ECLI:NL:RBROT:2023:9603

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 september 2023
Publicatiedatum
16 oktober 2023
Zaaknummer
FT EA 23/572 en FT EA 23/573
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een dwangakkoord in het kader van een schuldregeling onder de Faillissementswet

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling, ingediend door verzoekster, die kampt met financiële problemen. Verzoekster heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij zij 15,87% aan de preferente schuldeiser en 7,93% aan de concurrente schuldeisers heeft aangeboden. Van de drieëntwintig schuldeisers hebben tweeëntwintig ingestemd met de regeling, maar Welkom Energie heeft geweigerd. De rechtbank heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat de vordering van Welkom Energie slechts 1,2% van de totale schuldenlast bedraagt. De rechtbank oordeelt dat de belangen van verzoekster en de andere schuldeisers zwaarder wegen dan die van Welkom Energie, die niet heeft ingegaan op de uitnodiging om haar standpunten ter zitting toe te lichten. De rechtbank heeft daarom Welkom Energie bevolen in te stemmen met de schuldregeling en heeft de kosten van de procedure aan Welkom Energie opgelegd, begroot op nihil, aangezien verzoekster niet door een advocaat is bijgestaan. De rechtbank heeft tevens het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de minnelijke regeling naar verwachting gunstiger zal zijn voor de schuldeisers. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en kan binnen acht dagen na de uitspraak worden aangevochten door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer01] – [nummer02]
uitspraakdatum: 6 september 2023
in de zaak van:
[verzoekster01],
wonende te [adres01]
[postcode01] [woonplaats01] ,
verzoekster.

1.De procedure

Verzoekster heeft op 15 juni 2023, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om één schuldeiser, te weten:
- Welkom Energie, in behandeling bij Collect4U (hierna: Welkom Energie),
die weigert mee te werken aan een door verzoekster aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
Ter zitting van 30 augustus 2023 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoekster;
  • de heer [naam01] , werkzaam bij Stroomopwaarts (hierna: schuldhulpverlening).
De weigerende schuldeiser is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Het verzoek

Verzoekster heeft volgens het ingediende verzoekschrift drieëntwintig schuldeisers, waarvan één preferente en tweeëntwintig concurrente schuldeisers. Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van € 22.761,70 van verzoekster te vorderen.
Verzoekster heeft bij brief van 4 april 2023 een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, inhoudende een betaling van 15,87% aan de preferente schuldeiser en 7,93% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond. De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De afloscapaciteit van verzoekster is gebaseerd op ongewijzigde voortzetting van haar Participatiewet-uitkering. Verzoekster heeft ter zitting verklaard dat zij medische klachten heeft, maar desondanks zich tot het uiterste inspant om een betaalde werkkring te vinden. Zij heeft aantoonbaar gesolliciteerd. Zij is gemotiveerd om een oplossing te vinden voor haar schuldenproblematiek. De aangeboden regeling voorziet in uitkering van een prognosepercentage. Dat betekent dat de afloscapaciteit eventueel nog hoger of nog lager zal kunnen uitvallen. Verzoekster maakt sinds januari 2023 gebruik van budgetbeheer.
Verzoekster heeft zich op het standpunt gesteld dat zij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan haar schuldeisers aan te bieden. Verzoekster heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en haar vaste lasten worden inmiddels door haar budgetbeheerder voldaan.
Tweeëntwintig schuldeisers stemmen met de aangeboden schuldregeling in. Welkom Energie stemt hier als enige niet mee in. Zij heeft een vordering van € 287,56 op verzoekster, welke 1,22% van de totale schuldenlast beloopt.

3.Het verweer

In de contacten met schuldhulpverlening heeft Welkom Energie te kennen gegeven het aangeboden bedrag te laag te vinden. Het aanbod zou niet in verhouding staan met de totale schuldvordering.
Hoewel behoorlijk opgeroepen heeft Welkom Energie geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunten ter zitting toe te lichten.

4.De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Welkom Energie bij haar weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Welkom Energie in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoekster of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de vordering van Welkom Energie een gering aandeel vormt in de totale schuldenlast van 1,2%.
Een ruime meerderheid van de schuldeisers, namelijk tweeëntwintig van de drieëntwintig schuldeisers, is met de aangeboden regeling akkoord gegaan.
De rechtbank stelt ook vast dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij, te weten Stroomopwaarts. Voorts is het voorstel naar het oordeel van de rechtbank goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank is van oordeel dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoekster in staat moet worden geacht. Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verzoekster niet beschikt over betaald werk. Verzoekster ontvangt op dit moment inkomsten uit een Participatiewet-uitkering en solliciteert aantoonbaar naar een betaalde dienstbetrekking. De inkomsten van verzoekster kunnen derhalve nog toenemen, hetgeen ten goede komt aan de schuldeisers.
Door schuldhulpverlening is ter zitting verklaard dat aan alle waarborgen, die ervoor moeten zorgen dat verzoekster het maximale ten behoeve van haar schuldeisers zal afdragen, is voldaan. Verzoekster zit in budgetbeheer. Het ontstaan van nieuwe schulden ligt niet in de rede.
Naar verwachting zal de uitwerking van het voorstel een gunstiger resultaat hebben voor de schuldeisers dan in de situatie dat de schuldsaneringsregeling op verzoekster van toepassing zou zijn, zoals subsidiair verzocht. Immers, de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling zal aanzienlijke kosten met zich brengen, bestaande uit salaris voor de bewindvoerder en griffierecht, die in mindering komen op hetgeen verzoekster zou kunnen afdragen in de schuldsaneringsregeling. Dat betekent dat toepassing van de schuldsaneringsregeling de schuldeisers minder zou opleveren dan bij het akkoord wordt aangeboden.
De Faillissementswet is bovendien met ingang van 1 juli 2023 gewijzigd. De termijn van de wettelijke schuldsaneringsregeling bedraagt met ingang van 1 juli 2023 achttien maanden. De onderhavige minnelijke regeling is gebaseerd op een afloscapaciteit over zesendertig maanden. Dat betekent dat toepassing van de schuldsaneringsregeling de schuldeisers minder zou opleveren dan bij het onderhavige akkoord wordt aangeboden. Daar komt nog bij dat het aanbod een prognosevoorstel is, dus indien de afdrachtcapaciteit stijgt, zal de boedelafdracht toenemen.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat de belangen van verzoekster die vanuit een stabiele situatie haar schuldenproblematiek wil oplossen en van de overige schuldeisers die hebben ingestemd met het aanbod, zwaarder wegen dan die van Welkom Energie, die geweigerd heeft in te stemmen.
Het verzoek om Welkom Energie te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt daarom toegewezen.
Welkom Energie zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoekster niet is bijgestaan door een advocaat, worden de kosten begroot op nihil.
De rechtbank stelt vast dat er thans een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers. Hieruit volgt dat verzoekster zal kunnen voortgaan met het betalen van haar schulden en dat zij niet verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen zodat het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- beveelt Welkom Energie om in te stemmen met de door verzoekster aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt Welkom Energie in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoekster begroot op nihil;
- bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming;
- wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J. Tideman, rechter, en in aanwezigheid van
C. van der Velde, griffier, in het openbaar uitgesproken op 6 september 2023. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.