ECLI:NL:RBROT:2023:9382

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
10598328
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over loonvordering en vakantietoeslag in verband met arbeidsongeschiktheid en beëindiging arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres01] en MCW Yours B.V. [eiseres01] eist betaling van achterstallig loon en vakantietoeslag van haar werkgever, MCW Yours, na een periode van arbeidsongeschiktheid. [eiseres01] was sinds 1 januari 2018 in dienst als kapper en werkte 20 uur per week. Door een gewelddadige thuissituatie is zij in een safe house ondergebracht en heeft zij sinds 24 januari 2023 niet meer gewerkt. MCW Yours heeft vanaf februari 2023 geen loon meer betaald, wat aanleiding gaf tot deze procedure. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres01] zich tijdens een telefoongesprek op 24 januari 2023 ziek heeft gemeld, maar MCW Yours betwist dat er recht op loon bestaat, omdat zij stelt dat [eiseres01] haar arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst nog bestaat en dat de reden voor het niet werken in redelijkheid voor rekening van [eiseres01] komt, waardoor er geen recht op loon bestaat. Wel heeft MCW Yours erkend dat er vakantietoeslag verschuldigd is, die wordt toegewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10598328 VV EXPL 23-333
datum uitspraak: 4 oktober 2023
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. J. Marges,
tegen
MCW Yours B.V.,
vestigingsplaats: Capelle aan den IJssel,
gedaagde,
vertegenwoordigd door: de heer [naam01] .
De partijen worden hierna ‘ [eiseres01] ’ en ‘MCW Yours’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 2 augustus 2023, met bijlagen;
  • de spreekaantekeningen van de heer [naam01] ;
  • de bijlage die namens [eiseres01] tijdens de mondelinge behandeling van 11 september 2023 is ingediend.
1.2.
Op 23 augustus 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met [eiseres01] en haar gemachtigde besproken. MCW Yours is toen niet verschenen en tegen haar is verstek verleend. Namens MCW Yours is na afloop van de mondelinge behandeling het verzoek ontvangen om de mondelinge behandeling uit te stellen, welk verzoek de kantonrechter heeft opgevat als een zuivering van het verleende verstek. Vervolgens heeft op 11 september 2023 een nieuwe mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij de gemachtigde van [eiseres01] en de heer [naam01] (statutair bestuurder van MCW Yours, hierna: [naam01] ) aanwezig waren.

2.De feiten

2.1.
[eiseres01] is op 1 januari 2018 in dienst getreden van MCW Yours als kapper. [eiseres01] werkte 20 uur per week voor MCW Yours en haar loon bedroeg laatstelijk € 1.244,93 bruto per maand. Op de arbeidsovereenkomst is de cao voor het Kappersbedrijf van toepassing verklaard.
2.2.
Vanaf enig moment bevond [eiseres01] zich in een gewelddadige relatie en thuissituatie, waardoor zij uiteindelijk door de politie en Veilig Thuis met haar minderjarige kind is ondergebracht in een safe house.
2.3.
Op 24 januari 2023 heeft naar aanleiding van de plaatsing in een safe house een telefoongesprek plaatsgevonden tussen [eiseres01] en [naam01] . Sindsdien is [eiseres01] niet meer op het werk verschenen. MCW Yours heeft vanaf februari 2023 geen loon meer betaald aan [eiseres01] .
2.4.
Vanaf 22 maart 2023 ontvangt [eiseres01] een Ziektewetuitkering van het UWV.
2.5.
FNV MOOI heeft namens [eiseres01] per brief van 30 maart 2023 MCW Yours aangeschreven en aanspraak gemaakt op loon vanaf februari 2023. [naam01] heeft namens MCW Yours op 9 april 2023 gereageerd op deze brief. Daarin schrijft hij, voor zover van belang, het volgende:
“Resumé zien wij geen redenen om onder deze omstandigheden en redenen, mevr [eiseres01] haar salaris te moeten doorbetalen daar er geen ziekte patroon nog aangifte van ziekte is gedaan. Het gaat hier om persoonlijke redenen en andere omstandigheden waardoor zij haar werkzaamheden niet kan uitvoeren. (…)”

3.Het geschil

3.1.
[eiseres01] eist samengevat:
- MCW Yours te veroordelen tot betaling van:
I. een bedrag van € 7.469,58 bruto aan achterstallig loon;
II. een bedrag van € 1.195,13 bruto aan vakantietoeslag;
III. de wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW over het onder I en II gevorderde;
IV. het salaris van € 1.244,94 bruto per maand met ingang van 1 augustus 2023, in geval van te late betaling te vermeerderen met de wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW;
V. de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
[eiseres01] baseert haar eis op het volgende. Tijdens het telefoongesprek op
24 januari 2023 heeft [eiseres01] zich ziekgemeld. Vanaf februari 2023 heeft [eiseres01] geen loon meer ontvangen, terwijl zij daar op grond van artikel 7:629 BW wel recht op heeft. Over de periode februari tot en met juli 2023 maakt [eiseres01] aanspraak op een bedrag van € 7.469,58 bruto aan achterstallig loon. Daarnaast moet MCW Yours de vakantietoeslag over juni 2022 tot en met mei 2023 nog betalen aan [eiseres01] . Vanwege de te late betaling maakt [eiseres01] ook aanspraak op de wettelijke verhoging.
3.3.
MCW Yours is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. [eiseres01] heeft geen recht op loon vanaf februari 2023. Tijdens het telefoongesprek op 24 januari 2023 heeft [eiseres01] haar arbeidsovereenkomst opgezegd. In ieder geval heeft zij zich niet ziekgemeld tijdens dat gesprek. Daarnaast komt de oorzaak voor het niet werken in redelijkheid voor rekening van [eiseres01] (artikel 7:628 BW) en heeft zij ook daarom geen recht op loon. MCW Yours erkent dat zij nog vakantietoeslag moet betalen aan [eiseres01] .
3.4.
Op de overige stellingen die van belang zijn, gaat de kantonrechter hierna in.

4.De beoordeling

4.1.
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat die partij de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten. Bij die beoordeling is van belang hoe aannemelijk het is dat de eis in een gewone procedure wordt toegewezen. Verder moet het belang dat [eiseres01] heeft bij toewijzing van de eis worden meegewogen en de gevolgen hiervan voor MCW Yours als deze uitspraak later wordt teruggedraaid.
spoedeisendheid
4.2.
Uit de niet nader weersproken stellingen van [eiseres01] dat zij 30% van haar inkomen mist en dat zij nog geen vakantietoeslag heeft ontvangen - welk geld zij hard nodig heeft - vloeit voort dat [eiseres01] een spoedeisend belang heeft bij haar eis.
achterstallig loon
4.3.
De eis van [eiseres01] tot betaling van achterstallig loon strandt op inhoudelijke gronden. Dat licht zij hierna toe.
4.4.
De kantonrechter stelt voorop dat zij MCW Yours niet volgt in haar stelling dat [eiseres01] haar arbeidsovereenkomst tijdens het telefoongesprek op 24 januari 2023 heeft opgezegd, laat staan dat [eiseres01] dat ondubbelzinnig heeft gedaan. MCW Yours heeft namelijk niet als zodanig gehandeld, bijvoorbeeld door het sturen van een bevestiging van de opzegging of een eindafrekening. Bovendien heeft MCW Yours zich pas in deze procedure op het standpunt gesteld dat de arbeidsovereenkomst door opzegging is geëindigd, terwijl zij wel al eerder inhoudelijk richting FNV MOOI heeft gereageerd. In die reactie (zie 2.5) stelt MCW Yours niet dat [eiseres01] haar arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, maar stelt zij slechts dat [eiseres01] zich niet heeft ziekgemeld. De kantonrechter gaat er dus van uit dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen nog bestaat.
4.5.
Desondanks is het onvoldoende aannemelijk dat de rechter in een gewone procedure de loonvordering toewijst. Daartoe is het volgende van belang. Hoewel de kantonrechter uit de stukken niet precies kan afleiden wanneer [eiseres01] is ondergebracht in een safe house, volgt uit de stellingen van partijen wel dat dit kort voor het telefoongesprek op 24 januari 2023 is gebeurd. Tussen partijen is verder niet in geschil dat het safe house is gelegen op grote afstand van Capelle aan den IJssel en MCW Yours heeft onweersproken gesteld dat [eiseres01] aan [naam01] heeft verteld dat zij het safe house niet mocht verlaten, al helemaal niet om te werken in Capelle aan den IJssel. De primaire oorzaak dat [eiseres01] vanaf 24 januari 2023 niet meer heeft gewerkt voor MCW Yours is dus - naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter - gelegen in die situatie, en niet in (eventuele) ziekte van [eiseres01] . Hoe moeilijk die situatie ook voor haar is, het is voldoende aannemelijk dat de reden voor het niet werken (het onderbrengen in een safe house) in redelijkheid voor rekening van [eiseres01] komt (artikel 7:628 BW). MCW Yours heeft daarop immers geen enkele invloed kunnen uitoefenen. Indien aangenomen wordt dat sprake is van ziekte bij [eiseres01] (nog daargelaten of zij zich wel heeft ziekgemeld bij MCW Yours), is sprake van een samenloop van ziekte met een primaire oorzaak voor niet werken waarbij (naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter) geen recht op loon bestaat. In dat geval bestaat ook geen recht op loonbetaling op grond van artikel 7:629 BW.
vakantietoeslag
4.6.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft MCW Yours erkend dat zij nog vakantietoeslag aan [eiseres01] moet betalen. Aangezien hiervoor is geoordeeld dat niet vastgesteld kan worden of [eiseres01] na januari 2023 nog recht heeft op loon, moet de vakantietoeslag worden berekend over de periode juni 2022 tot en met januari 2023 (in plaats van mei 2023, zoals geëist). Dat betekent dat een bedrag van € 796,75 (€ 1.195,13 / 12 x 8) aan vakantietoeslag toewijsbaar is.
4.7.
De wettelijke verhoging over dat bedrag wordt toegewezen tot het maximum van 50%, aangezien geen gronden zijn gebleken voor matiging van dit percentage.
proceskosten
4.8.
Beide partijen zijn over en weer in het (on)gelijk gesteld. Daarom compenseert de kantonrechter de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.9.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt MCW Yours om aan [eiseres01] te betalen € 796,75 aan vakantietoeslag, vermeerderd met de wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW vanaf de dag van opeisbaarheid;
5.2.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en in het openbaar uitgesproken.
49039