Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- [naam01] , werkzaam bij Kredietbank Rotterdam en waarnemend voor [naam02] (hierna: schuldhulpverlening);
- [naam03] , werkzaam bij Pameijer (hierna: begeleiding).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot het toewijzen van een dwangakkoord. Verzoekster, die in financiële problemen verkeert, heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, waaronder de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO). RvO heeft geweigerd in te stemmen met deze regeling, omdat zij van mening is dat verzoekster onjuiste informatie heeft verstrekt, wat heeft geleid tot onterecht ontvangen subsidies. Verzoekster heeft echter verklaard dat zij onder druk van haar moeder heeft gehandeld en dat zij inmiddels afstand heeft genomen van haar moeder. De rechtbank heeft de belangen van verzoekster en de overige schuldeisers afgewogen tegen die van RvO. De rechtbank oordeelt dat de aangeboden regeling, die is gebaseerd op de afloscapaciteit van verzoekster, redelijk is en dat de meerderheid van de schuldeisers ermee heeft ingestemd. De rechtbank heeft RvO bevolen in te stemmen met de schuldregeling en heeft de kosten van de procedure voor RvO vastgesteld op nihil. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat de minnelijke regeling een gunstiger resultaat zal opleveren voor de schuldeisers.