ECLI:NL:RBROT:2023:9946
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens detentie van verzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door verzoeker op 11 mei 2023. Verzoeker, die in detentie verblijft, heeft niet ter terechtzitting op 21 augustus 2023 kunnen verschijnen. De beschermingsbewindvoerder heeft op 24 augustus 2023 aanvullende stukken ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker een schuldenlast heeft van € 137.981,57, voortkomend uit een WIA-uitkering.
De rechtbank oordeelt dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet kan worden toegewezen, omdat niet aannemelijk is dat verzoeker de verplichtingen die voortvloeien uit de regeling naar behoren zal nakomen. De rechtbank heeft geconstateerd dat verzoeker tot 28 mei 2024 in detentie verblijft, wat leidt tot de conclusie dat hij niet in staat is om de vereiste inspanningen te leveren om baten voor de boedel te verwerven. Dit vormt een gegronde reden voor afwijzing van het verzoek.
De rechtbank benadrukt dat verzoeker, zodra hij niet meer gedetineerd is, een nieuw verzoek kan indienen voor de schuldsaneringsregeling, mits hij daarbij een actuele staat van zijn schulden overlegt. De beslissing om het verzoek af te wijzen is openbaar uitgesproken door rechter F. Damsteegt, in aanwezigheid van griffier T.M.M. de Laat.