ECLI:NL:RBROT:2024:10248

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2024
Publicatiedatum
16 oktober 2024
Zaaknummer
10/198751-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor het medeplegen van de invoer van 200 kilo cocaïne wegens onvoldoende bewijs van nauwe en bewuste samenwerking

In de zaak tegen de verdachte, die op 11 oktober 2024 door de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, stond de invoer van 200 kilo cocaïne ter discussie. De verdachte was ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd en had een raadsman, mr. F.D.W. Siccama. De officier van justitie, mr. K.L. Rook, eiste een gevangenisstraf van vijf jaar, maar de rechtbank oordeelde anders. Tijdens de zitting op 27 september 2024 werd vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet de vereiste wetenschap had van de cocaïne die in de auto van een medeverdachte was aangetroffen. Hierdoor kon het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend worden bewezen, wat leidde tot een vrijspraak van de verdachte.

Daarnaast werd er een beslissing genomen over in beslag genomen voorwerpen. De rechtbank gelastte de teruggave van de portemonnee en een geldbedrag van € 7.000 aan de verdachte, terwijl de Samsung Flip aan de rechthebbende werd teruggegeven. De Google Pixel, die gebruikt werd voor drugshandel, werd onttrokken aan het verkeer. De rechtbank benadrukte dat de verdachte vrijgesproken werd van het ten laste gelegde feit, maar dat de Google Pixel een voorwerp was dat tot het begaan van drugsfeiten was bestemd. Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. J. de Lange als voorzitter.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/198751-24
Datum uitspraak: 11 oktober 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats]) op [geboortedatum],
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres],
raadsman mr. F.D.W. Siccama, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 27 september 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K.L. Rook heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren, met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
Het ten laste gelegde feit kan wettig en overtuigend worden bewezen.
4.1.2.
Beoordeling
De rechtbank is – anders dan de officier van justitie – van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen.
Hoewel er in het dossier aanwijzingen zijn voor enige betrokkenheid bij het transport van de cocaïne vanuit België naar Nederland, zijn die aanwijzingen onvoldoende om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking. Zo kan niet worden vastgesteld dat de verdachte de vereiste wetenschap had van, en beschikkingsmacht had over, de in de auto bij medeverdachte [medeverdachte] aangetroffen 200 kilo cocaïne. Het dossier bevat dus onvoldoende bewijs voor het medeplegen van invoer van die cocaïne en dat geldt ook voor het aanwezig hebben daarvan.
4.1.3.
Conclusie
Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5.In beslag genomen voorwerpen

5.1.
Standpunt officier van justitie
Ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen heeft de officier van justitie het volgende standpunt ingenomen:
Portemonnee met inhoud (6786890) teruggave aan verdachte;
Samsung Flip (6786867) verbeurdverklaring;
Geldbedrag van € 7.000,- (6786878) teruggave aan verdachte;
Google Pixel (6786931) verbeurdverklaring.
5.2.
Standpunt verdediging
Ten aanzien van de portemonnee met inhoud en de € 7.000,= is de raadsman het eens met het standpunt van de officier van justitie. Ten aanzien van het overige beslag heeft de verdediging geen standpunt ingenomen.
5.3.
Beoordeling
Ten aanzien van de onder 1 genoemde portemonnee met inhoud en het onder 3 genoemde geldbedrag van € 7.000,=, zal de rechtbank, overeenkomstig de vordering van de officier van justitie, de teruggave aan de verdachte, zijnde de beslagene, gelasten.
Het onder 2 genoemde voorwerp, te weten een Samsung Flip, zal worden teruggegeven aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt. Verbeurdverklaring kan niet volgen, gelet op het feit dat de verdachte is vrijgesproken.
De onder 4 genoemde Google Pixel, zal worden onttrokken aan het verkeer, nu in die Google Pixel chats zijn aangetroffen waaruit blijkt dat de telefoon wordt gebruikt voor drugshandel. Daarmee is dit een voorwerp dat tot het begaan van drugsfeiten is bestemd en het ongecontroleerde bezit ervan is in strijd met de wet en het algemeen belang.

6.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart
niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan verdachte van:
1. Portemonnee met inhoud (6786890);
3. Geldbedrag van € 7.000 (6786878);
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van:
2. Samsung Flip (6786867);
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
4. Google Pixel (6786931).
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Lange, voorzitter,
en mrs. A.M.G. van de Kragt en N. Shahani, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E. van Beek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 17 juni 2024 te Capelle aan den IJssel, in elk geval in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer, in elk geval
aanwezig heeft gehad 200 kilogram, in
elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.