In de zaak tegen de verdachte, die op 11 oktober 2024 voor de rechtbank Rotterdam stond, werd vrijspraak uitgesproken voor het medeplegen van de invoer van 200 kilo cocaïne. De rechtbank oordeelde dat het dossier onvoldoende aanwijzingen bevatte om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking. De verdachte was ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd en had geen inschrijving in de basisregistratie personen. De officier van justitie had gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde en een gevangenisstraf van vijf jaren, maar de rechtbank kwam tot de conclusie dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend was bewezen. Er waren aanwijzingen voor enige betrokkenheid bij het transport van de cocaïne vanuit België naar Nederland, maar deze waren onvoldoende om de vereiste wetenschap en beschikkingsmacht van de verdachte vast te stellen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit.
Daarnaast werd er een beslissing genomen over de in beslag genomen voorwerpen. De rechtbank gelastte de teruggave van een Apple iPhone en een Apple Macbook aan de verdachte, terwijl een Renault en een Samsung Flip aan de rechthebbende werden teruggegeven. De Google Pixel, die gebruikt werd voor drugshandel, werd onttrokken aan het verkeer. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechters de zaak zorgvuldig hebben beoordeeld en de belangen van de verdachte in acht hebben genomen.