Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 september 2023, met producties 1 tot en met 13;
- de conclusie van antwoord in kort geding, met producties 1 tot en met 9;
- de brief van mr. Koeslag van 4 oktober 2023, met producties 14 tot en met 16;
- productie 17 van [eisende partij];
- de mondelinge behandeling van 6 oktober 2023;
- de pleitaantekeningen van mr. Koeslag, met vermeerdering van eis;
- de pleitaantekeningen van mr. Hansen.
2.De feiten
€ n.t.b. zegge n.t.b. EURO” geen hypothecaire geldlening of het aanbod daartoe van een erkende geldverstrekkende bankinstelling heeft verkregen. Artikel 16.3 van de koopovereenkomst bepaalt verder:
16.3Partijen verplichten zich over en weer al het redelijk mogelijke te doen teneinde de hierboven bedoelde vergunning en/of financiering (…) te verkrijgen. De partij die de ontbinding inroept, dient er zorg voor te dragen dat de mededeling dat de ontbinding wordt ingeroepen uiterlijk op de 1e werkdag na de datum waarvan in de betreffende ontbindende voorwaarde sprake is door de wederpartij of diens makelaar is ontvangen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.079,00