een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier maanden.
3.2.
De GI handhaaft het verzoek en licht het ter zitting als volgt toe. [voornaam minderjarige] verblijft nu twee maanden op gesloten groep bij [naam afdeling] en is nog steeds aan het stabiliseren. [voornaam minderjarige] doet het goed op de groep, maar heeft moeite met de dagstructuur en de bijbehorende regels. [voornaam minderjarige] mist haar vrijheden en het hebben van haar telefoon. Deze moet [voornaam minderjarige] verdienen. [voornaam minderjarige] is onlangs gestart met individuele behandeling en voert gesprekken met de groepsleider en de gedragsdeskundige. Zij geven aan dat [voornaam minderjarige] langer de tijd nodig heeft om te stabiliseren. Daarnaast is systeemtherapie vanuit [naam afdeling] aan de moeder aangeboden, omdat zij het moeilijk vindt om grenzen te stellen aan [voornaam minderjarige] . Zo vertoont [voornaam minderjarige] , ondanks het feit dat zij nu op [naam afdeling] verblijft, nog steeds zelfbepalend gedrag en probeert zij de ouders te sturen. Ook ten aanzien van de vader geldt het aanbod voor systeemtherapie. Verder hebben de ouders ook hulp nodig als [voornaam minderjarige] weer thuis komt wonen. De GI onderzoekt nu welke hulpverlening voor de ouders het meest passend is, zoals Family Supporters of Parallel Solo Ouderschap. Gezien het voornoemde is de GI van mening dat [voornaam minderjarige] nog van de gesloten plaatsing kan profiteren en acht hiervoor een termijn van vier maanden passend, zodat zij in totaal zes maanden bij [naam afdeling] zal verblijven.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens de vader wordt ter zitting kenbaar gemaakt dat hij het eens is met de verzoeken van de GI. De vader maakt zich grote zorgen over [voornaam minderjarige] en ziet graag dat [voornaam minderjarige] gesloten blijft. Hij hoopt dat de behandeling van [voornaam minderjarige] snel aanvangt, zodat een open plaatsing spoedig mogelijk is. De vader staat open voor systeemtherapie, maar heeft van de GI nog geen concreet aanbod gehad. Daarnaast wil de vader graag dat er ook hulp komt voor de vader en de moeder onderling, aangezien er veel is misgegaan. De vader staat open voor de hulp vanuit Family Supporters, mits er goede afspraken worden gemaakt. Het is prettig dat de moeder erkent het moeilijk te vinden om grenzen aan te geven bij [voornaam minderjarige] , aangezien zij voor [voornaam minderjarige] recent een vape heeft meegenomen. De vader heeft ook leerpunten. Zo moet hij geen volwassenen zaken met [voornaam minderjarige] bespreken. Hierover heeft de vader een goed gesprek met de GI gehad, waardoor de neuzen nu meer dezelfde kant opstaan.
4.2.
Door en namens de moeder wordt ter zitting kenbaar gemaakt dat zij het eens is met de verzoeken van de GI. [voornaam minderjarige] heeft een positieve verandering doorgemaakt sinds haar verblijf bij [naam afdeling] . [voornaam minderjarige] reageert minder heftig en accepteert de verandering. De moeder heeft [voornaam minderjarige] al een aantal keer bezocht bij [naam afdeling] en vindt [naam afdeling] een passende plek. De moeder heeft er vertrouwen in dat [voornaam minderjarige] vanuit [naam afdeling] naar een open plek kan doorstromen. De moeder vindt het verder belangrijk dat de aankomende periode diagnostisch onderzoek wordt gedaan bij [voornaam minderjarige] . Over de vapes verklaart de moeder dat zij zich ervan bewust is dat het niet slim was, maar de moeder merkt op dat zij dit niet bewust heeft gedaan en legt uit hoe dit is gebeurd. De moeder staat open voor alle hulpverlening die nodig is.

5.Het standpunt van [voornaam minderjarige]

5.1.
Door en namens [voornaam minderjarige] wordt ter zitting naar voren gebracht dat [voornaam minderjarige] het eens is met de verzoeken van de GI. [voornaam minderjarige] is een stuk positiever gestemd en ziet in dat zij kan profiteren van de hulp gedurende de aankomende vier maanden. Wel ziet de advocaat van [voornaam minderjarige] graag dat de vaart voor een terugplaatsing naar huis erin blijft.

6.De beoordeling

Ondertoezichtstelling
6.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria voor een ondertoezichtstelling zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Gelet op het feit dat er ter zitting geen verweer is gevoerd tegen een verlenging van de ondertoezichtstelling en de kinderrechter op grond van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting van oordeel is dat de gronden van de ondertoezichtstelling zoals gesteld in art. 1:255 BW aanwezig zijn, zal de ondertoezichtstelling als onweersproken worden verlengd voor de duur van 1 jaar (artikel 1:260, eerste lid. BW).
Machtiging gesloten jeugdhulp
6.2.
De kinderrechter is ook van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [voornaam minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet).
6.3.
De kinderrechter zal een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de duur van vier maanden, te weten tot 20 februari 2025.
6.4.
[voornaam minderjarige] verblijft sinds begin augustus 2024 op een gesloten groep bij [naam afdeling] en zet daar positieve stappen. [voornaam minderjarige] lijkt op haar plek te zitten, zij is gestabiliseerd en kort geleden gestart met individuele behandeling. Ondanks dat [voornaam minderjarige] het goed doet op de groep zijn er nog zorgen. Zo heeft [voornaam minderjarige] moeite met de dagstructuur en om zich aan de daarmee gemoeide afspraken te houden. Ook vertoont zij zelfbepalend gedrag, toont weinig inzicht in haar netwerk en heeft nog beperkte vrijheden. Deze vrijheden zal [voornaam minderjarige] stapsgewijs uitbreiden. Positief is dat [voornaam minderjarige] zelf inziet dat zij kan profiteren van de hulpverlening en de begeleiding die zij krijgt op de gesloten groep.
6.5.
Ook de gedragswetenschapper geeft aan dat [voornaam minderjarige] langer dan de huidige twee maanden die zij al bij [naam afdeling] verblijft nodig heeft om van de hulpverlening te profiteren, waarna zij hopelijk kan doorstromen naar een open plek. De kinderrechter acht het dan ook in het belang van [voornaam minderjarige] dat zij de komende periode bij [naam afdeling] verblijft. Zij lijkt baat te hebben bij de kaders en structuur van de gesloten groep. Het is de komende vier maanden van belang dat [voornaam minderjarige] met individuele- en systeembehandeling toewerkt naar de plek in de open jeugdzorg, waarbij een geleidelijke overgang wordt gecreëerd door het stapsgewijs inzetten van meer vrijheden. [voornaam minderjarige] zal hierbij moeten laten zien dat zij dit aan kan en dat zij zich ook bij meer vrijheden houdt aan de afspraken met de begeleiders en de GI. Het is belangrijk dat [voornaam minderjarige] zich inzet voor een goede dagstructuur, zich houdt aan de regels en blijft meewerken met de noodzakelijke hulpverlening. Ook voor de ouders is het belangrijk dat zij meewerken aan de systemische hulpverlening van [naam afdeling] en de aanvullende hulp die door de GI nodig wordt geacht voor een verbetering van de samenwerking tussen de ouders in het belang van [voornaam minderjarige] . De kinderrechter spreekt de hoop uit dat de reeds ingezette positieve ontwikkeling zich zal voortzetten.

7.De beslissing

De kinderrechter:
7.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 20 oktober 2025;
7.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
7.3.
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 20 oktober 2024 tot 20 februari 2025;
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Verweij, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2024, in aanwezigheid van mr. E.T. van Ringelesteijn als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.