Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
regio Rotterdam-Dordrecht,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 23 oktober 2023, hebben de ouders van de minderjarige [voornaam minderjarige01] verzocht om herstel van hun ouderlijk gezag. De ouders, [moeder01] en [vader01], waren eerder hun gezag kwijtgeraakt door een beschikking van 26 juli 2016, waarbij de GI (William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering) tot voogd was benoemd. De kinderrechter heeft de ouders als belanghebbenden erkend, evenals de Raad voor de Kinderbescherming en de GI. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 oktober 2023, waarbij de ouders en hun advocaat aanwezig waren, werd het verzoek toegelicht. De ouders gaven aan dat [voornaam minderjarige01] al twee jaar bij hen woont en dat zij in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor zijn verzorging en opvoeding te dragen. De Raad en de GI steunden het verzoek van de ouders. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden ten opzichte van de eerdere beschikking en dat het herstel van het gezag in het belang van de minderjarige is. De rechtbank heeft het verzoek van de ouders toegewezen, het gezag hersteld en de GI veroordeeld tot het afleggen van rekening en verantwoording. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de griffier is gelast om aantekening te maken in het gezagsregister.