In deze zaak heeft eiser, aangeduid als [eiser01], een kort geding aangespannen tegen GGN Mastering Credit B.V., die tevens handelt onder de naam GGN Gerechtsdeurwaarders. De zaak betreft de vraag of de gerechtsdeurwaarder ten onrechte schulden op naam van eiser bij de Sociale Banken Nederland (SBN) heeft ingediend. Eiser, die gedupeerd is door de kinderopvangtoeslagaffaire, stelt dat de ingediende schulden niet bestaan en vordert een voorschot op schadevergoeding van € 21.163,23, alsmede andere nevenvorderingen. GGN betwist de vordering en stelt dat zij enkel de organisatie is waarbij de gerechtsdeurwaarder is aangesloten en dat de vorderingen op basis van opdrachtgevers zijn ingediend.
Tijdens de mondelinge behandeling op 6 oktober 2023 in Dordrecht, zijn de standpunten van beide partijen besproken. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat de vorderingen niet bestaan, en de kantonrechter oordeelt dat het bestaan van de vordering niet voldoende aannemelijk is. De kantonrechter wijst erop dat GGN niet de juiste partij is die door eiser is gedagvaard, aangezien de gerechtsdeurwaarder als openbaar ambtenaar de vorderingen heeft ingediend. Bovendien is er twijfel over de onrechtmatigheid van GGN's handelen, aangezien de SBN de vorderingen heeft uitbetaald ondanks de betwisting door eiser.
De kantonrechter concludeert dat er onvoldoende grond is om de vordering tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding toe te wijzen, en wijst de vorderingen van eiser af. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van GGN zijn vastgesteld op € 529,-. Dit vonnis is gewezen door mr. C. van Steenderen-Koornneef en in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2023.