ECLI:NL:RBROT:2023:9700

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 augustus 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
C/10/662949 / JE RK 23-1839
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking over machtiging gesloten jeugdhulp en ondertoezichtstelling voor minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 augustus 2023 een beschikking gegeven over de machtiging voor gesloten jeugdhulp en ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2008. De Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht heeft verzocht om een ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de duur van een jaar en een machtiging voor opname in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor zes maanden. De minderjarige verblijft momenteel op een gesloten groep bij Schakenbosch en heeft positieve stappen gemaakt in haar ontwikkeling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige een belast verleden heeft en dat haar ontwikkeling ernstig bedreigd is geweest. De kinderrechter oordeelt dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om verdere problemen te voorkomen en om de positieve ontwikkeling van de minderjarige voort te zetten. De kinderrechter heeft de minderjarige onder toezicht gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering en de machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend, beide met ingang van 28 augustus 2023. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk van kracht zijn, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/662949 / JE RK 23-1839
Datum uitspraak: 28 augustus 2023
Beschikking van de kinderrechter over machtiging gesloten jeugdhulp en ondertoezichtstelling
in de zaak van
De Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. S. Ben Ahmed, kantoorhoudende te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats] .
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het proces-verbaal van 17 augustus 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 17 augustus 2023.
1.2.
Op 28 augustus 2023 heeft de kinderrechter de mondelinge behandeling van de zaak met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
- [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord, bijgestaan door haar advocaat;
  • een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam 1] ;
  • een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam 2] .
De moeder is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de moeder wel juist is opgeroepen.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep bij Schakenbosch.
2.3.
Bij beschikking van 2 juni 2023 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld met ingang van 3 juni 2023 tot 3 september 2023 en is een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 3 juni voor de duur van vier weken.
2.4.
Bij beschikking van 9 juni 2023 is een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp betreffende [voornaam minderjarige] verleend tot 3 september 2023.

3.Het aangehouden verzoek

3.1.
De Raad verzoekt een ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Tevens verzoekt de Raad een machtiging om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden. Dit verzoek is op de zitting 17 augustus 2023 in zijn geheel aangehouden. Op dit verzoek dient thans te worden beslist.

4.Het standpunt van de Raad

4.1.
De Raad handhaaft het verzoek ter zitting en licht het als volgt toe. Een ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] is nodig zodat zij de juiste begeleiding en sturing krijgt. Het is belangrijk dat zij dit ontvangt vanuit een gesloten groep, om haar veiligheid te kunnen waarborgen. [voornaam minderjarige] is daar zichtbaar op haar plek bij Schakenbosch; zij maakt positieve stappen , staat meer open voor de groepsleiding en het contact met de familie is verbeterd. Deze stappen worden op een rustige manier gemaakt en dit moet zo voortgezet worden. Ook is het belangrijk dat er duidelijkheid komt over een vervolgplek voor [voornaam minderjarige] . Hiervoor is een periode van zes maanden nodig.

5.Het standpunt van de GI

5.1.
De GI ondersteunt het verzoek van de Raad ter zitting en licht het volgende toe. [voornaam minderjarige] heeft al op verschillende plekken verbleven. Op dit moment gaat het erg goed met haar, zij groeit in contact en de samenwerking gaat beter. Het is belangrijk dat [voornaam minderjarige] haar vaardigheden verder gaat ontwikkelingen. Ook omdat zij wil doorstomen naar begeleid zelfstandig wonen. Daarvoor moeten stappen gemaakt worden en [voornaam minderjarige] is bereid om deze te nemen. Deze stappen moeten in alle rust gemaakt worden, zodat het behapbaar blijft. Er is een aanmelding gedaan voor een vertrouwenspersoon voor de lange termijn, zodat dat deze vertrouwenspersoon ook mee kan naar een vervolgplek. Op dit moment is er echter nog geen duidelijkheid over een vervolgplek voor [voornaam minderjarige] . Er is wel een intake gepland bij Fier. Het is voor [voornaam minderjarige] belangrijk dat een vervolgplek in de regio Rotterdam is.

6.De standpunt van [voornaam minderjarige]

6.1.
Namens [voornaam minderjarige] is naar voren gebracht dat zij zich refereert aan het oordeel van de kinderrechter. Enerzijds wil [voornaam minderjarige] graag duidelijkheid over de vervolgplek en dat er een plan van aanpak komt. Dit maakt dat voor haar een machtiging voor de duur van zes maanden een lange periode is. Anderzijds voelt [voornaam minderjarige] zich nu vertrouwd op Schakenbosch, gaat zij naar school en maakt zij stappen. Ook wil ze liever niet over drie maanden weer naar de rechtbank moeten. De vorige keer is de overgang naar een open groep niet goed gegaan omdat de doorstroom toen te snel is gegaan en er veel veranderingen voor [voornaam minderjarige] waren. Zo werden vrijheden die [voornaam minderjarige] in de gesloten setting had opgebouwd, in de open groep ingetrokken. Ook verbleef ze niet meer in de regio Rotterdam, waar haar familie woont. [voornaam minderjarige] staat open voor Fier als dit in de regio Rotterdam is. Ze heeft nu goed contact met haar familie, waardoor voor het slagen van de vervolgstap een plaatsing in de regio van belang is. De komende periode moet er een plan van aanpak worden gemaakt over de vervolgplek en hoe er hier op haar tempo, met de juiste begeleiding, naartoe gewerkt kan worden.

7.De beoordeling

7.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter overweegt daartoe het volgende. [voornaam minderjarige] heeft een belast verleden waarbij zij onvoldoende stabiliteit en veiligheid heeft gehad, waardoor zij ernstig in haar ontwikkeling is bedreigd. Als gevolg hiervan heeft zij op verschillende plekken verbleven, waarbij er hulpverlening is ingezet. Dit heeft niet tot de gewenste resultaten geleid. Na de plaatsing op de open groep bij Auriga zijn de zorgen zelfs toegenomen, omdat [voornaam minderjarige] zich niet aan de veiligheidsafspraken kon houden waardoor zij in maart 2023 op de gesloten groep in Schakenbosch is geplaatst. Sinds deze plaatsing gaat het beter met haar, zij voelt zich vertrouwd en maakt positieve stappen. Het is belangrijk dat deze positieve ontwikkeling doorgezet wordt, mede doordat [voornaam minderjarige] wil doorstromen naar een verblijfsplek waar zij meer zelfstandig kan zijn. Op dit moment moeten er nog stappen genomen worden en is er nog geen vervolgplek gerealiseerd. De komende periode dient er duidelijkheid te komen over welke vervolgplek passend is voor [voornaam minderjarige] . De betrokkenheid van een jeugdbeschermer is hierbij noodzakelijk. De jeugdbeschermer kan [voornaam minderjarige] begeleiden en bewaken dat het tempo van het doorstromen bij haar past en de juiste hulp wordt ingezet. Het is noodzakelijk dat dit gefaseerd gebeurt en niet overhaast wordt. Daarom zal de kinderrechter [voornaam minderjarige] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.
7.2.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is en overweegt daartoe het volgende. Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat het sinds de gesloten plaatsing bij Schakenbosch beter gaat met [voornaam minderjarige] . Zij voelt zich vertrouwd, stelt zich meer open en het contact met haar familie en begeleiders is verbeterd. Hiervoor verdient zij complimenten. Alle betrokkenen zijn het eens dat deze positieve ontwikkeling doorgezet moet worden en dat stappen gemaakt moeten worden naar een passende vervolgplek. Om de doorstroom naar een vervolgplek succesvol te maken is het belangrijk dat [voornaam minderjarige] zich verder ontwikkelt en vaardigheden leert, zodat haar veiligheid ook in de toekomst gewaarborgd blijft. Deze stappen dienen in alle rust en op haar eigen tempo gemaakt te worden. Daarom is het in het belang van [voornaam minderjarige] dat zij nu haar verblijf op de gesloten groep bij Schakenbosch kan voortzetten. Dit volgt ook uit de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper. Hiervoor acht de kinderrechter een periode van zes maanden passend. De kinderrechter is daarnaast van oordeel dat deze periode toereikend is voor het vinden van een passende vervolgplek. Bij voorkeur is deze plek in de regio Rotterdam. Daarnaast is belangrijk dat [voornaam minderjarige] zo veel als mogelijk dezelfde regels en vrijheden behoudt als die zij nu heeft, zodat zij makkelijker op de vervolgplek kan wennen. Hierbij is het ook in het belang van [voornaam minderjarige] dat zij zo spoedig mogelijk ondersteuning krijgt van een vertrouwenspersoon, waarmee zij een band kan opbouwen en die haar ook kan bijstaan op de vervolgplek. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden. Om de termijnen de maatregelen op elkaar aan te sluiten, zal de machtiging gesloten worden afgegeven met ingang van 28 augustus 2023.

8.De beslissing

De kinderrechter:
8.1.
stelt [voornaam minderjarige] onder toezicht van William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering met ingang van 28 augustus 2023 tot 28 augustus 2024;
8.2.
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 28 augustus 2023 tot 28; februari 2024;
8.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2023 door J.S. van den Berge, kinderrechter, in aanwezigheid van V. Lankhaar als griffier, en op schrift gesteld op 12 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.