ECLI:NL:RBROT:2023:9415
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van te veel ontvangen WIA-uitkering en recht op vervolguitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 september 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. N. Desloover, en het UWV, vertegenwoordigd door mr. T. Rook. Eiser ontving vanaf 14 maart 2019 een loongerelateerde WGA-uitkering en heeft op 16 mei 2019 doorgegeven dat hij als zelfstandige werkt. Het UWV heeft de uitkering van eiser definitief berekend over de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en heeft € 10.934,25 bruto als teveel ontvangen uitkering teruggevorderd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het UWV heeft het besluit gehandhaafd.
De rechtbank heeft beoordeeld of het UWV terecht de WIA-uitkering van eiser heeft herzien en de teveel ontvangen uitkering heeft teruggevorderd. Eiser betwistte de beslissing van het UWV en stelde dat het UWV zijn loonaanvullingsuitkering impliciet had omgezet naar een vervolguitkering. De rechtbank oordeelde echter dat het UWV correct had gehandeld. Eiser had recht op een WGA-vervolguitkering in plaats van een loonaanvullingsuitkering, omdat hij niet voldeed aan de inkomenseisen. De rechtbank concludeerde dat het UWV terecht het teveel betaalde voorschot van eiser moest terugvorderen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij geen gelijk kreeg. Eiser heeft geen recht op vergoeding van proceskosten of griffierecht, omdat hij in beroep geen gelijk heeft gekregen. De uitspraak is gedaan door mr. M.A. Broekhuis, rechter, en is verzonden op 29 september 2023.