ECLI:NL:RBROT:2023:9957

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
27 oktober 2023
Zaaknummer
10/086234-23 en 10/058772-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over terbeschikkingstelling na meerdere pogingen tot woninginbraak en bedreigingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van meerdere pogingen tot woninginbraak en bedreigingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende data in maart 2023 heeft geprobeerd in te breken in woningen en daarbij bedreigingen heeft geuit naar zowel slachtoffers als politieagenten. De officier van justitie heeft TBS met voorwaarden geëist, gezien de ernst van de feiten en de psychische problematiek van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van mishandeling, maar de andere tenlastegelegde feiten zijn bewezen verklaard. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en verslaving, wat zijn gedrag heeft beïnvloed. Gezien het hoge recidivegevaar en de noodzaak voor behandeling, heeft de rechtbank besloten om TBS met voorwaarden op te leggen. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan benadeelde partijen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot het betalen van materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft de TBS maatregel dadelijk uitvoerbaar verklaard en voorwaarden gesteld aan de verdachte, waaronder het meewerken aan reclasseringstoezicht en het vermijden van drugsgebruik.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/086234-23 en 10/058772-22
Datum uitspraak: 13 oktober 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. M.H.A. Horsch, advocaat te Maastricht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 29 september 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De dagvaarding met parketnummer 10/086234-23 is op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie gewijzigd. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.M.M. Zonneveld heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 (parketnr. 10/086234-23) en het onder 1, 2 en 3 (parketnr. 10/058772-22) ten laste gelegde;
  • oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: TBS) met de voorwaarden zoals genoemd in het reclasseringsadvies van 22 september 2023;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de TBS met voorwaarden;
  • oplegging van de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak feit 1 (parketnr. 10/058772-22)
De rechtbank acht niet bewezen dat de verdachte de aangeefster [aangeefster01] heeft mishandeld. De verdachte heeft dit feit weersproken en de verklaring van de aangeefster dat zij door handelen van de verdachte pijn heeft ondervonden, vindt geen steun in de overige stukken van het dossier. De verdachte wordt daarom van dit feit vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De verdachte heeft de onder 1, 2, 3 en 4 (parketnr. 10/086234-23) en onder 2 en 3 (parketnr. 10/058772-22) tenlastegelegde feiten bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 (parketnr. 10/086234-23) en onder 2 en 3 (parketnr. 10/058772-22) ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Parketnr. 10/086234-23
1.
hij op 6 maart 2023 te [plaats02] , in een woning gelegen aan de [adres02] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een Playstation spelcomputer en twee spelcontrollers, die aan [slachtoffer01] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
2.
hij op 23 maart 2023 te [plaats02] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning gelegen aan [adres03] enig goed, dat aan [slachtoffer02] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak
- naar voornoemde woning is gegaan en heeft geklopt en heeft aangebeld om erachter te komen of de bewoners thuis waren- vervolgens heeft geprobeerd met een
beitelde voordeur van voornoemde
woning te forceren en heeft geprobeerd een ruit kapot te slaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 7 maart 2023 te [plaats03] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning gelegen aan de [adres04] enig goed, dat aan [slachtoffer03] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door
middel van braak- naar voornoemde woning is gegaan en heeft geklopt en heeft aangebeld om erachter te komen of de bewoners thuis waren- vervolgens heeft geprobeerd om met een beitel de deur te forceren,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op 27 maart 2023 te [plaats03] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning gelegen aan [adres05] enig goed, dat aan [slachtoffer04] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak
- naar voornoemde woning is gegaan en heeft geklopt en heeft aangebeld om erachter te komen of de bewoners thuis waren- vervolgens heeft geprobeerd om met een beitel de deur te forceren,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Parketnr. 10/058772-22
2.
hij op 7 maart 2022 te [plaats03] [slachtoffer05] heeft bedreigd met zware mishandeling - terwijl hij, verdachte werd aangehouden door Politie Eenheid Rotterdam - middels die politieagenten de woorden heeft toegevoegd: "Dat allemaal vanwege dat voorvalletje in de lift met die kankerhoer. Jullie weten niet waar jullie aan beginnen. Ik heb 20 jaar binnen gezeten met TBS, als ik vanavond weer vrij ben ga ik bij die kankerhoer langs, dan kunnen jullie haar morgen in het ziekenhuis bezoeken. Dat zit ik wel weer binnen met TBS maar weet ik tenminste waarvoor", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
3.
hij op of omstreeks 7 maart 2022 te Rotterdam [naam01] , hoofdagent bij Politie Eenheid Rotterdam heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam01] dreigend de woorden toe te voegen: "Jij zal voortaan veel achterom moeten kijken, anders loop je nog tegen een 7.62 aan" en "Ik ga je gezicht met een foto op facebook zetten, samen met je adres en een foto, jij moet echt achterom gaan kijken, dat zal je familie leuk vinden" en "Ik ga 81 bij je langs sturen, die ken je toch wel, die weten wel wat ze met je moeten doen", althans telkens woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnr. 10/086234-23

1.

diefstal in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;

2.
poging tot diefstal in een woning, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
3.
poging tot diefstal in een woning, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
4.
poging tot diefstal in een woning, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Parketnr. 10/058772-22

2.

bedreiging met zware mishandeling;

3.

bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering maatregel

Feiten waarop de maatregel is gebaseerd
De verdachte heeft ingebroken in een woning en drie keer geprobeerd in te breken in andere woningen. Een woning is bij uitstek de plek waar iemand zich veilig zou moeten voelen.
Het heeft een grote impact op de bewoners als er in hun woning wordt ingebroken of wordt geprobeerd in te breken, zoals ook volgt uit de verklaringen van de aangevers. Voorts zorgen (pogingen tot) woninginbraken voor gevoelens van onveiligheid en onrust bij omwonenden. Ook heeft de verdachte door zijn handelen schade en overlast veroorzaakt bij de slachtoffers, omdat hij deuren en ramen van de woningen met beitels heeft geforceerd en ruiten heeft ingeslagen.
Verder heeft de verdachte een politieagent en, via de politieagent, een buurvrouw bedreigd. Dit gedrag is beangstigend voor hen en zorgt voor gevoelens van onveiligheid. Het bedreigen van een politieagent ondermijnt voorts het respect dat ten aanzien van politieambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun functie dient te worden opgebracht.
De verdachte heeft na het plegen van het laatste tenlastegelegde feit zichzelf gemeld bij de politie. Hij heeft bij de politie verklaard dat hij de feiten heeft gepleegd vanwege zijn terugval in drugsgebruik en dat hij geholpen wil worden, omdat hij niet meer een leven van drugs en criminaliteit wil.
Persoonlijke omstandigheden
De verdachte is volgens zijn strafblad van 1 september 2023 in de afgelopen vijf jaren niet veroordeeld voor strafbare feiten.
De rechtbank heeft kennis genomen van verschillende rapportages die over de persoon van de verdachte zijn opgemaakt. De psychiater [naam02] en psycholoog [naam03] hebben een Pro Justitia rapport opgemaakt gedateerd 23 juni 2023 respectievelijk 6 juli 2023. De bevindingen en conclusies van de psychiater en psycholoog zijn nagenoeg gelijkluidend en luiden als volgt.
Bij de verdachte is sprake van een gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale
persoonlijkheidskenmerken, een lichte stoornis in het gebruik van cannabis, een matige
stoornis in het gebruik van heroïne en een ernstige stoornis in het gebruik van cocaïne. De stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten.
De verdachte is als gevolg van zijn persoonlijkheidspathologie kwetsbaar om bij oplopende
stress en problemen uit evenwicht te geraken. Nadat zijn vriendin de relatie had verbroken, zijn vrijwilligerswerk stopte door de coronapandemie, en hij verder in de financiële problemen kwam, lukte het de verdachte niet langer om staande te blijven en viel hij terug in middelengebruik. Het is voor de verdachte geen bewuste of overwogen keuze om wel of geen middelen te gebruiken. Zijn wilsvrijheid wordt aangetast door de grote zucht naar drugs in combinatie met zijn persoonlijkheidsproblematiek. Geadviseerd wordt daarom om het tenlastegelegde (in beide zaken) in een verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen. Het risico op recidive wordt zonder passend stringent kader en hulpverlening hoog geschat. De verdachte heeft in het verleden al veel behandeling gehad, onder andere in het kader van een opgelegde TBS maatregel met dwangverpleging en TBS maatregel met voorwaarden. In een dergelijk dwingend juridisch kader is de verdachte in staat gebleken
om het drugsgebruik langdurig te staken en om een stabiel leven met huisvesting en een
dagbesteding op te bouwen. Geadviseerd wordt daarom om behandeling van de verdachte opnieuw vorm te geven in een stringent en langdurend juridisch kader, te weten in het kader van TBS met voorwaarden. In eerste instantie is een klinische behandeling nodig en
vervolgens een adequate (begeleide/beschermde) woonvorm waar begeleiding, sociale, steunende contacten en dagbesteding dicht in de buurt zijn. Verder is van belang dat de verdachte bij een terugval opnieuw korte tijd klinisch kan worden behandeld. Er dient
langdurig toezicht te worden gehouden door de reclassering, waarbij urinecontroles van belang zijn, omdat terugval in middelengebruik naar verwachting zijn leven lang als groot risico op de loer zal blijven liggen. Omdat langdurige hulpverlening en langdurig toezicht nodig zijn, wordt een minder stringent kader, zoals het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke straf, niet geadviseerd.
Ook Fivoor, afdeling reclassering, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt d.d. 21 juni 2023. Net als de gedragsdeskundigen schat de reclasseringswerker [naam04] het recidiverisico hoog in en adviseert hij oplegging van TBS met de voorwaarden, zoals genoemd in het rapport, omdat een stringent kader nodig is om langdurig de risico’s te beheersen. De verdachte heeft in gesprekken met de reclassering meegedeeld dat hij achter het advies van de gedragsdeskundigen en de reclassering staat en dat hij hulp in een stringent kader nodig heeft om goed te kunnen functioneren.
Oordeel van de rechtbank
Gelet op de adviezen van de gedragsdeskundigen en de reclassering en de hardnekkige problematiek van de verdachte is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van de maatregel van TBS met voorwaarden noodzakelijk is om het gevaar op herhaling van het plegen van strafbare feiten te verminderen. De rechtbank ziet geen aanleiding om, zoals de raadsman heeft bepleit, behandeling in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke straf op te leggen. Hierbij overweegt de rechtbank dat in dat geval bij het niet-naleving van een of meer voorwaarden enkel een kale detentiestraf het alternatief is, terwijl de verdachte juist dan gebaat is bij behandeling.
De rechtbank zal de TBS maatregel aan de verdachte opleggen met de voorwaarden zoals hierna vermeld. De verdachte heeft verklaard bereid te zijn tot het naleven van die voorwaarden.
De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat wordt voldaan aan de eisen die de wet aan het opleggen van de TBS stelt, te weten:
- bij de verdachte was ten tijde van het plegen van de feiten sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens;
- de bewezen verklaarde feiten, ter zake waarvan de TBS met voorwaarden zal worden opgelegd, betreffen misdrijven als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 1, Sr;
- de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen vereist het opleggen van de maatregel.
Op grond van artikel 38e, eerste lid, Sr mag de totale duur van de TBS een periode van vier jaren niet te boven gaan, tenzij de TBS is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. De rechtbank is van oordeel dat hiervan geen sprake is, nu de verdachte geen fysiek geweld tegen personen heeft gebruikt bij het plegen van de bewezen feiten en het niet aannemelijk is geworden dat de in emotie door de verdachte geuite bedreigingen op een later moment ook daadwerkelijk ten uitvoer gebracht zouden worden. Omdat niet is voldaan aan de voorwaarde voor het opleggen van een ongemaximeerde terbeschikkingstelling, is de duur van de TBS is in dit geval gemaximeerd tot vier jaar.
Gezien het grote recidivegevaar (in het bijzonder voor de gekwalificeerde vermogensdelicten) en de noodzaak van behandeling zal de TBS met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
De rechtbank ziet, in tegenstelling tot de officier van justitie en de reclassering, geen aanleiding om de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z Wetboek van Strafrecht op te leggen gelet op het opleggen van de TBS met voorwaarden. Deze maatregel zal dus niet worden opgelegd.

8.Vordering benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen

Als benadeelde partij hebben zich in het geding gevoegd:
1. [benadeelde partij01] , ter zake van het onder 1 (parketnr. 10/086234-23) ten laste gelegde feit. [benadeelde partij01] vordert een vergoeding van € 118,93 aan materiële schade, een vergoeding van € 300,00 aan immateriële schade en een vergoeding van € 6,40 aan parkeerkosten.
2. [benadeelde partij02] , ter zake van het onder 3 (parketnr. 10/086234-23) ten laste gelegde feit. [benadeelde partij02] vordert een vergoeding van € 8.720,33 aan materiële schade, bestaand uit € 8.680,33 ter zake van vervanging van een kunststof deur en kozijn en € 40,00 aan extra gasverbruik.
3. [benadeelde partij03] , ter zake van het onder 1 (parketnr. 10/058772-22) ten laste gelegde feit.
[benadeelde partij03] heeft geen bedrag op het schadevergoedingsformulier vermeld.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van [benadeelde partij01] en [benadeelde partij02] voor toewijzing in aanmerking komen.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de benadeelde partij [benadeelde partij02] niet-ontvankelijk in zijn vordering moet worden verklaard, omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij01] heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
De benadeelde partij [slachtoffer01]
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij01] door het onder 1 (parketnr. 10/086234-23) bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële en immateriële schade is toegebracht. De vordering is genoegzaam onderbouwd en de verdediging heeft de vordering niet weersproken. De vordering (vergoeding van totaal € 425,33) zal dan ook worden toegewezen.
De benadeelde partij [benadeelde partij01] heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 6 maart 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij01] zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door [benadeelde partij01] gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
De benadeelde partij [benadeelde partij02]
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij02] door het onder 3 (parketnr. 10/086234-23) bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. De vordering van € 8.680,33 ter zake van vervanging van een kunststof deur en kozijn is naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd door aan te voeren dat de beschadigingen die de verdachte daaraan heeft veroorzaakt door de aard van het beschadigde materiaal alleen te herstellen zijn door volledige vervanging van beide. De verdediging heeft deze vordering onvoldoende gemotiveerd weersproken. De vordering is daarom voor toewijzing vatbaar.
De benadeelde partij [benadeelde partij02] heeft het gevorderde bedrag van € 40,- aan extra gasverbruik niet onderbouwd. Dit deel van de vordering wordt daarom afgewezen.
De benadeelde partij [benadeelde partij02] heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag van € 8.680,33 vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 7 maart 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij02] grotendeels zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door [benadeelde partij02] gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
De benadeelde partij [benadeelde partij03]
Nu de benadeelde partij [benadeelde partij03] niet heeft vermeld welk bedrag zij aan schadevergoeding vordert, zal zij niet-ontvankelijk in haar vordering worden verklaard.
Omdat de benadeelde partij [benadeelde partij03] niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal zij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij [benadeelde partij01] een schadevergoeding betalen van € 425,33, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 maart 2023.
De verdachte moet de benadeelde partij [benadeelde partij02] een schadevergoeding betalen van
€ 8.680,33, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 maart 2023.
Tevens wordt in beide gevallen oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen maatregelen zijn gegrond op de artikelen 36f, 37a, 38, 38a, 45, 57, 285 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 (parketnr. 10/058772-22) ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 (parketnr. 10/086234-23) en onder 2 en 3 (parketnr. 10/058772-22) ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gesteld;
stelt daarbij de navolgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:
1. de ter beschikking gestelde verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;
2. de ter beschikking gestelde zal zich niet schuldig maken aan een strafbaar feit;
3. de ter beschikking gestelde zal meewerken aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
de ter beschikking gestelde zal zich melden op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
de ter beschikking gestelde zal één of meer vingerafdrukken laten nemen en zal een geldig identiteitsbewijs laten zien. Dit is nodig om de identiteit van de ter beschikking gestelde vast te stellen;
de ter beschikking gestelde zal zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de ter beschikking gestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
de ter beschikking gestelde zal de reclassering helpen aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
de ter beschikking gestelde zal meewerken aan huisbezoeken;
de ter beschikking gestelde zal de reclassering inzicht geven in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
de ter beschikking gestelde zal zich niet vestigen op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
de ter beschikking gestelde zal meewerken aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de ter beschikking gestelde, als dat van belang is voor het toezicht;
4. indien er sprake is van een terugval in middelengebruik, bij overmatig middelengebruik en/of een zodanige verslechtering van de psychische toestand van de ter beschikking gestelde dat een kortdurende klinische opname voor detoxificatie/stabilisatie/ crisisbehandeling noodzakelijk is, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor de duur van maximaal 7 weken. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert zal, nadat dit door de rechter is bevolen, de ter beschikking gestelde zich laten opnemen in een zorginstelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing;
5. de ter beschikking gestelde zal niet naar het buitenland gaan of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
6. de ter beschikking gestelde zal zich laten opnemen in een forensische verslavingskliniek, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start aansluitend aan detentie. De opname duurt zolang de behandelaren en de reclassering dat nodig vinden. De ter beschikking gestelde zal zich houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, zal de ter beschikking gestelde meewerken aan de indicatiestelling en plaatsing;
7. de ter beschikking gestelde zal aansluitend aan zijn klinische opname verblijven in een
instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de
reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter
beschikking gestelde zal zich houden aan de huisregels en het dagprogramma dat de
instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
8. de ter beschikking gestelde zal geen drugs gebruiken en zal meewerken aan controle op
dit verbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de ter
beschikking gestelde wordt gecontroleerd.
9. de ter beschikking gestelde zal zich inzetten voor het vinden en behouden van een
dagbesteding met een vaste structuur;
10. de ter beschikking gestelde zal meewerken aan het aflossen van zijn schulden en het
treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan
schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.
De ter beschikking gestelde zal de reclassering inzicht geven in zijn financiën en
schulden.
geeft aan Reclassering Nederland opdracht de ter beschikking gestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt de dadelijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij03] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij03] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij01] , te betalen een bedrag van
€ 425,33 (zegge: vierhonderdvijfentwintig euro en drieëndertig cent), bestaande uit € 125,33 aan materiële schade en € 300,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [benadeelde partij01] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen € 425,33 (hoofdsom, zegge: vierhonderdvijfentwintig euro en drieëndertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 425,33 niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 8 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij02] , te betalen een bedrag van
€ 8.680,33 (zegge: achtduizendzeshonderdtachtig euro en drieëndertig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij02] voor het overige af;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [benadeelde partij02] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij02] te betalen € 8.680,33 (hoofdsom, zegge: achtduizendzeshonderdtachtig euro en drieëndertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 8.680,33 niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 78 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Daum, voorzitter,
en mrs. A.J.P. van Essen en C.J.L. van Dam, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Aagaard, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 13 oktober 2023.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging parketnummer 10/086234-23
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 6 maart 2023 te [plaats02] , in een woning gelegen
aan de [adres02] , alwaar hij, verdachte,
een deur heeft geforceerd met een schroevendraaier en/of beitel en
zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, te weten een Playstation spelcomputer en/of twee, althans een spelcontroller(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , in
elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking;
2.
hij op of omstreeks 23 maart 2023 te [plaats02] , (telkens)
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
in een woning gelegen aan [adres03] , alwaar hij, verdachte, zich
buiten weten of tegen
de wil van de rechthebbende bevond,
enig goed van zijn/haar/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan [slachtoffer02] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n)
weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door
middel van braak, verbreking, inklimming
- naar voornoemde woning is gegaan en/of heeft geklopt en/of heeft aangebeld
(om erachter te komen of de bewoners thuis waren)
- ( vervolgens) heeft geprobeerd met een breitel om de (voor)deur van voornoemde
woning te forceren en/of heeft geprobeerd een ruit kapot te slaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 7 maart 2023 te [plaats03] , (telkens)
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
in een woning gelegen aan de [adres04] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten
of tegen
de wil van de rechthebbende bevond,
enig goed van zijn/haar/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan [slachtoffer03] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n)
weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door
middel van braak, verbreking, inklimming
- naar voornoemde woning is gegaan en/of heeft geklopt en/of heeft aangebeld
(om erachter te komen of de bewoners thuis waren)
- ( vervolgens) heeft geprobeerd om met een beitel de deur te forceren en/of en heeft
geprobeerd
een raam kapot te slaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid;
4.
hij op of omstreeks 27 maart 2023 te [plaats03] , (telkens)
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
in een woning gelegen aan [adres05] , alwaar hij, verdachte, zich buiten weten
of tegen
de wil van de rechthebbende bevond,
enig goed van zijn/haar/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten
dele aan [slachtoffer04] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n)
weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
dat/die weg te nemen goederen onder zijn bereik te brengen door
middel van braak, verbreking, inklimming
- naar voornoemde woning is gegaan en/of heeft geklopt en/of heeft aangebeld
(om erachter te komen of de bewoners thuis waren)
- ( vervolgens) heeft geprobeerd om met een beitel de deur te forceren,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Tekst tenlastelegging parketnummer 10/058772-22
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 7 maart 2022 te [plaats03]
[slachtoffer05] heeft mishandeld door die [slachtoffer05] (terwijl die [slachtoffer05]
zich in een (kleine) (lift)ruimte bevond), meermalen, althans eenmaal (telkens) (met
kracht)
- te duwen en/of te slaan op de (boven)arm, althans op het lichaam en/of
- te schoppen tegen het/de (scheen)be(e)n(en)
- te duwen met zijn, verdachtes, fiets;
2.
hij op of omstreeks 7 maart 2022 te [plaats03]
[slachtoffer05] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met
zware mishandeling - terwijl hij, verdachte werd aangehouden door Politie Eenheid
[plaats03] - middels die politieagenten de woorden heeft toegevoegd: "Dat allemaal
vanwege dat voorvalletje in de lift met die kankerhoer. Jullie weten niet waar jullie
aan beginnen. Ik heb 20 jaar binnen gezeten met TBS, als ik vanavond weer vrij ben
ga ik bij die kankerhoer langs, dan kunnen jullie haar morgen in het ziekenhuis
bezoeken. Dat zit ik wel weer binnen met TBS maar weet ik tenminste waarvoor",
althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
3.
hij op of omstreeks 7 maart 2022 te [plaats03]
[naam01] , hoofdagent bij Politie Eenheid Rotterdam heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [naam01] dreigend de woorden toe te voegen: "Jij zal voortaan veel
achterom moeten kijken, anders loop je nog tegen een 7.62 aan" en/of "Ik ga je
gezicht met een foto op facebook zetten, samen met je adres en een foto, jij moet
echt achterom gaan kijken, dat zal je familie leuk vinden" en/of "Ik ga 81 bij je langs
sturen, die ken je toch wel, die weten wel wat ze met je moeten doen", althans
(telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking.