In deze zaak heeft verzoekster op 30 juni 2023 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 287b van de Faillissementswet, waarin zij vroeg om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoek op 19 juli 2023 gehouden. Verzoekster, die in financiële problemen verkeert, heeft verklaard dat zij sinds 1 juli 2023 weer werkt in de horeca en daarnaast inkomsten heeft uit haar eigen kappersbedrijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster een bedreigende situatie ondervindt door een ontruimingsvonnis van 12 mei 2023. De rechtbank heeft de belangen van verzoekster, die in haar huurwoning wil blijven wonen, zwaarder laten wegen dan die van de verhuurders, die het vonnis tot ontruiming willen uitvoeren. De rechtbank heeft de voorlopige voorziening toegewezen voor een periode van zes maanden, met voorwaarden dat de huur tijdig wordt voldaan en dat de schuldhulpverlening verslag uitbrengt. Tevens is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan zij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.