ECLI:NL:RBROT:2023:9435
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige
In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 4 oktober 2023, is het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om een ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige01] afgewezen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder, die het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] heeft, aanzienlijke positieve stappen heeft gezet in haar leven en de opvoeding van haar kind. De Raad had verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, maar de kinderrechter oordeelde dat er geen ernstige ontwikkelingsbedreiging voor de minderjarige aanwezig was. De moeder heeft hulp gezocht, contact met de vader verbroken en is bezig met het regelen van kinderopvang en een opleiding. De kinderrechter concludeerde dat de zorgen van de Raad begrijpelijk zijn, maar dat de situatie van de moeder niet onveilig is voor [voornaam minderjarige01]. De kinderrechter heeft de gronden voor de ondertoezichtstelling, zoals gesteld in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek, niet aanwezig geacht en heeft het verzoek afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.