Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
h.o.d.n. [bedrijf A]
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 februari 2024, met bijlagen 1 tot en met 8;
- het antwoord met eis in reconventie (tegeneis) van 16 mei 2024, met bijlagen 1 tot en met 4;
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 4 juni 2024;
- het antwoord in reconventie, gedateerd op 23 september 2024, met bijlage 9;
- de akte uitlating producties met wijziging van de eis in reconventie van [persoon C] , gedateerd op 23 september 2024, met bijlagen 5 tot en met 10.
- de heer [persoon A] , voornoemd;
- mr. M. van Heeren, als waarnemer voor mr. Van Wijngaarden;
- de heer [persoon C] , voornoemd;
- mr. Kuiper, voornoemd.
2.Samenvatting
3.De feiten
4.Het geschil
- veroordeling van [persoon C] om aan hem € 3.024,72 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 2.499.99 vanaf 15 februari 2024. Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 2.499,99, rente van € 149,73 (berekend van 7 december 2022 tot en met 14 februari 2024) en buitengerechtelijke kosten van € 375,00;
- veroordeling van [persoon C] in de proceskosten;
- uitvoerbaar bij voorraad verklaring van het vonnis.
- een verklaring voor recht dat [persoon C] mocht opschorten;
- een verklaring voor recht dat [persoon A] precontractuele informatieplichten heeft geschonden en dat een vermindering van 50% van de hoofdsom op zijn plaats is;
- veroordeling van [persoon A] om € 4.905,43 terug te betalen;
- veroordeling van [persoon A] in de proceskosten.
5.De beoordeling
- een overeenkomst wordt gesloten op een andere plaats dan de verkoopruimte en zowel de consument en de handelaar aanwezig zijn;
- de overeenkomst wordt gesloten in de verkoopruimte van de handelaar, onmiddellijk nadat de consument persoonlijk en individueel is aangesproken op een plaats die niet de verkoopruimte van de handelaar is;
- de overeenkomst wordt gesloten tijdens een excursie die door de handelaar is georganiseerd met als doel of effect de promotie en de verkoop van zaken of diensten aan de consument.