Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure in de hoofdzaak
- de vonnissen in de vrijwaringsincidenten van 5 oktober en 2 november 2022 en de daarin vermelde processtukken,
- de conclusie van antwoord van Univé met producties 1 t/m 45,
- de conclusie van antwoord van Marsh met producties 1 t/m 39,
- de conclusie van antwoord van Verzekeraars met producties 1 t/m 8,
- de brief van 22 februari 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de brief van 22 mei 2023 met de zittingsagenda,
- de notitie negatieve betrokkenheid van Greendal met bijlagen 1 t/m 17,
- de akte overleggen producties van Greendal met producties 74 t/m 76,
- de akte overlegging producties van Univé met producties 46 t/m 47,
- de mondelinge behandeling van 5 juli 2023,
- de spreekaantekeningen van Greendal (met uitzondering van randnrs. 70 t/m 74 en randnrs. 76 t/m 103) en de spreekaantekeningen van Univé, Marsh en Verzekeraars.
2.De procedure in de vrijwaringszaak met rolnummer 22-913
- de dagvaarding van 7 november 2022 met producties 1 t/m 37,
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 9,
- de brief van 22 februari 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de brief van 22 mei 2023 met de zittingsagenda,
- de mondelinge behandeling van 5 juli 2023,
- de spreekaantekeningen van Marsh en Univé.
3.De procedure in de vrijwaringszaak met rolnummer 22-922
- de dagvaarding van 1 december 2022,
- de akte overlegging producties van Univé met producties 1 t/m 21,
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 26,
- de brief van 22 februari 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de brief van 22 mei 2023 met de zittingsagenda,
- de mondelinge behandeling van 5 juli 2023,
- de spreekaantekeningen van Univé en Marsh.
4.De feiten
ARTIKEL 1 SAMENWERKING
003586 Opzegtermijn verzekeraars
Artikel 2 Omvang van de dekking
schadevergoedingstermijnis opgetreden, als gevolg van schade aan of verlies van de
gevaarsobjectentijdens de duur van deze verzekering ontstaan, veroorzaakt door de in artikel 2.2 genoemde gevaren/gebeurtenissen, ongeacht of deze gevaren/gebeurtenissen zijn veroorzaakt door de aard of een gebrek van het gevaarsobject.
gevaarsobjectenongeacht door welke oorzaak — behoudens de in artikel 2.4 genoemde uitsluitingen — is gedekt als die oorzaak het directe gevolg is van een verzekerd gevaar/gebeurtenis, onverschillig waar dit heeft plaatsgevonden.
gedurende maximaal 52 achtereenvolgende weken.
gevaarsobjectenzijn gewaardeerd door (een) deskundige(n), dan is deze voortaxatie gedurende 3 jaren geldig, te rekenen vanaf dagtekening van het taxatierapport. Het taxatierapport wordt geacht deel uit te maken van de overeenkomst. […]
gebouwstaat of zal voor langer dan 3 maanden leeg staan, of
herinvesteringna schade.
verzekerdebenoemde expert(s) en de door deze geraadpleegde deskundige(n) het overeenkomstige totaal van de kant van
verzekeraars, dan is het meerdere voor rekening van
verzekerde.
de herbouwwaardeindien:
het gebouween herbouwplicht rust.
verkoopwaardeindien:
schadevergoedingstermijnwordt beperkt tot 13 weken indien:
Verzekeraarszullen nooit eerder in verzuim zijn dan vanaf 4 weken na deze ontvangst.
verzekerdekunnen alle voor elkaar bestemde mededelingen rechtsgeldig aan de makelaar doen.
verzekerdegeschieden.
:
- explosieveiligheidsdocument, prioriteit A, termijn 12 maanden,
- keuring van elektrische installatie, prioriteit A, termijn 6 maanden,
- ruimte met WKK’s brandwerend afwerken, prioriteit B, termijn n.v.t.
- onderhoud blusmiddelen, prioriteit A, termijn 3 maanden,
- huishouding verbeteren, prioriteit A, termijn 6 maanden.
het uitblijven van acties in de opvolging van de aanbevelingen kan ook
- HDI bij brief aan Marsh van 26 september 2018 waarin zij onder meer schreef over de premie, condities en het aandeel te willen overleggen om te bepalen of zij het risico kan blijven verzekeren,
- Amlin bij brief aan Marsh van 26 september 2018 waarin zij onder meer schreef dat zij om acceptatietechnische redenen de premie en condities wenste aan te passen,
- Canopius bij brief aan Marsh van 28 september 2018 waarin zij onder meer schreef dat haar huidige 100% risicodrager heeft besloten haar capaciteit per 1 januari 2019 in te trekken waardoor zij per die datum geen capaciteit meer ter beschikking kon stellen voor deze verzekering.
- per 1 februari 2019 door Allianz, ASR, Achmea en Zürich een voorlopige verzekeringsdekking voor een nieuwe brandverzekering voor gebouwen en bedrijfsschade werd verleend van 45%. Dit onder het voorbehoud dat er binnen drie weken een gedegen plan van aanpak zou liggen om de aanbevelingen uit het inspectierapport van 6 oktober 2017 op te volgen,
- Nationale Nederlanden bij e-mail van 30 januari 2019 een verzoek om voorlopige dekking te verlenen voor hetzelfde aandeel als onder de brandverzekering afwees,
- per 28 februari 2019 door Chubb als leidend verzekeraar, Zürich en Allianz, een voorlopige verzekeringsdekking voor machinebreukverzekering inclusief branddekking van 75% werd verleend. Voorwaarde voor het definitief maken van de dekking was een positieve uitkomst van een nieuwe inspectie bij Greendal met het oog op de preventiemaatregelen uit het inspectierapport van 6 oktober 2017. Bij die positieve uitkomst bestond ook de mogelijkheid om de dekking uit te breiden naar 100%,
- Greendal een aanbod tot uitbreiding van de voorlopige dekking voor de machinebreukverzekering naar 100% (voorafgaand aan de inspectie) afwees vanwege de hoogte van de premie.
- Dinsdag 19 maartwordt er een afspraak ingepland voor een inspectie, onderstaande punten zijn van belang dat ze in orde zijn voor de inspectie, op het moment dat deze tijdens inspectie niet op orde zijn, dan kan dit leiden tot het intrekken van de voorlopige dekking en aanbod van de verzekeraar.
- […]
- huishouding verbeteren, waaronder het voorkomen van stofafzetting en het opbergen van brandbare materialen (best practice),
- verbeteren van de bestrating (best practice),
- plaatsen van vuur- en gasmelders in de ruimte met WKK's (critical),
- onderhoud van het veiligheidsmateriaal (critical),
- elektrisch onderhoud, waaronder onderhoud aan een lamp die loshing in de ruimte met WKK's (critical),
- regelmatig uitvoeren van een thermografie/infrarood inspectie van de elektrische
- vervangen van tijdelijke installaties en oplossingen zodat Greendal een professioneel opererend bedrijf wordt (best practice),
- afmaken van de isolatie van de tank (advisory),
- het in werking stellen van het actief koolstoffilter (critical),
- het op de juiste manier vastzetten van de afdekking van de vergistingstanks (best
5.Het geschil in de hoofdzaak
6.De geschillen in vrijwaring
in de zaak met rolnummer 22-913
7.De beoordeling
De zaken in het kort
condicio sine qua non-vereiste. Anders dan Univé betoogt, kan de schade bovendien aan haar fout worden toegerekend als bedoeld in artikel 6:98 BW. De schade, bestaande in het ontbreken van dekking (voor 55%) in geval van een gedekte gebeurtenis, was immers een alleszins voorzienbaar gevolg van de onterechte opzegging door Marsh (welke gedraging aan Univé moet worden toegerekend) en ook van de eigen fout van Univé door niet tijdig te protesteren tegen de aankondiging van die opzegging. Dit aspect – de evidente voorzienbaarheid van dit gevolg – weegt in de gegeven omstandigheden dermate zwaar dat andere elementen, zoals de aard van de schade en het handelen van Greendal na 1 januari 2019, niet aan het aannemen van causaal verband in de zin van artikel 6:98 BW in de weg kunnen staan.
conditio sine qua nonals in de zin van artikel 6:98 BW. De rechtbank verwijst naar haar overwegingen onder 7.21, die evenzeer gelden in de verhouding tussen Greendal en Marsh.
15 november 2023voor conclusie als bedoeld in overweging 7.45 aan de zijde van Greendal, waarna vervolgens op een termijn van 4 weken Univé en Marsh een antwoordconclusie kunnen nemen,