ECLI:NL:RBROT:2023:9878
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [kind01]. De zaak is behandeld in het kader van het civiel recht en specifiek het personen- en familierecht. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, hierna de GI, had verzocht om de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen voor de duur van drie maanden. Dit verzoek volgde op een eerdere beschikking van 25 april 2023, waarin de ondertoezichtstelling was verlengd tot 25 oktober 2023.
Tijdens de mondelinge behandeling waren de ouders van [kind01], de GI en de minderjarige zelf aanwezig. De GI heeft aangegeven dat er zorgen zijn over de thuissituatie bij de vader, maar dat de situatie bij de moeder stabiel is. De ouders hebben zelf hulpverlening vanuit Yulius geregeld voor [kind01]. De moeder en vader hebben verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI, waarbij de moeder stelde dat de verlenging niet nodig is en de vader aangaf dat de GI fouten heeft gemaakt.
De kinderrechter heeft de argumenten van de GI en de ouders gewogen en geconcludeerd dat het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling onvoldoende is onderbouwd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders in staat zijn om de hulpverlening zelfstandig voort te zetten en dat er geen gronden zijn voor verlenging van de ondertoezichtstelling. Het verzoek van de GI is dan ook afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 23 oktober 2023, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.