ECLI:NL:RBROT:2023:9576

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
16 oktober 2023
Zaaknummer
10/010885-23; 10/308586-22; 10/235903-22 en 10/080754-22 (gev. ttz) vordering TUL VV: 22/002385-21; 10/127459-20 en 22/004983-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak en veroordeling in meervoudige strafzaak met meerdere parketnummers

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 4 mei 2023, zijn meerdere parketnummers aan de orde. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten onder parketnummer 10/080754-22, die betrekking hebben op vernieling en bedreiging. Echter, de rechtbank heeft de verdachte wel veroordeeld voor diefstal, belediging van ambtenaren, en opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing. De verdachte is geplaatst in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bewezen feiten ernstige inbreuken zijn op de rechtsorde en dat de verdachte geen respect heeft getoond voor andermans eigendommen en de autoriteit van de politie. De vorderingen van het Openbaar Ministerie tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke straffen zijn afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat de ISD-maatregel effectiever is voor de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/010885-23; 10/308586-22; 10/235903-22 en 10/080754-22 (gev. ttz)
Parketnummers vordering TUL VV: 22/002385-21; 10/127459-20 en 22/004983-18
Datum uitspraak: 4 mei 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] te [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres01],
raadsman mr. M.J. van Berlo, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 april 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen van parketnummers 10/010885-23, 10/308586-22 en 10/080754-22 en hetgeen is vermeld in de dagvaarding van parketnummer 10/235903-22, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de (gewijzigde) tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. Verhoeven-Ivankovic heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 en 3 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/080754-22;
  • bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/080754-22 en de ten laste gelegde feiten in de zaken met parketnummers 10/010885-23, 10/308586-22 en 10/235903-22;
  • oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaar (hierna: ISD-maatregel);
  • niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/127459-20;
  • verlenging van de proeftijd van de voorwaardelijk opgelegde maatregel in de zaak met parketnummer 22/002385-21;
  • verlenging van de proeftijd van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 22/004983-18.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering (parketnummer 10/080754-22 (feiten 1 (vernieling) en 3 (bedreiging))
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 en 3 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/080754-22 niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering (parketnummer 10/235903-22 belediging, meermalen gepleegd)
Het ten laste gelegde onder parketnummer 10/235903-22 is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewijswaardering overige feiten (parketnummers 10/080754-22 (feit 2 belediging van ambtenaren in functie), 10/308586-22 (opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing) en 10/010885-23 (diefstal))
4.3.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde belediging van de politieambtenaren in de zaak met parketnummer 10/080754-22. De verdachte ontkent de beledigende woorden te hebben geuit. Subsidiair – indien de verdachte de woorden wel zou hebben geuit – ontbreekt het (voorwaardelijk) opzet van de verdachte op het daadwerkelijk beledigen van de agenten. Het uiten gebeurde in een emotie, omdat de verdachte op dat moment onterecht en op hardhandige wijze werd aangepakt door de politie.
De verdediging heeft eveneens integraal vrijspraak bepleit ten aanzien van het ten laste gelegde opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing in de zaak met parketnummer 10/308586-22. Er zijn verschillen tussen de verklaringen van de getuigen [getuige01] en [getuige02] alsmede die van de verbalisanten omtrent de herkenning van de verdachte. Die herkenningen zijn daardoor onbetrouwbaar en er is geen ander bewijs voor de aanwezigheid van de verdachte in de voor hem verboden straat.
Verder is door de verdediging vrijspraak bepleit ten aanzien van de ten laste gelegde winkeldiefstal in de zaak met parketnummer 10/010885-23, wegens het ontbreken van het oogmerk tot wederrechtelijke toe-eigening. De verdachte ging er namelijk vanuit dat zijn vriend de blikjes bier zou betalen.
4.3.2.
Beoordeling door de rechtbank
In de zaak met parketnummer 10/080754-22 (belediging van ambtenaren in functie)
Het verweer van de verdediging dat de verdachte de beledigende woorden niet zou hebben geuit, subsidiair dat het (voorwaardelijk) opzet van de verdachte op het beledigen van de agenten ontbreekt, wordt weerlegd door de inhoud van de bewijsmiddelen, die in bijlage II is opgenomen. De verbalisanten hebben op ambtseed/-belofte opgeschreven dat de verdachte de beledigende woorden jegens hen heeft geuit en dat zij zich door deze uitlatingen beledigd voelden. De rechtbank ziet geen reden aan de juistheid van die verklaringen te twijfelen. De verdachte heeft zelf op zitting verklaard dat hij het woord ‘mongool’ heeft gezegd tegen een agent. De rechtbank verwerpt het verweer.
In de zaak met parketnummer 10/308586-22 (opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing (gebiedsverbod))
De rechtbank acht de door de verdachte betwiste getuigenverklaringen betrouwbaar. Getuige [getuige01] heeft verklaard dat hij de ex-vriend van de bewoonster buiten voor de woning had zien staan. Hij herkende de man, omdat die man zijn ex-vrouw op exact dezelfde manier lastigviel bij een eerdere aanhouding. Daarnaast heeft hij hem herkend aan zijn lichaamsbouw. Getuige [getuige02] heeft verklaard dat zij hoorde dat de man – die veelvuldig aanbelde bij [naam01] (
de rechtbank begrijpt: de bewoonster van de woning aan de [adres02] , te weten [naam01]) en door de intercom schreeuwde – riep dat hij een diamanten ring voor haar had. Verbalisanten [verbalisant01] en [verbalisant02] hebben de verdachte horen zeggen dat hij zijn vriendin ten huwelijk wilde vragen. Zij zagen dat de verdachte een ring uit zijn jaszak haalde en aan hen liet zien. De verklaringen van de getuigen en de verbalisanten worden door elkaar en door de overige inhoud van het dossier ondersteund. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich op 24 november 2022 in strijd met het in de gedragsaanwijzing opgenomen gebiedsverbod bevond in de [adres02] . Het verweer wordt verworpen.
In de zaak met parketnummer 10/010885-23 (winkeldiefstal)
De verdachte is met twee blikken bier langs de kassa van de supermarkt gelopen, terwijl hij deze blikken niet heeft betaald. Op camerabeelden is te zien dat de verdachte in de winkel twee blikken bier in zijn jaszakken heeft gedaan. Hij loopt langs de kassa zonder dat hij iets afrekent. Bij zijn aanhouding werden twee blikken bier in zijn jaszakken aangetroffen. Verdachtes verklaring dat hij ervan uitging dat de man die met hem in de winkel was zijn bier zou afrekenen is verder niet onderbouwd en vindt geen steun in het dossier. Het verweer dat het oogmerk tot wederrechtelijke toe-eigening bij de verdachte ontbrak, wordt verworpen.
4.3.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/080754-22 (belediging van de ambtenaren in functie), het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/308586-22 (opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing (gebiedsverbod)) en het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/010885-23 (winkeldiefstal) heeft begaan, zoals hierna opgenomen.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/080754-22, het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/308586-22 en het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/010885-23 heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/235903-22 heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10/010885-23
hij op 9 januari 2023 te Rotterdam, in een supermarkt gelegen aan de [adres03] meerdere blikken bier, die aan Jumbo toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 10/308586-22
hij op 24 november 2022 te Vlaardingen opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de (verlenging) gedragsaanwijzing d.d. 21 september 2022, gegeven door de officier van justitie te Arrondissementsparket Rotterdam, kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, zich niet zal ophouden in/op/rond de [adres02] , door zich toen en aldaar (te weten 24 november 2022) te bevinden op de [adres02] ;
Parketnummer 10/235903-22
hij op 17 september 2022 te Rotterdam, opzettelijk ambtenaren, te weten [naam02] (brigadier Politie Eenheid Rotterdam) en [naam03] (inspecteur Politie Eenheid Rotterdam), en [naam04] (brigadier Politie Eenheid Rotterdam) en [naam05] (hoofdagent Politie Eenheid Rotterdam) gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen: "politieagenten zijn kankerjoden" en "
kankerlijer" en "kankermongolen" en “vieze vuile kankerjoden die jullie zijn, vuile kankerhonden die jullie zijn. Ik neuk je hele kankerfamilie, kanker homo's. Jullie zijn allemaal een stelletje kankervarkens”;
Parketnummer 10/080754-22
2
hij op 29 maart 2022 te Vlaardingen, althans in Nederland, opzettelijk ambtenaren, te weten
- [naam06] (hoofdagent bij de Eenheid Rotterdam) en
- [naam07] (hoofdagent bij de Eenheid Rotterdam) en
- [naam08] (aspirant bij de Eenheid Rotterdam),
gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen: "kankerlul" en "mongool" en "kankerhomo" en "lelijke kankerhond".
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd.
De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/010885-23
diefstal;
Parketnummer 10/308586-22
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering;
Parketnummer 10/235903-22
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd;
Parketnummer 10/080754-22
onder 2:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering maatregel

7.1.
Algemene overweging
De maatregel die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de maatregel is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van twee blikken bier. Hij heeft daarmee getoond dat hij geen respect heeft voor andermans spullen. Winkeldiefstallen zijn hinderlijke feiten die doorgaans overlast en schade opleveren voor de getroffen winkeliers en het daar werkzame personeel. Zij worden genoodzaakt extra beveiligingsmaatregelen te nemen, waarvan de kosten worden doorberekend in de goederen die zij verkopen. Zo is de maatschappij als geheel de dupe van dit soort feiten. Het is niet de eerste keer dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een winkeldiefstal.
Daarnaast is de verdachte naar de woning van zijn ex-partner gegaan, terwijl hij wist dat hij daar niet mocht komen. Aan hem was een gedragsaanwijzing opgelegd om de overlast die hij zijn ex-partner bezorgde te doen stoppen. Verdachte heeft zich hiervan niets aangetrokken en toont hiermee geen respect te hebben voor de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-partner en voor aanwijzingen die hem door het bevoegd gezag worden opgelegd.
Tot slot heeft de verdachte bij twee gelegenheden politieambtenaren beledigd. De verdachte heeft hiermee het respect en het gezag ten aanzien van een ambtenaar die een publieke taak verricht ondermijnd. Door politieambtenaren met kwetsende en beledigende woorden uit te schelden heeft hij hen in hun eer en goede naam aangetast. Politieambtenaren moeten onder normale omstandigheden hun werk kunnen doen. De verdachte dient zich meewerkend en respectvol op te stellen jegens politieambtenaren, ook al is de verdachte het niet eens met de gang van zaken. Het is niet de eerste keer dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de belediging van (politie)ambtenaren.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 maart 2023, waaruit blijkt dat de verdachte meerdere malen eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 7 april 2023. Dit rapport houdt samengevat het volgende in.
De verdachte heeft een omvangrijk delictverleden. Er zijn risicofactoren op het gebied van gedrag, houding, dagbesteding, financiën en middelengebruik, waardoor het recidiverisico hoog is. Er is sprake van een delictpatroon en een pro criminele houding.
Er is ook nog steeds sprake van een sterk ontwrichte sociaal maatschappelijke situatie. De verdachte is voor huisvesting afhankelijk van anderen, hij is al langere tijd werkloos, heeft hoge schulden en er lijkt nog steeds sprake te zijn van problematisch alcoholgebruik. Dit lijkt ook een rol te hebben gespeeld bij (een deel van) de ten laste gelegde feiten. De verdachte bagatelliseert zijn problematiek en het lijkt hem te ontbreken aan probleembesef en een reëel zelfinzicht.
De aanwezige risico’s zijn volgens de reclassering nog steeds onverminderd hoog en zij ziet geen mogelijkheden om de risico’s in het kader van bijzondere voorwaarden te veranderen/beheersen. Er zijn meerdere pogingen ondernomen om op basis van reclasseringscontacten de verdachte in zorg te krijgen, maar de verdachte reageert niet op initiatieven van de reclassering. Meerdere adviesrapportages en een toezicht zijn geretourneerd. Zelfs een voorwaardelijk ISD-kader heeft de verdachte er niet van weerhouden om niet meer met justitie in aanraking te komen. Voor de noodzakelijke hulpverlening is een stringenter kader nodig, zoals dat van de ISD-maatregel. De reclassering schat in dat een dergelijk traject de meeste kans van slagen heeft.
Bij een veroordeling adviseert de reclassering de oplegging van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
Aan de wettelijke eisen voor oplegging van de ISD-maatregel is voldaan. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. De verdachte is blijkens het uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 maart 2023 in de vijf jaren voorafgaande aan de door hem begane feiten ten minste driemaal onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf veroordeeld. De onderhavige feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen.
Tegen de verdachte zijn over de afgelopen vijf jaar processen-verbaal opgemaakt voor meer dan tien misdrijffeiten, waarvan ten minste één misdrijf in de twaalf maanden vóór 9 januari 2023.
De tot op heden aan de verdachte geboden hulpverlening en aan hem opgelegde straffen en maatregelen, waaronder ook een voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel, hebben er niet toe geleid dat de verdachte zijn crimineel gedrag heeft beëindigd. Er moet gelet op de eerdere veroordelingen en de problematiek van de verdachte, ernstig rekening mee worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan.
Gelet op de door hem steeds weer veroorzaakte overlast en schade staat thans het belang van de samenleving voorop. De veiligheid van personen of goederen vereist dat aan de verdachte wordt opgelegd de maatregel plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren. Daarbij is mede gelet op ernst van de begane feiten en de veelvuldigheid van de voorafgaande veroordelingen. Daarbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat de maatregel er mede toe strekt de maatschappij te beveiligen en de recidive van verdachte te beëindigen. De tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht zal niet in mindering worden gebracht op de duur van de ISD-maatregel, nu de verwachting is dat de volledige duur van die maatregel nodig zal zijn om het recidivegevaar tot aanvaardbare proporties terug te dringen. De rechtbank ziet in hetgeen door de raadsman is aangevoerd geen aanleiding om bij vonnis te bepalen dat de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel tussentijds beoordeeld moet worden.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen maatregel passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij01] ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit in de zaak met parketnummer 10/080754-22. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 5.517,32 aan materiële schade en een vergoeding van € 500,- aan immateriële schade.
8.1.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte van het onder 1 ten laste gelegde feit in de zaak met parketnummer 10/080754-22 zal worden vrijgesproken. In deze procedure wordt aldus over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

9.Vorderingen tenuitvoerlegging

9.1.
Vonnis en arresten waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Ten aanzien van parketnummer 22/002385-21
Bij arrest van 22 maart 2022 van de meervoudige kamer van het gerechtshof te Den Haag is de verdachte ter zake van diefstal veroordeeld tot een voorwaardelijke ISD-maatregel voor de duur van 2 (twee) jaren, met een proeftijd van 2 (twee) jaren. De proeftijd is ingegaan op 6 april 2022.
Ten aanzien van parketnummer 10/127459-20
Bij vonnis van 29 juli 2020 van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van bedreiging, belediging van ambtenaren in functie, diefstal en wederspannigheid veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) weken, waarvan 3 (drie) weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 (twee) jaren. De proeftijd is ingegaan op 13 augustus 2020.
Ten aanzien van parketnummer 22/004983-18
Bij arrest van 10 april 2019 van de meervoudige kamer van het gerechtshof te Den Haag is de verdachte ter zake van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod en een diefstal veroordeeld voor zover van belang tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand, met een proeftijd van 2 (twee) jaren. De proeftijd is ingegaan op 31 maart 2020.
9.2.
Standpunt officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke ISD-maatregel met parketnummer 22/002385-21 en de voorwaardelijke gevangenisstraf met parketnummer 22/004983-18 en gevorderd de proeftijd van deze voorwaardelijke veroordelingen te verlengen.
Ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging onder parketnummer 10/127459-20 heeft de officier van justitie geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid, omdat deze straf al geheel ten uitvoer is gelegd.
De verdediging heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen tot tenuitvoerlegging.
9.3.
Beoordeling
Ten aanzien van parketnummer 10/127459-20
Verdacht heeft de straf die voorwaardelijk aan hem was opgelegd onder dit parketnummer al uitgezeten op grond van een eerdere last tot ten uitvoerlegging. Het Openbaar Ministerie is niet-ontvankelijk in de vordering.
Ten aanzien van parketnummers 22/002385-21 en 22/004983-18
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van voormelde arresten en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan de arresten verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd. In beginsel kan daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf en maatregel worden gelast. De rechtbank zal een dergelijke last echter niet geven, omdat de last tot tenuitvoerlegging zich slecht verdraagt met de op te leggen ISD-maatregel. De rechtbank zal de vorderingen daarom afwijzen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 38m, 38n, 57, 63, 184a, 266, 267 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten onder parketnummer 10/080754-22 heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit onder parketnummer 10/080754-22 en de onder parketnummers 10/010885-23, 10/308586-22 en 10/235903-22 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
gelast dat de verdachte wordt geplaatst in
een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaren;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van heden;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk ten aanzien van de vordering tot
tenuitvoerleggingmet parketnummer: 10/127459-20;
wijst af de gevorderde
tenuitvoerleggingvan de bij arrest van 22 maart 2022 van het gerechtshof te Den Haag aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke ISD-maatregel;
wijst af de gevorderde
tenuitvoerleggingvan de bij arrest van 10 april 2019 van het gerechtshof te Den Haag aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Wielhouwer, voorzitter,
en mrs. D.C.J. Peeck en M.J.M. van Beckhoven, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.A.M. van der Vleuten, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter, de oudste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst (gewijzigde) tenlasteleggingen
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10/010885-23
hij op of omstreeks 9 januari 2023 te Rotterdam, in/uit een supermarkt/(winkel)pand gelegen op/aan de [adres03] meerdere, althans een, blik(ken) bier, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Jumbo, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 10/308586-22
hij op of omstreeks 24 november 2022 te Vlaardingen opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de (verlenging) gedragsaanwijzing d.d. 21 september 2022, gegeven door de officier van justitie te Arrondissementsparket Rotterdam, kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, zich niet zal ophouden in/op/rond de [adres02] , door zich toen en aldaar (te weten 24 november 2022) te bevinden op de [adres02] ;
Parketnummer 10/235903-22
hij op één of meerdere momenten op of omstreeks 17 september 2022 te Rotterdam, opzettelijk een of meer ambtenaren, te weten [naam02] (brigadier Politie Eenheid Rotterdam) en/of [naam03] (inspecteur Politie Eenheid Rotterdam), en/of [naam04] (brigadier Politie Eenheid Rotterdam) en/of [naam05] (hoofdagent Politie Eenheid Rotterdam) gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen (meermalen) de woorden toe te voegen: "politieagenten zijn kankerjoden" en/of "kankerleier" en/of "kankermongolen" en/of “vieze vuile kankerjoden die jullie zijn, vuile kankerhonden die jullie zijn. Ik neuk je hele kankerfamilie, kanker homo's. Jullie zijn allemaal een stelletje kankervarkens”, althans (telkens) woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Parketnummer 10/080754-22
1
hij op of omstreeks 29 maart 2022 te Vlaardingen opzettelijk en wederrechtelijk een voordeur en/of deurpost (op/aan de [adres02]), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam01] en/of woningcoöperatie Stichting Samenwerking, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
2
hij op of omstreeks 29 maart 2022 te Vlaardingen, althans in Nederland, opzettelijk één of meer ambtenaren, te weten
- [naam06] (hoofdagent bij de Eenheid Rotterdam) en/of
- [naam07] (hoofdagent bij de Eenheid Rotterdam) en/of
- [naam08] (aspirant bij de Eenheid Rotterdam),
gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in zijn/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/hen de woorden toe te voegen: "kankerlul" en/of "mongool" en/of "kankerhomo" en/of "lelijke kankerhond", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
3
hij op of omstreeks 29 maart 2022 te Vlaardingen, althans in Nederland,
- [naam07] (hoofdagent bij de Eenheid Rotterdam) en/of
- [naam08] (aspirant bij de Eenheid Rotterdam),
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [naam07] en/of [naam08] dreigend de woorden toe te voegen: "Als ik jou op straat zie dan maak ik je dood!", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.