ECLI:NL:RBROT:2024:10186

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2024
Publicatiedatum
15 oktober 2024
Zaaknummer
C/10/687296 / HA RK 24-950
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verschoning in zorgmachtigingzaak

Op 14 oktober 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een verzoek tot verschoning van mr. E. van Schouten, rechter-plaatsvervanger, in een zaak betreffende een zorgmachtiging. De hoofdzaak betreft een verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging voor maximaal zes maanden te verlenen, inclusief een machtiging tot opname in een instelling. De rechter heeft eerder op 8 maart 2021 een verzoek tot ondercuratelestelling van de betrokkene toegewezen, wat aanleiding gaf tot de vrees voor een gebrek aan onpartijdigheid bij de behandeling van de hoofdzaak. Hoewel de rechter overtuigd is van haar onpartijdigheid, heeft zij besloten om zich te verschonen om mogelijke schade aan de rechterlijke onpartijdigheid te voorkomen. De rechtbank heeft het verzoek tot verschoning toegewezen, waarbij is vastgesteld dat de aangevoerde omstandigheden een objectief gerechtvaardigde vrees voor onpartijdigheid kunnen wekken. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor verschoningszaken, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaak- en rekestnummer: 687296 / HA RK 24-950
Beslissing van 14 oktober 2024
op het verzoek van
mr. E. van Schouten,
rechter-plaatsvervanger in de rechtbank Rotterdam, team Kanton (hierna: de rechter),
dat ertoe strekt om zich te mogen verschonen in de zaak over het verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging te verlenen voor
[betrokkene],
woonplaats: Rotterdam,
betrokkene.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
Bij de rechter is in behandeling de zaak over het verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging te verlenen voor betrokkene, met het zaak- en rekestnummer 686984 / FA RK 24-7346 (‘de hoofdzaak’).
1.2.
Op 10 oktober 2024 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
Het dossier van de hoofdzaak is ter beschikking gesteld aan de verschoningskamer.

2.Het verzoek

2.1.
De rechter heeft als onderbouwing van haar verzoek om zich te mogen verschonen – kort gezegd – het volgende aangevoerd. In de hoofdzaak gaat het om een verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging voor maximaal zes maanden te verlenen, waaronder een machtiging tot opname in een instelling. Bij de beoordeling van het verzoek in de hoofdzaak gaat het onder andere om de vraag of bij betrokkene sprake is van een psychiatrische stoornis. Omdat de rechter op 8 maart 2021 al een verzoek tot ondercuratelestelling van betrokkene heeft toegewezen vanwege een lichamelijke en/of geestelijke grond, voelt zij zich niet vrij om de hoofdzaak te behandelen. De rechter is er weliswaar van overtuigd dat er geen sprake is van persoonlijke vooringenomenheid, maar zij is van mening dat er sprake is van feiten en/of omstandigheden die de objectief gerechtvaardigde vrees voor een gebrek aan onpartijdigheid van haar kant kunnen wekken. Omdat de rechterlijke onpartijdigheid daardoor schade zou kunnen leiden, verzoekt de rechter om zich van de behandeling van de hoofdzaak te mogen verschonen.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel voor de verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Daarbij moet voorop staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter tegenover een partij een vooringenomenheid koestert of dat de vrees daarvoor die bij deze partij bestaat objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter – subjectief – niet onpartijdig is.
3.3.
Vervolgens moet worden onderzocht of de aangevoerde omstandigheden toch een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden – objectief – gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het feit dat de rechter daarin aanleiding zag om zelf een verzoek in te dienen om zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3. bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt dan ook toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
wijst toe het verzoek van mr. E. van Schouten om zich in de zaak over het verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging te verlenen voor [betrokkene] met het zaak- en rekestnummer 686984 / FA RK 24-7346 te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.C.C. Hes-Bakkeren, voorzitter, mr. K.A. Baggerman en mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar, rechters. Bij afwezigheid van de voorzitter is deze beslissing door mr. K.A. Baggerman en de griffier ondertekend op 14 oktober 2024.
de griffier de oudste rechter