ECLI:NL:RBROT:2023:9881

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 oktober 2023
Publicatiedatum
26 oktober 2023
Zaaknummer
10-160946-23 vordering TUL VV: 10-211251-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van het opzettelijk teweegbrengen van twee ontploffingen in Rotterdam

Op 26 oktober 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het opzettelijk teweegbrengen van twee ontploffingen in Rotterdam op 3 en 4 april 2023. De verdachte, die ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd was, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. F. el Makhtari. De officier van justitie, mr. N.A. van Manen, eiste vrijspraak voor de eerste tenlastelegging en bewezenverklaring van de overige tenlasteleggingen, met een gevangenisstraf van 40 maanden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij betrokken was bij de explosies. De rechtbank baseerde haar oordeel op de GPS-gegevens van een auto die door medeverdachten was gebruikt en de historische verkeersgegevens van de verdachte's mobiele telefoon. Ondanks sterke aanwijzingen dat de verdachte in de buurt was van de explosies, was er onvoldoende bewijs voor een veroordeling. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, waaronder het medeplegen van ontploffingen en vernielingen. Daarnaast werden de vorderingen van benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat aan de verdachte geen straf of maatregel was opgelegd. De rechtbank wees ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder vonnis af, omdat de verdachte werd vrijgesproken van de nieuwe ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-160946-23
Parketnummer vordering TUL VV: 10-211251-22
Datum uitspraak: 26 oktober 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] te [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres01],
raadsvrouw mr. F. el Makhtari, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 12 oktober 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N.A van Manen heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 2 primair en 3 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden met aftrek van voorarrest;
  • tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10-211251-22, met omzetting van de jeugddetentie naar gevangenisstraf.

4.Vrijspraak

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering van het onder 1 ten laste gelegde
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 primair (medeplegen teweegbrengen ontploffing [adres02] op 3 april 2023) en 1 subsidiair (medeplegen vernieling) ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Vrijspraak van het onder 2 en 3 ten laste gelegde
4.2.1.
Standpunt officier van justitie
In de nacht van 4 april 2023 hebben er twee explosies plaatsgevonden in [plaats01] ; één in de [straatnaam01] en daarna één in de [straatnaam02]. Uit de GPS-gegevens van de door de medeverdachte [medeverdachte01] gehuurde Volkswagen Golf met kenteken [kenteken01] (hierna: de Golf) is gebleken dat deze auto die nacht door de uitvoerders van de explosies is gebruikt. Te zien is dat de auto naar het adres van de verdachte rijdt, naar de [straatnaam01] , naar de [straatnaam02], naar België waar de medeverdachte [medeverdachte02] verbleef, terug naar het adres van de verdachte en dat de auto ten slotte wordt geparkeerd bij het huis van de medeverdachte [medeverdachte01] . Uit onderzoek naar de historische verkeersgegevens van de beide plaatsen delict bleek dat het telefoonnummer dat in gebruik was bij de verdachte, op beide locaties zendmasten heeft aangestraald op tijdstippen rond de explosies. Uit nader onderzoek naar de historische verkeersgegevens van het mobiele telefoonnummer van de verdachte in combinatie met GPS-gegevens van de Golf blijkt dat de telefoon van de verdachte gedurende de nacht dezelfde route heeft afgelegd als de Golf. Er moet van worden uitgegaan dat, als de telefoon van de verdachte zich verplaatst, de verdachte zich ook heeft verplaatst. Derhalve kan worden bewezen dat de verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de explosies.
4.2.2.
Beoordeling
Uit het dossier blijken sterke aanwijzingen dat de verdachte in de nacht van 4 april 2023 in de buurt was toen de explosies plaatsvonden aan de [straatnaam01] en [straatnaam02] te [plaats01] . Uit de GPS-gegevens van de Golf, die door de daders is gebruikt bij het vervoer naar de plaatsen delict, blijkt dat deze Golf diezelfde nacht tweemaal bij het adres van de verdachte is geweest, één maal voorafgaand en één maal na de explosies. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat de Golf die nacht meerdere keren aanwezig was in het dekkingsgebied van de zendmast die door de telefoon van de verdachte werd aangestraald. Dat de verdachte, zoals hij pas ter zitting, en verder niet onderbouwd heeft aangevoerd, zijn telefoon had uitgeleend, vindt de rechtbank niet aannemelijk. Gelet daarop kan worden aangenomen dat de verdachte in de buurt was toen de explosies plaatsvonden. Verder bewijs over wat de verdachte precies zou hebben gedaan, welke bijdrage hij zou hebben geleverd en in welke zin er een bewuste en nauwe samenwerking tussen hem en de mededaders is geweest, is er niet. De rechtbank is daarom van oordeel dat dit onvoldoende is om te komen tot wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte deze feiten heeft (mede)gepleegd.
4.2.3.
Conclusie
Het onder 2 primair, 2 subsidiair, 3 primair en 3 subsidiair ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.Vorderingen benadeelde partijen

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij01] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 3.078,- aan materiële schade.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij02] (hierna: [benadeelde partij02] ) ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van
€ 3.752,84 aan herstelkosten en een vergoeding van € 185,- aan verlet- en reprokosten.
5.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van beide benadeelde partijen in hun vorderingen.
5.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft eveneens geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van beide benadeelde partijen in hun vorderingen.
5.3.
Beoordeling
De benadeelde partijen [benadeelde partij01] en de [benadeelde partij02] zullen in hun vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd voor het onder 2 en 3 ten laste gelegde en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen zullen worden verklaard, zullen zij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
5.4.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoedingen geen inhoudelijke beslissing genomen.

6.Vordering tenuitvoerlegging

6.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 24 november 2022 van de kinderrechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van het onbevoegd aanwezig zijn op een haventerrein veroordeeld tot – voor zover van belang – jeugddetentie van 34 dagen, waarvan een gedeelte groot 14 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 8 december 2022.
6.2.
Beoordeling
Omdat de verdachte zal worden vrijgesproken van de ten laste gelegde strafbare feiten, zal de rechtbank de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen.

7.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

8.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair,
2 subsidiair, 3 primair en 3 subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij01] niet-ontvankelijk in zijn vordering;
bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij01] slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij01] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij02] niet-ontvankelijk in haar vordering;
bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij02] slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij02] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 24 november 2023 van de kinderrechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Vogtschmidt, voorzitter,
en mrs. I. Bouter en H. Wielhouwer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.G. Polke, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 3 april 2023 te [plaats01] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk op/aan de [straatnaam01] een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, in het portiek van de [adres03], althans op een of meer woningen te plakken en/of vervolgens af te steken,terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten de woningen gelegen aan de [straatnaam01] en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten voor bewoners en/of aanwezige personen op/nabij de [straatnaam01] ,
te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 3 april 2023 te [plaats01] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten het portiek en/of de woning(en) aan de [adres03],
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of onklaar gemaakt;
2.
hij op of omstreeks 4 april 2023 te [plaats01] , tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, opzettelijk op/aan de [straatnaam01] een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, in het portiek van de [adres04], althans op een of meer woningen te plakken en/of vervolgens af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten de woningen gelegen aan de [straatnaam01] en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten voor bewoners en/of aanwezige personen op/nabij de [straatnaam01] ,
te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 april 2023 te [plaats01] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten het portiek en/of de woning aan de [adres04], heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of onklaar gemaakt;
3.
hij op of omstreeks 4 april 2023 te [plaats01] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk op/aan de [straatnaam02] een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, in het portiek van de [adres05], althans op een of meer woningen te plakken en/of vervolgens af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten de woningen gelegen aan de [straatnaam02] en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten voor bewoners en/of aanwezige personen op/nabij de [straatnaam02],
te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 4 april 2023 te [plaats01] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten het portiek en/of de woning(en) aan de [adres05], heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of onklaar gemaakt.