Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[verzoeker 2] ,
[verzoeker 3],
1.De procedure
2.De beoordeling
“Iedere persoon die aansprakelijk gehouden wordt, kan een of meer fondsen vormen bij het gerecht of iedere andere bevoegde autoriteit in elke Staat die Partij is bij dit Verdrag waarin een rechtsgeding aanhangig wordt gemaakt met betrekking tot een voor beperking vatbare vordering, of, indien geen rechtsgeding aanhangig wordt gemaakt, bij het gerecht of iedere andere bevoegde autoriteit in elke Staat die Partij is bij dit Verdrag waarin een rechtsgeding aanhangig kan worden gemaakt met betrekking tot een voor beperking vatbare vordering.”
travaux préparatoires. Wel is vereist dat in de verdragsstaat waar het beperkingsfonds kan worden gevormd, een rechtsgeding met betrekking tot voor beperking vatbare vorderingen aanhangig wordt gemaakt. In lijn met het ‘Stolt Commitment’ arrest beschouwt de rechtbank artikel 12 lid 1 CLNI 2012 (net als artikel 11 lid 1 LLMC) niet als een bevoegdheidscheppende bepaling, maar geldt wel de eis dat in de verdragsstaat waar het beperkingsfonds kan worden gevormd een ‘rechtsgeding’ met betrekking tot voor beperking vatbare vordering aanhangig zijn of kan worden gemaakt.
kanworden gevormd bij het gerecht of iedere andere bevoegde autoriteit in elke Staat die partij is waarin een rechtsgeding aanhangig wordt gemaakt. Het gebruik van het woord ‘kan’ duidt op een keuzemogelijkheid, terwijl de tekst anderszins geen enkele aanwijzing geeft voor het standpunt van DVW dat een beperkingsgerechtigde verplicht fonds
moetvormen in de verdragsstaat waarin als eerste een ‘rechtsgeding’ aanhangig was. De tekst van artikel 12 lid 1 CLNI 2012 biedt geen aanwijzingen voor het door DVW gestelde temporele aspect. De rechtbank verwerpt dan ook het standpunt van DVW dat verzoeksters alleen hun verzoek bij deze rechtbank in hadden mogen dienen als er geen bestuurlijk beslag in België was gelegd.
Adoption of the CLNI 2012 – What has changed compared with CLNI 1988?) onderschrijft dit oordeel. In dat artikel staat, voor zover relevant: “
The CLNI provides that the fund may be constituted >> with the competent court (…) in any State Party in which legal proceedings are instituted in respect of a claim subject to limitation or, if no legal proceedings are instituted, (…) in any State Party in which legal proceedings may be instituted for a claim subject to limitation <<. The owner may therefore wait until proceedings are instigated against him before invoking the limitation of his liability. In this case, he must constitute the fund with the competent court of the State(s) in which proceedings have been instigated against him.” Uit met name de laatste zin van dit citaat volgt dat de beperkingsgerechtigde fonds mag vormen bij de bevoegde rechtbanken van de verdragsstaat of verdragsstaten (in het artikel wordt uitdrukkelijk ‘State(s)’ genoemd) waar ‘rechtsgedingen’ aanhangig zijn.
Voorts zal de rechtbank bepalen dat verzoeksters fonds dienen te stellen ter bestrijding van de kosten van de procedure zoals hierna te vermelden. Deze kosten zijn door de vereffenaar voorlopig begroot op € 20.000,00. Ter zitting hebben verzoeksters bezwaar gemaakt tegen de hoogte van dit bedrag onder verwijzing naar de voorlopige kosten van € 15.000,00 die in de (vergelijkbare) beperkingszaak van de “Trivor” als uitgangspunt zijn genomen. De rechtbank heeft aangekondigd dat de verwachting is dat zij zal bepalen dat de vereffenaar op grond van artikel 642i Rv aankondiging van de (nog te wijzen) beschikking als genoemd in artikel 642g Rv zal doen in één of meer door de rechter-commissaris aan te wijzen nieuwsbladen. Vooruitlopend hierop en gelet op het voornoemde bezwaar van verzoeksters zal de rechtbank bepalen dat de kosten van de procedure, vermeerderd met de kosten in verband met de voormelde aankondiging(en) worden vastgesteld op € 15.000,00.