4.1.1.Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
Het materiaal dat is omschreven onder A van de tenlastelegging is gericht op het veroorzaken van een ontploffing en dit materiaal is geschikt om zich inlichtingen te verschaffen en kennis en vaardigheden op te doen in de zin van artikel 134a Sr. Uit de aard van het materiaal dat op de telefoons is aangetroffen en uit de inhoud van de preken die de verdachte heeft beluisterd en het materiaal dat zij heeft bekeken, blijkt een fascinatie voor terroristisch geweld. De handelingen zoals omschreven onder B (het beluisteren van preken die oproepen tot geweld) en onder C (het bekijken van jihadistisch materiaal) zijn geen gedragingen als bedoeld in artikel 134a Sr, zodat daarvan dient te worden vrijgesproken. Wel kan hieruit het opzet worden afgeleid tot deelname aan een terroristische training.
Het ten laste gelegde feit onder A kan dan ook bewezen worden verklaard.
4.1.2.Beoordeling
De verdachte wordt – kort gezegd – verweten dat zij heeft deelgenomen aan een terroristische training door opzettelijk kennis en vaardigheden te vergaren tot het plegen van een terroristisch misdrijf.
Vereist voor een bewezenverklaring is dat degene die de training volgt, het opzet heeft die kennis en vaardigheden te verwerven. Dit opzet ziet ook op het inzetten van die kennis en vaardigheden tot het (later) plegen van een terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking daarvan.
Het opzet op het inzetten van die kennis en vaardigheden tot het (later) plegen van een terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking daarvan kan bijvoorbeeld worden afgeleid uit hetgeen bekend is over de achtergrond van de persoon van de verdachte, waarbij, naast de aard en het karakter van de training, de volgende omstandigheden een rol kunnen spelen:
1. de eventuele haat tegen “ongelovigen” en/of “afvalligen” in de Westerse wereld of elders;
2. de mogelijke fascinatie voor terroristisch geweld;
3. zijn of haar eventuele radicalisering.
Uit het dossier blijkt het volgende.
Op de bij de verdachte in gebruik zijnde Redmi Note telefoon is na onderzoek onder meer het volgende aangetroffen. Een handleiding voor het veroorzaken van een gasexplosie in een appartementencomplex, informatie over kwikfulminaat of knalkwik, een hulpmiddel om een explosief te laten ontploffen, een handleiding voor het maken van kwikfulminaat en een handleiding voor het stichten van brand en een foto van een ontstekingsmechanisme voor een bom. Ook is een document aangetroffen genaamd ‘44 ways to support Jihad’.
Dit materiaal is onmiskenbaar geschikt om kennis op te doen om terroristische misdrijven te kunnen plegen.
Uit het onderzoek aan de telefoon blijkt dat deze bestanden op 21 december 2021,
1 januari 2022 en 9 januari 2022, op de telefoon terecht zijn gekomen. Uit onderzoek blijkt dat de verdachte de enige gebruiker van de telefoon was.
Verdachte heeft verklaard foto’s uit die bestanden te herkennen en het telegramkanaal Lamanho waarvan de bestanden afkomstig zijn, te hebben bezocht uit interesse. Dit telegramkanaal bevat content afkomstig van een Tsjetsjeense jihadistische groepering.
De rechtbank gaat er gelet op het voorgaande vanuit dat zij dit materiaal bewust heeft gedownload op de hiervoor genoemde data en op enig moment ook heeft bekeken.
Of de verdachte het opzet heeft gehad de kennis te verwerven om deze op een (later) tijdstip te gebruiken om een terroristisch misdrijf te plegen, dient afgeleid te worden uit de overige omstandigheden.
Uit het dossier blijkt dat op de in de woning van de verdachte aangetroffen iPhone 13 Pro Max, die zij in Nederland heeft aangeschaft en gebruikt, in totaal 2201 video’s zijn aangetroffen. Een klein deel daarvan (negentien in totaal) bevat video’s waarin wapens en/of strijders zijn te zien en waarvan de tekst duidt op jihadistisch en extremistisch gedachtengoed. Ook zijn op deze iPhone afbeeldingen aangetroffen met de vlag en een logo van IS en van een prediker die bekend is vanwege zijn oproep tot de jihad (bedoeld als strijd) tegen de ongelovigen.
De overige video’s op haar telefoon bevatten geen aanwijzingen van een radicaal extremistisch gedachtengoed.
In de woning van de verdachte is haar communicatie opgenomen vanaf 16 februari 2023 tot aan haar aanhouding op 6 juli 2023. In deze periode van bijna vier maanden is gebleken dat zij op vijf momenten naar jihadistisch materiaal heeft geluisterd of er over heeft gesproken. Op 28 april 2023 heeft zij een telefoongesprek gevoerd waaruit anti-westerse denkbeelden blijken. Op 22 juni 2023 heeft zij een video met vermoedelijk extremistische inhoud aan een minderjarige jongen laten zien en heeft zij met de jongen gesproken over het martelaarschap. Op 28 juni en 29 juni 2023 heeft ze geluisterd naar jihadistische nasheeds. Op 30 juni 2023 tot slot heeft ze geluisterd naar een (kort) fragment uit een preek van Abu Bakr Al Baghdadi – de voormalige kalief van IS – en naar een fragment van Abu Mohammed Al Adnani, eveneens een leider van IS. Beide fragmenten bevatten jihadistische teksten.
Dat de verdachte interesse heeft in extremistisch jihadistisch gedachtengoed is aannemelijk en geeft reden tot zorg. Ook omdat zij minderjarige kinderen in de invloedsfeer brengt van haar ideologie. Haar denkbeelden lijken niet overeen te komen met de westerse levenswijze in Nederland. Echter, dat is op zich niet voldoende om aan te nemen dat zij, door raadpleging van jihadistisch materiaal, kennis vergaart om een terroristisch misdrijf te plegen. Uit het dossier is niet meer gebleken dan zij op drie data ruim 1,5 jaar voor haar aanhouding enkele bestanden heeft gedownload en daarnaast op beperkte schaal jihadistisch materiaal heeft bekeken en beluisterd. Daarbij speelt een rol dat zij in haar woning enkele maanden is afgeluisterd en slechts op enkele kortdurende momenten is gebleken dat zij jihadistisch materiaal beluistert of bekijkt. Evenmin is bij de doorzoeking van haar woning of in haar telefoon materiaal aangetroffen waaruit voorbereidingen op een aanslag kunnen worden afgeleid.