Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 september 2023 in de zaak tussen
[eiseres], uit [plaatsnaam 1], eisers
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag
[naam bedrijf 1]uit [plaatsnaam 2] (gemachtigde: [naam 1]) en
[naam bedrijf 2]uit [plaatsnaam 3] (gemachtigde: mr. O.H. Minjon).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Het college stelt dat het voor de supermarkt niet noodzakelijk is dat de airco-installaties op vol vermogen draaien. Tijdens de openingstijden is het toerental door de leverancier beperkt tot 62,5 % van het maximale vermogen en buiten de openingstijden op 37,5% van het maximale vermogen. Hier is in het nader akoestisch onderzoek van uitgegaan. Uit de aanvullende berekening in het onderzoek blijkt volgens het college dat de airco-installaties ruimschoots voldoen aan de geluidnorm van 40 dB.
In de eerste plaats voeren zij aan dat de geluidbelasting niet berekend, maar gemeten had moeten worden. Daarbij verwijzen zij naar de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999 (de Handleiding), die volgens hen de voorkeur geeft aan directe meting van de geluidsimmissie. Eisers stellen dat directe meting in dit geval mogelijk is, omdat de airco-installaties al zijn geplaatst en de supermarkt in bedrijf is.
Eisers stellen daarnaast dat volgens de Handleiding de geluidbelasting moet worden bepaald op de hoogst geluidsbelaste positie van de gevel, waarbij een beoordelingshoogte van 5 m de voorkeur heeft. Indien redelijkerwijs moet worden verwacht dat op een andere hoogte voor de gevel de geluidbelasting aanmerkelijk hoger is, bijvoorbeeld vanwege afschermde objecten tussen bron en ontvanger, is de geluidbelasting op die hoogte maatgevend.
Verder bestrijden eisers de juistheid van de berekende geluidniveaus. Volgens het onderzoek is de geluidbelasting op 10 meter afstand 24 dB tijdens de openingstijden van de supermarkt en 12 dB buiten openingstijden. Eisers stellen dat zij zelf steeds geluidniveaus van meer dan 40 dB hebben gemeten bij metingen bij de deuropening van het terras op de eerste etage en bij het raam van de slaapkamers op de derde etage. In verband hiermee stellen eisers dat in het onderzoek van SPA WNP ten onrechte alleen gebruik is gemaakt van meetpunten ter hoogte van de deuren van de terrassen. Volgens hen hadden er ook meetpunten moeten zijn ter hoogte van de slaapkamerramen op de derde en vierde etage. Het geluidniveau op die hoogte moet volgens eisers maatgevend zijn, omdat de openingen van de airco’s omhoog gericht zijn en er geen obstakels zijn in de ruimte tussen deze openingen en de slaapverdieping. Het geluidniveau op de slaapverdieping blijkt daarom hoger te zijn dan op de terrassen.
Eisers betogen verder dat in paragraaf 3.2 van het rapport ten onrechte wordt gesteld dat de muurtjes van 80 cm hoog rond de terrassen mede een geluidafschermende en -reflecterende werking hebben. Volgens hen is dat onjuist, omdat de openingen van de airco’s omhoog zijn gericht en hoger liggen dan de bovenkant van de muurtjes.
Bovendien is in het kader van artikel 3.9, derde lid, van het Bouwbesluit 2012 niet de geluidbelasting op de gevel bepalend, maar de geluidbelasting ter plaatse van een te openen raam of deur van een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied van een aangrenzende op hetzelfde perceel gelegen woonfunctie. In paragraaf 3.4 van het onderzoek van SPA WNP staat dat ontvangerpunten zijn gebruikt ter plaatse van een te openen raam of deur van een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied. Deze punten zijn weergegeven in figuur 4 bij het rapport. Voor de berekening van het geluidniveau van de airco-installaties gaat het om de toetspunten 7 tot en met 19. De rechtbank kan uit het rapport niet met zekerheid afleiden dat deze ontvangerpunten alleen bij de deuren van de terrassen liggen en niet ook bij de ramen op de derde en vierde etage, zoals eisers hebben gesteld. Voor zover dat het geval is, acht de rechtbank het niet aannemelijk dat op de ramen op de hogere etages sprake zou zijn van een overschrijding van de geluidnorm van 40 dB, gelet op de lage berekende geluidbelasting op de onderzochte ontvangerpunten en de grotere afstand van de ramen op de hogere etages tot de geluidbron. Dat eisers op deze etages zelf een hogere geluidbelasting hebben gemeten dan op de terrassen doet daar niet aan af. Dat kan namelijk andere oorzaken hebben, zoals verkeersgeluid en andere geluidbronnen in de omgeving.