ECLI:NL:RBROT:2023:9971

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2023
Publicatiedatum
30 oktober 2023
Zaaknummer
664528
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 6 oktober 2023, wordt een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige01] behandeld. De Raad voor de Kinderbescherming regio Noord-Holland heeft verzocht om [voornaam minderjarige01] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers Alkmaar voor een periode van 12 maanden, en om machtiging te verlenen voor uithuisplaatsing bij de vader voor de duur van zes maanden. De ouders van [voornaam minderjarige01] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar door ernstige gedragsproblemen en een onhoudbare situatie bij de moeder is [voornaam minderjarige01] inmiddels bij de vader gaan wonen. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling op 6 oktober 2023 gehouden, waarbij de Raad, de moeder, de vader en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] ernstig wordt bedreigd en dat de verzoeken van de Raad gerechtvaardigd zijn. De kinderrechter heeft besloten om [voornaam minderjarige01] onder toezicht te stellen en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen, met als doel de verzorging en opvoeding van het kind te waarborgen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/664528 / JE RK 23-2049
Datum uitspraak: 6 oktober 2023
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
De Raad voor de Kinderbescherming regio Noord-Holland,
hierna te noemen de Raad, gevestigd te Haarlem,
over
[minderjarige01],
geboren op [geboortedatum01] 2007 in [geboorteplaats01] , hierna te noemen [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder01],
hierna te noemen de moeder, wonende in [woonplaats01] ,
advocaat: mr. L.H.S. de Baar, te Zoetermeer,
[vader01],
hierna te noemen de vader, wonende in [woonplaats02] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 26 augustus 2023;
- het verweerschrift van de moeder met bijlagen van 2 oktober 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 6 oktober 2023. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder, bijgestaan door mr. L.H.S. de Baar;
  • de vader;
- een tweetal vertegenwoordigsters van de Raad, te weten mw. [naam01] en mw. [naam02] ;
- een vertegenwoordigster van de GI, te weten mw. [naam03] .
1.3.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige01] naar haar mening gevraagd. [voornaam minderjarige01] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [voornaam minderjarige01] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] .
2.2.
[voornaam minderjarige01] woont bij haar vader.

3.Het verzoek

3.1.
De Raad heeft verzocht om [voornaam minderjarige01] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers Alkmaar te Alkmaar voor een periode van 12 maanden. Daarnaast verzoekt de Raad om de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers Alkmaar te Alkmaar te machtigen [voornaam minderjarige01] uit huis te plaatsen bij de vader met gezag, voor de duur van zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
3.2.
Ter zitting heeft de Raad het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige01] is bij de moeder opgegroeid. De afgelopen periode was het gedrag van [voornaam minderjarige01] moeilijk te hanteren, waarom [voornaam minderjarige01] naar de vader is gegaan. Het is van belang dat [voornaam minderjarige01] haar schoolgang oppakt en dat de verstoorde ouderrelatie tussen [voornaam minderjarige01] en de moeder wordt hersteld. Op dit moment hebben de moeder en [voornaam minderjarige01] geen contact met elkaar.

4.De standpunten

4.1.
De GI heeft ter zitting het verzoek van de Raad ondersteund en het volgende meegedeeld. Op het moment dat de maatregels worden uitgesproken zal er een vaste medewerker worden toegewezen.
4.2.
Door en namens de moeder is ingestemd met het verzoek van de Raad. De moeder stemt ook in met de uithuisplaatsing, maar zij hoopt wel dat er meer duidelijkheid ontstaat of [voornaam minderjarige01] op de goede plek zit. De moeder vraagt zich af of de opvoedvaardigheden bij de vader voldoende toereikend zijn omdat [voornaam minderjarige01] een speciale behoefte heeft.
4.3.
Ter zitting heeft de vader aangegeven achter het verzoek van de Raad te staan. Op dit moment is de vader aan het kijken waar [voornaam minderjarige01] haar schoolgang kan oppakken. Er is eventueel een oppas beschikbaar als de vader in de nacht werkt.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige01] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Gebleken is dat [voornaam minderjarige01] forse gedragsproblemen heeft laten zien bij de moeder, waardoor [voornaam minderjarige01] niet meer bij de moeder kon wonen. Ook op de school heeft [voornaam minderjarige01] gedragsproblemen laten zien. Momenteel gaat zij niet meer naar school en hierover zijn zorgen. Daarnaast zijn er zorgen over de medische situatie van [voornaam minderjarige01] . Op dit moment woont [voornaam minderjarige01] bij de vader omdat de situatie onhoudbaar was bij de moeder. De komende periode dient de opvoedsituatie bij beide ouders te worden onderzocht en dient de schoolgang van [voornaam minderjarige01] te worden opgepakt.
5.3.
De kinderrechter zal daarom [voornaam minderjarige01] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden. Ook is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, BW).

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
stelt [voornaam minderjarige01] onder toezicht van De Jeugd- & Gezinsbeschermers Alkmaar te Alkmaar met ingang van 6 oktober 2023 tot 6 oktober 2024;
6.2.
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] bij de vader met het gezag met ingang van 6 oktober 2023 tot 6 april 2024;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2023 door mr. C.N. Melkert, kinderrechter, in aanwezigheid van K.F.G. van Leeuwen als griffier, en op schrift gesteld op 12 oktober 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.