Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 januari 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de brief van Rioolgroep van 19 juli 2023, met een bijlage;
- de mail van Roolgroep van 28 juli 2023, met een bijlage.
2.De beoordeling
13 juni 2022 werkzaamheden verricht. Zij heeft daarvoor een factuur d.d. 21 juni 2022 van € 710,88 aan [gedaagde01] gestuurd. [gedaagde01] heeft die factuur, ondanks aanmaningen, niet betaald. Rioolgroep eist dat [gedaagde01] wordt veroordeeld om € 823,28 aan haar te betalen, met rente en proceskosten. Het bedrag van € 823,28 bestaat uit het factuurbedrag van € 710,88, € 106,63 aan incassokosten, en € 5,77 aan rente berekend tot en met 23 november 2022.
Zoals al gezegd is er in eerste instantie het rioolwater geconstateerd, vanuit het vloerluik. De monteurs hebben toen besloten om buiten wel open te graven, in de hoop dat het rioolwater weg zou stromen. Dit is dus een reden geweest om de graafwerkzaamheden te starten en was niet overbodig. Het rioolwater bleef echter in de kruipruimte. Toen hebben ze toch besloten de kruipruimte in te gaan. Daar zagen ze de ratten wegschieten en de enorme hoeveelheid schimmels. Vanuit kantoor is gezegd te stoppen. Hierover is telefonisch contact met u geweest.” Tegenover dit gemotiveerde verweer van [gedaagde01] heeft Rioolgroep onvoldoende onderbouwd wanneer het meerwerk met [gedaagde01] zou zijn overeengekomen. Zij heeft niet concreet gemaakt wanneer zij zou hebben gebeld met [gedaagde01] , wat zij [gedaagde01] toen heeft voorgesteld en wat de reactie van hem daarop was. Daarom staat niet vast dat meerwerk is overeengekomen. Omdat Rioolgroep de gefactureerde werkzaamheden niet heeft verricht op basis van een overeenkomst met [gedaagde01] , hoeft [gedaagde01] daar niet voor te betalen.