Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder 1 primair ten laste gelegde poging tot doodslag in vereniging en de onder 2 ten laste gelegde vernieling;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarde een contactverbod met aangever [slachtoffer01] .
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1.poging tot doodslag;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;
10 (tien) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
€ 5.725,- (zegge: vijfduizendzevenhonderdvijfentwintig euro), bestaande uit € 725,00 aan materiële schade (waarbij de verdachte ten aanzien van
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer01] te betalen
€ 5.725, - (zegge: vijfduizendzevenhonderdvijfentwintig euro)vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 mei 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
63 dagen;de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;