ECLI:NL:RBROT:2023:9402

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 september 2023
Publicatiedatum
11 oktober 2023
Zaaknummer
10/051173-02
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een persoon met psychische stoornissen

Op 7 september 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde [naam01], die sinds 2003 onder terbeschikkingstelling staat na een veroordeling voor moord. De rechtbank heeft een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling afgewezen, omdat de kans op recidive door een zorgmachtiging is teruggebracht. De ter beschikking gestelde verblijft formeel in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag en feitelijk bij [GGZ-instelling01]. De rechtbank heeft de adviezen van de reclassering en psychiater in overweging genomen, die beide wezen op de mogelijkheid van beëindiging van de terbeschikkingstelling. De reclassering concludeerde dat het recidiverisico laag is, terwijl de psychiater zich onthield van een definitief advies. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen niet langer in het geding is, waardoor de verlenging van de maatregel niet noodzakelijk is. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de officier van justitie en de raadsman van de ter beschikking gestelde aanwezig waren. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, wat betekent dat de ter beschikking gestelde onder de zorgmachtiging kan blijven vallen zonder verdere verlenging van de terbeschikkingstelling.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/051173-02
Datum uitspraak: 7 september 2023
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam01](de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats01] (Suriname) op [geboortedatum01] 1977,
formeel verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S. van Mesdag te Groningen,
feitelijk verblijvende bij [GGZ-instelling01] , locatie [locatie01] te [plaats01] ,
raadsman mr. J.J. Lieftink, advocaat te Huizen.

1.Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 6 juni 2003 is de terbeschikkingstelling van [naam01] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (hierna: dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van moord. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 5 augustus 2008.
Bij beslissing van deze rechtbank van 18 augustus 2022 is de termijn van de terbeschikkingstelling verlengd met één jaar. Bij beslissing van deze rechtbank van 11 november 2022 is de dwangverpleging voorwaardelijk beëindigd.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 6 juli 2023 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling na voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging met voorwaarden. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 7 september 2023 behandeld. De officier van justitie mr. M. Boekhoud, de ter beschikking gestelde, zijn raadsman en de deskundige [deskundige01] , reclasseringswerker bij GGZ [GGZ-instelling02] te [plaats01] , zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport, gedateerd 6 juni 2023, de beslissing tot verlenging van de terbeschikkingstelling aan te houden tot het onderzoek naar mogelijkheden tot het afgeven van een zorgmachtiging is voltrokken.
Bij het gevoerde risicomanagement ligt de nadruk op medicatietrouw, gecombineerd met 24-uurs zorg; binnen deze context taxeert de reclassering het recidiverisico als laag. Het huidige toestandsbeeld van de ter beschikking gestelde wordt vooral gekenmerkt door zogeheten negatieve symptomen van de vastgestelde schizofrene stoornis (sociaal-emotionele afvlakking, passiviteit en initiatief-armoede). Vanuit de aard van het ziektebeeld valt een verdere achteruitgang in het functioneren te verwachten. Het risicomanagement zal naar verwachting geen substantiële veranderingen meer ondergaan en wordt zonder tbs-kader verder uitvoerbaar geacht binnen een zorgmachtiging.
Advies psychiater
Psychiater [psychiater01] concludeert in zijn rapport van 13 maart 2023 dat bij de ter beschikking gestelde sprake is van schizofrenie, zwakbegaafdheid en verslavingsproblematiek. Doorslaggevend voor het risicomanagement acht hij continuering van de antipsychotische medicatie, het voorkomen van middelengebruik en de beschikbaarheid van intensieve psychiatrische zorg, ondersteuning en toezicht. Op basis van zijn onderzoek ziet de rapporteur argumenten die pleiten voor verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar, maar ook argumenten voor het beëindigen daarvan en te laten vervolgen door een zorgmachtiging. In afwachting van nader onderzoek op dit punt onthoudt de psychiater zich van het geven van een advies.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [deskundige01] heeft het advies van de reclassering op de terechtzitting toegelicht. Hij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat volgens de reclassering de terbeschikkingstelling kan worden beëindigd, aangezien inmiddels door de civiele rechter bij de rechtbank Den Haag een zorgmachtiging is afgegeven. De behandeling en begeleiding van de ter beschikking gestelde kan binnen dit kader ongewijzigd doorlopen. Ook het behandelteam van de ter beschikking gestelde blijft hetzelfde. Het team is goed op de hoogte van zijn dossier en zijn situatie.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben afwijzing van de vordering bepleit.

5.Beoordeling

De rechtbank stelt voorop dat een terbeschikkingstelling kan worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, de verlenging van de maatregel eist. Dit houdt in dat het recidivegevaar nog in reële mate aanwezig moet zijn en dit dient voort te vloeien uit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
Uit de stukken blijkt dat bij de ter beschikking gestelde al lange tijd sprake is van meerdere psychische stoornissen. Ten aanzien van het hieruit voortvloeiende recidiverisico wordt het volgende overwogen.
Op grond van de stukken en dat wat bij de behandeling ter terechtzitting naar voren is gekomen, wordt vastgesteld dat de ter beschikking gestelde onder het huidige risicomanagement stabiel functioneert en dat door de behandelaars wordt verwacht dat het risicomanagement geen substantiële veranderingen meer zal ondergaan. Het recidiverisico wordt binnen deze context als laag getaxeerd.
Op 18 juli 2023 is door de civiele rechter bij de rechtbank Den Haag een zorgmachtiging afgegeven voor een periode van zes maanden. In het kader van de zorgmachtiging blijft de hulp die de ter beschikking gestelde krijgt beschikbaar zolang als hij die nodig heeft. De rechtbank is van oordeel dat de kans op recidive met deze zorgmachtiging zodanig is teruggebracht dat voortzetting van de terbeschikkingstelling niet langer noodzakelijk is. De vordering tot verlenging van de maatregel zal daarom, conform de conclusie van de officier van justitie en het door de verdediging ter zitting ingenomen standpunt, worden afgewezen.

6.Beslissing

De rechtbank:
wijst afde vordering van de officier van justitie.
Deze beslissing is genomen door
mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter,
en mrs. D. van der Sluis en H.J. de Kraker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.R. van Zaanen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.