Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zesendertig maanden met aftrek van voorarrest, waarvan acht maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar;
- verbeurdverklaring van de twee in beslag genomen geldbedragen van respectievelijk
4.Waardering van het bewijs
hetafleveren
– onder meer –blijkt uit het aantreffen van 104,32 gram, althans een hoeveelheid, cocaïne aan [naam01] ;
11,7gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne
telkenseen middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Voorlopige hechtenis
9.In beslag genomen voorwerpen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden;
8 (acht) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 1:
- het geldbedrag ad € 15.000,- (zegge: vijftienduizend euro);
- het geldbedrag ad € 900,- (zegge: negenhonderd euro);